Heemkundekring De Willemstad
 

Overige forten en batterijen

Het Eiland van Klundert en de Willemstad, omringd door Hollandsch Diep, Volkerak, Dintel en Mooye Keene, was vanaf de zestiende eeuw een belangrijke schakel in de verdediging van het zuidfront van Holland en de scheepvaartverbinding met Zeeland.

In de Tachtigjarige Oorlog werden daarom, naast de bouw van de vestingen Willemstad en Klundert, enkele forten op het Eiland aangelegd en houten en stenen wachthuizen op de dijken en in de gorzen rondom het Eiland gebouwd. Enkele namen van die wachthuizen: Schaepskoy, Appelaer, Schuddebors, Spietberg, Bouwengeest, Becaf en Rijsenhooft. Naast de op andere pagina's besproken forten werden er nog de volgende forten en batterijen aangelegd.

Fort Noordam Fort Noordam - 1661

Fort Noordam
Fort Noordam was een onregelmatig gebastioneerd vijfhoekig fort met twee redans en drie halfbastions. Het werd kennelijk aangelegd in 1576 want in dat jaar moest iedere pachter van het Eiland 36 stuiver per gemet betalen voor de 'fortresse en schanse Noortdam'. Het fort lag waar de Zevenbergse haven uitmondde in de Roode Vaart en had als taak de verdediging van die monding en om het oversteken van een vijand naar het Eiland te beletten. Noordam viel onder het bevel van de gouverneur van Willemstad. Het fort bleek al in 1628 vervallen te zijn en is waarschijnlijk in de loop der achttiende eeuw verdwenen.

Fort Barlake
De vorm van dit van vóór 1604 gebouwde fort, ook wel fort Blaecke, Blaak of Barlaque genoemd, is niet duidelijk. Misschien was het een vierhoekig gebastioneerde schans met natte gracht zoals het op enkele landkaarten wordt weergegeven of, zoals op andere kaarten te zien is, een vierkant fort zonder uitspringende werken. Het lag daar waar de Mooye Keene in de Dintel mondde. Dit rivierdeel tussen Mark en Dintel heette Blaak of Barlake.
Het fort diende tot dekking van de zuidoosthoek van het Eiland. Binnen het fort stond het huis van de majoor. In 1754 werd een begin gemaakt met de sloop. In 1756 leverde timmerman Nijs van Draalst hout voor het maken van buizen voor het doen springen van de muur van het fort. Het heeft dus kennelijk een of meer dikke stenen muren gehad, waarschijnlijk aan het waterfront. De stenen werden naar Willemstad vervoerd ter ophoging van het havenhoofd en contrescarp.

Fort Hollandia (Noordschans) Fort Hollandia (Noordschans) 1642

Fort Hollandia, Noordschans
Aan de monding van de Aalskreek in het Hollandsch Diep werd ter dekking van de daar gelegen sluis en verdediging van de dijkaccessen fort Hollandia aangelegd. Het lag aan weerszijden van de dijk en bestond uit een vierkante gebastioneerde schans met natte gracht en voorwal.
In 1682 werd het fort bij een watersnoodramp grotendeels vernield en niet meer hersteld. In 1747-1748 werd aan beide zijden van de haven een retranchement -een aarden wal in zaagtandtracé- aangelegd.
De Fransen plaatsten er in 1793 twee batterijen waarmee de havenmond werd bestreken. Van de schans rest niets meer, alleen een bocht in de dijk geeft nog de loop aan van de noordelijke voorwal.

Batterij Boetzelaer
In 1810 is er sprake van het bouwen van een wachthuis bij de batterij van fort Boetzelaer. Het lag zo'n 250 meter voor bastion Holland aan de eerste schenkel van de Westdijk. Dat was de plaats waar de Fransen in 1793 het dichtst bij de vesting waren genaderd en er een batterij bouwden. Kennelijk is deze provisorische batterij nadien versterkt. Op die plaats werd in 1892 een meetstation gebouwd ten behoeve van het kustgeschut op de courtine I-II en op bastion Gelderland. De Duitse bezetter blies het in 1944 op en bouwde er een verblijf voor het bedienend personeel van de ernaast gelegen mitrailleuropstelling.

Batterijen aan de Dintelsas
In de monding van de Dintel werd in 1828 een nieuwe sluis gebouwd. Ter verdediging hiervan werden aan beide zijden vier batterijen, open aarden werken, gebouwd. Bij de zgn. Kringenwet van 1853 waren ze ingedeeld als vestingwerken van de derde klasse. Van twee batterijen zijn nog enkele contouren zichtbaar.

Fort Prins Frederik Fort Prins Frederik

Fort Prins Frederik
Dit te Ooltgensplaat gelegen fort werd in 1811 gebouwd om samen met het tegenover liggende fort Sabina het doordringen van vijandelijke schepen via het Volkerak naar het Hollandsch Diep te beletten. Door de Fransen werd het fort Duquesne gedoopt, in 1813 vernoemd naar prins Frederik, de broer van koning Willem I.
De bewapening bestond o.a uit 7 kanonnen van 24 cm IJ.
Momenteel is er een camping gevestigd.

Fort aan de Buitensluis Fort aan de Buitensluis

Fort aan de Buitensluis
In 1793 werd naast de haven van Numansdorp een aarden batterij aangelegd, die in 1860 – 1862 werd vervangen door een gesloten fort met een gebastioneerde keel en een gebogen tracé. Enkele jaren later werd het voorzien van een bomvrije ronde toren. Het geschut bestond in 1897 uit 3 kanonnen 24 cm IJ en 2 wat modernere kanonnen 24 cm L 25, 4 kanonnen 8 cm, 4 houwitsers 15 cm en 6 Coehoornmortieren. Voor 211 man was er een bomvrije slaapplaats.
Ook dit fort is nu als camping in gebruik.



Tekst: C. van Mastrigt