In de zuidwestelijke hoek van de Ruigenhil, waar Westdijk,
Kraaiendijk en Helsedijk samenkomen, ligt het fort De Hel.
Op
die plaats werd al in 1748 het eenvoudige aarden fort Anna
gebouwd. De Fransen bouwden in 1811 op deze strategische plaats
het fort l' Enfer, na hun vertrek in 1813 omgedoopt in De Hel.
Binnen een rondom gaande borstwering van 7 meter dik aan de
zuidzijde en van 4 meter aan de noordzijde werd een vrijstaande
stenen toren gebouwd van het zgn. 'tour modèle no. 3'. Deze
toren was voorzien van schietgaten in de hoeken van de twee
verdiepingen en op de rondgaande borstwering van het
bovenplateau.
In 1818 werd de toren van een houten kap met pannen voorzien. De
toren was toen ingericht voor logies van 14 man en tot berging
van 9500 kg buskruit.
Stenen torenforten waren te kwetsbaar geworden voor het sterkere
geschut. Daarom werd tussen 1882 en 1884 het sterk verouderde
fort grondig verbeterd.
De kap en twee zijden van de borstwering werden afgebroken en op
en langs de toren werd een aarden dekking aangebracht, gesteund
door vleugelmuren. Ook werd er een remise gebouwd als stalling
voor twee vuurmonden met nissen voor opslag van munitie. Voor de
fortwachter en als officiersverblijf werd buiten de gracht een
(nu niet meer bestaande) woning gebouwd.
Het fort had als bestemming om samen met de vesting
Willemstad en het fort aan de Bovensluis de keelzijde (van de
vijand gekeerde zijde) van het fort De Ruijter te dekken en
verdediging van de dijkaccessen.
Het was aanvankelijk bewapend met 6 kanonnen van 12 cm en 4
mortieren van 20 cm, later met 2 kanonnen van 8 cm brons, 2
mitrailleurs M 90 en 4 Coehoornmortieren voor 13 cm lichtkogels.
De organieke sterkte – zoals vastgesteld in 1896 – bedroeg in
totaal 114 man, waarvan 51 man Infanterie, 56 man
Vestingartillerie en 7 man Genie.
De werkelijke bezetting was overigens in rustige tijden meestal
niet meer dan een fortwachter. Toen tijdens de mobilisatie van
1914 – 1918 de volle bezetting wel aanwezig was, werd voor de
legering hiervan een houten barak op het terrein gebouwd.
In 1926 werd de vesting Willemstad opgeheven en verloor ook
het fort haar functie.
Van 1941 – 1944 werd het fort door de Duitsers bezet. Op 5
november 1944 trok een eenheid van de South Wales Borderers via
de Kraaiendijk op richting het voormalige fort De Hel in de
mening dat dit al gezuiverd was. Een Duitse mortiergroep had
echter met enkele zware mitrailleurs en een Russische mortier
posities op en rond het fort betrokken. Een voltreffer van het
mortier op de Britse posities doodde vier militairen en
verwondde een groot aantal, waarvan er later nog een overleed.
In de late avond werd het fort door een andere groep
aangevallen, maar de Duitsers hadden toen het fort al verlaten.
In 1957 werd er een straalzender voor het militair vliegveld
Woensdrecht opgericht. Vanaf 1961 wordt het fort niet meer als
militair object gebruikt.
Het fort is thans gemeentelijk eigendom en werd in 1988 tot
beschermd monument verklaard. In 1994 werd het fort aan de
Stichting Vrienden van Fort de Hel verhuurd en na een
restauratie in gebruik genomen door kunstenaar Frank Kastelein.
Het fort heeft nu een culturele en recreatieve bestemming.
Tussen Willemstad en fort De Hel is een Rabobank wandelroute van
6200 meter uitgezet.
Tekst: C. van Mastrigt
Plattegrond naar Genieregister aangelegd in 1885 |
|