Polder de Ruigenhil
Willemstad ligt in de Ruigenhilse polder, een polder die stamt uit 1564. Het huidige landschap heeft nog steeds veel kenmerken uit die tijd. Landmeter Jan Symonsz verdeelde de polder in 45 percelen en daarnaast 40 percelen volgerland. Volgerland is land van mindere kwaliteit, vaak laag gelegen en moerassig. Bijna de helft van de eigenaren van de nieuwe percelen waren Zeeuwen, verder waren er kopers uit Flakkee en de zuidelijke Nederlanden. Twintig procent van de kopers waren Brabanders.
De meeste eigenaren waren beleggers die hun land verpachtten of het door een zaakwaarnemer of zetboer lieten bebouwen.
Het huidige landschap wordt natuurlijk nog gedomineerd door de dijken die nog prominent aanwezig zijn en het karakter van het landschap bepalen.
In de loop van de Westdijk, Helsedijk, Stadsedijk, Drogedijk, Tonsedijk, en Oostdijk die nu de Ruigenhilse polder omsluiten is nog het grillige karakter van schorren en slikken met hun verschillende grondslagen herkenbaar. Onze voorouders wisten prima gebruik te maken van de mogelijkheden en onmogelijkheden die de natuur hen bood. Binnen de polder zijn de verkavelingwegen strak en geometrisch van opzet.
Kreekrestanten
Het schorren of gorzen landschap van voor de inpoldering werd nog sterk beïnvloed en gevormd door de getijden. Door afzetting van sediment, zand en klei, werd het gebied langzaam opgehoogd. Het in en uitstromende water werd bij elk tij aan en afgevoerd door een stelsel van kreken en geulen. De grotere geulen waaronder de afwateringsgeulen uit het achterland waren zo diep dat ze na de inpoldering niet gedempt konden worden.
Nu nog zijn ze duidelijk in het landschap herkenbaar en prominent aanwezig.
Grondgebruik
Het aantal boerenbedrijven is de vorige eeuw sterk afgenomen.
Waren er in 1921 nog 111 landbouwbedrijven in de Ruigenhilse polder, in 1980 was het aantal ruim gehalveerd tot 50 en in 1994 waren er nog 38 bedrijven over.
De omvang van de bedrijven nam navenant toe. Was in 1921 de gemiddelde omvang nog 11,3 hectare, in 1994 was dat gemiddelde al 32,9 ha. Inmiddels ligt dat hoger.
De laatste jaren heeft er een verschuiving in agrarisch gebruik plaatsgevonden. Naast akkerbouw (traditioneel en biologisch) is het aandeel veeteelt toegenomen.
Boomgaarden zijn inmiddels een vertrouwd beeld in de polder. Toch is de fruitteelt pas na de Tweede Wereldoorlog echt op gang gekomen. Door de Watersnoodramp van 1953 zijn de toen aanwezige boomgaarden en veel andere bomen verdwenen.
Na een periode van groei in het aantal hectares boomgaard in de polder zien we dat de laatste jaren vanwege het overschot aan fruit en de daardoor slechte prijzen bijna alle appelboomgaarden verdwenen zijn en worden voornamelijk nog peren geteeld.
Ruilverkaveling
Ook in polder de Ruigenhil is in de periode 1978 t/m 1992 een ruilverkaveling uitgevoerd.
Ruilverkavelingen zijn van oudsher gericht op het verbeteren van de landbouwkundige mogelijkheden.
In grote delen van Nederland zijn in de vorige eeuw bij ruilverkavelingen de landbouwkavels opnieuw ingedeeld, werd de waterhuishouding voor de landbouw geoptimaliseerd en is de ontsluiting van de percelen verbeterd, vaak met negatieve gevolgen voor het landschap.
Meer aandacht voor natuur en landschap
Geleidelijk aan kwam er echter ook aandacht voor landschap, natuur en recreatie. De ruilverkaveling Willemstad was een late ruilverkaveling waarbij ook veel aandacht was voor de aanwezige kwaliteiten van het gebied.
De ingrepen in de waterhuishouding waren beperkt, het wegenpatroon en de aanwezige kreekrestanten werden gehandhaafd en ook aan de landerijen is weinig veranderd.
Wél werd de kwaliteit van de wegen aangepast en werd er nieuwe beplanting aangebracht.
Landschapselementen
Als onderdeel van de ruilverkaveling is er langs de kreken de Kleine Ton, de Tonnekreek en het Breede Gat bosbeplanting in brede stroken aangelegd. Deze beplanting bestaat uit verschillende soorten boomvormers en gevarieerd struikgewas. Behoudens om de boerderijen en als dijkbeplanting zijn er in de polder zelf weinig bomen aangeplant.
Natuurgebieden
Willemstad is omringd door natuurgebieden. Langs de Oostdijk ligt een uitgestrekt buitendijks weidegebied met aan de oevers van het Hollandsch Diep een brede strook vloedbos en rietvelden.
Dit zijn doorgegroeide restanten van grootschalige voormalige griend- en biezencultuur van voor de afsluiting van het Haringvliet.
Door de aanleg van de Volkerakdam en de Volkeraksluizen is het buitendijkse landschap aan de noordwest kant van Willemstad sterk veranderd. Voor de uitvoering van de Volkerakwerken lag hier het uitgestrekte bezomerdijkt gorzengebied Maltha.
Een klein gedeelte is gespaard gebleven en is samen met de aangrenzende Anthoniegorzen binnendijks komen te liggen door de aanleg van een nieuwe zeewering. Dit gebied is nu een waardevol natuurgebied met laaggelegen extensief begraasde weilanden.
Een andere deel is opgespoten en omgevormd tot een bosgebied, het Vlakebos. In dit gebied zijn een aantal waterplassen aanwezig. Op eilanden in een van die plassen, het Zwanenmeer heeft zich een grote reiger- en aalscholverkolonie gevestigd.
Op het Volkeraksluizen complex is veel landschappelijke beplanting in de vorm van bomenrijen van iepen en bosvakken aangeplant. Door de iepziekte zijn veel bomen aangetast en inmiddels vervangen door nieuwe bomenlanen.