De verdedigingswerken bij de Bovensluis werden aangelegd in 1861 en 1862 en verbeterd in 1888. De werken bestonden uit een op de Oostdijk gelegen batterij op de plaats van het vervallen fort Haaren en van een benedendijks gelegen redoute.
De toegang tot het door een natte gracht omgeven fort werd via een brug verleend door een poterne, een overwelfde doorgang in de wal aan de westzijde van het fort. De borstwering rond het fort was zeven meter breed, die aan de westzijde slechts 2 à 2,4 m. Binnen het fort werd een verdedigbaar gebouw annex kazerne gebouwd waarvan de frontmuur 1.45 m dik is en de overige muren 1 m. dik. In de muren zijn 30 schietgaten voor geweren aangebracht.
De bestemming van het fort was aanvankelijk om samen met fort De Hel de keelzijde (van de vijand afgekeerde zijde) van fort De Ruijter (Sabina) te dekken. De batterij op de dijk bestreek de Oostdijk tot aan de Tonnekreek en het buitentalud van de Buitendijk tot aan de haven van de Noordschans. Later werd het geschut van het fort zodanig geplaatst dat dit eveneens het oosten en zuidoosten dekte. Ook diende het tot bescherming van de poldersluis tevens inundatiesluis.
De organieke sterkte bestond uit een halve compagnie Infanterie, een halve batterij Vestingartillerie en enkele genisten, totaal 188 man.
De vastgestelde bewapening (1880) van het fort bestond uit 4 houwitsers van 15 cm, 4 kanonnen van 12 cm en 2 mortieren van 29 cm en die van de batterij op de dijk uit 4 kanonnen van 8 cm en 6 Coehoornmortieren. In 1891 werd er een mitrailleur M 80 op borstweringsaffuit aan toegevoegd. Later volgden nog enkele wijzigingen.
Het fort werd in 1953 verkocht aan de heer A. M. Boertjes die het verdedigbaar gebouw van het fort met zijn dikke muren als koelhuis voor aardappelen ging gebruiken. In mei 1965 werd er een camping geopend, een functie die het voormalige fort nog steeds heeft.
Tekst: C. van Mastrigt
Plattegrond naar Genieregister aangelegd in 1885 door ing. P. Hartmans