Dit artikel verscheen in Ravelyn 15e jaargang nr
2 - april 1997
Vrijmetselaarsloges in
Willemstad.
door Peter Hoekwater.
Bij één van mijn bezoeken aan het Cultureel Maçonniek Centrum
"Prins Frederik" in Den Haag, werd ik opmerkzaam gemaakt op het
feit, dat ook in Willemstad in het verleden vrijmetselaars Loges
hebben gewerkt.
Dit centrum is genoemd naar Prins Willem Frederik Karel
(1797-1881), de tweede zoon van Koning Willem I en Wilhelmina
van Pruisen. Het doel van dit centrum is het bewaren en
toegankelijk houden van het culturele erfgoed van de Nederlandse
Orde van Vrijmetselaren.
Na kennisneming van het complete dossier, leek het mij de moeite
waard om de nog beschikbare gegevens betreffende de in
Willemstad werkzaam geweest zijnde loges onder het stof van het
verleden vandaan te halen en o.a. via een publicatie in het
"Ravelyn" bekendheid te geven.
Zelf was ik buitengewoon verrast, toen ik in het dossier een
brief van een naamgenoot, G.J. Hoekwater (1797-1858) uit Delft
aantrof.
Het is wellicht nuttig om eerst een zeer beknopte schets te
geven van het wezen en de ontstaansgeschiedenis van de
vrijmetselarij, alvorens de gegevens van de loges "Union"
1774-1775, "La Concorde" 1777, "St. Andreas" 1789-1790 en "De
Eensgezindheid" 1833-1840, welke in Willemstad actief zijn
geweest, te vermelden.
Vrijmetselarij
Het is heel eenvoudig te bepalen wat Vrijmetselarij niet is.
Geen godsdienst, geen ideologie en ook geen levensbeschouwing.
En zeker ook geen sekte of een geheim genootschap.
Indien men in het wezen van de vrijmetselarij geïnteresseerd is,
kan men zich door het lezen van de vele boeken, welke over de
vrijmetselarij zijn geschreven, een goed beeld daarvan vormen1.
Binnen het kader van dit artikel is het niet mogelijk weer te
geven wat Vrijmetselarij dan wel is. De navolgende stelling
verschaft wellicht duidelijkheid.
"Vrijmetselarij is een methode tot het vormen van een
levenshouding. Deze methode - die Koninklijke Kunst wordt
genoemd - houdt bovenal in: de beoefening van verdraagzaamheid
en van liefde tot de medemens".
Vrijmetselaren streven naar de broederschap der mensen. Uniek in
dat streven is het begrip "arbeid", dat aan de methode ten
grondslag ligt.
Engeland/Schotland.
De voorgeschiedenis van de Vrijmetselarij in het Verenigd
Koninkrijk moeten we zoeken in de Engelse en Schotse
bouwgenootschappen van de middeleeuwen. In oude handschriften,
waaronder het Regius Manuscript uit circa 1390, komen we de term
'freemason'2 al tegen. In Engeland, Schotland en Ierland is na
de stichting van de eerste Grootloge3 in 1717 in Londen, het
aantal loges sterk toegenomen.
Nederland.
Op 26 december 1756 kwamen afgevaardigden van een aantal
Nederlandse Loges in Den Haag bijeen om orde op zaken te stellen
en een Grootmeester te kiezen. De Vrijmetselarij was al eerder,
n.l. in 1734 in Nederland met de Loge "L' Union Royale" in Den
Haag ingevoerd.
In 1735 was als eerste Grootmeester gekozen, J.C. Radermacher,
de rentmeester-generaal van Prins Willem IV van Oranje. Direct
daarop werd echter een verbod tegen de Vrijmetselarij
uitgevaardigd. We bevinden ons dan in de tijd, na de verdrinking
van Prins Johan Willem Friso bij de Moerdijk, in de periode van
het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747). Vermoedelijk was
de diepere achtergrond, dat men vreesde, dat de Vrijmetselarij
een vereniging was, die ten doel had de Prins van Oranje in het
Stadhouderschap te herstellen. Wellicht had men er weet van, dat
Prins Willem IV in Engeland als vrijmetselaar was ingewijd. Het
feit dat zijn rentmeester-generaal Grootmeester was, was
voldoende reden om de vereniging politiek verdacht te maken. In
elk geval was de Vrijmetselarij door het verbod, alleen in
Holland en West-Friesland, meer dan tien jaar officieel tot
werkeloosheid gedoemd. Er werden toch nieuwe Loges gesticht,
maar bij gebrek aan vertrouwen in de 'Haagsche Grootloge'
vroegen een aantal van deze loges hun constitutiebrieven aan in
Engeland of Schotland.
Het werd noodzakelijk om in Nederland orde op zaken te stellen.
26 december 1756 wordt dan ook als de geboortedag van de
nationale Grootloge "De Groote Loge der Zeven Vereenigde
Nederlanden" beschouwd.
In de 18e eeuw heeft de Vrijmetselarij zich vooral onder leiding
van Carel Baron van Boetzelaer, de ons bekende verdediger van
Willemstad tegen de Fransen in 1793, voorspoedig ontwikkeld.
 |
Carel Baron van Boetzelaer gouverneur
van Willemstad van 1790 – 1795, grootmeester van de
nationale grootloge te Den Haag. |
De ambulante4 Loge "Union".
In 1774 was het 2e Bataljon van het regiment Schotten Mackay Nr.
1 gelegerd in Steenbergen en Willemstad. In 1775 werd het 2e
Bataljon aldaar vervangen door het 1ste.
Aan genoemd regiment was verbonden de (Schotse) loge "Union".
Het is goed mogelijk, dat deze loge ook in Willemstad heeft
gewerkt. Van deze loge zijn geen ledenlijsten bij het C.M.C. in
Den Haag bekend.
Het jaarboek (1954) van de Grand Lodge of Scotland vermeldt deze
loge als behorend bij de Schotse Brigade in het Nederlandse
leger, opgericht op 21 november 1764 en ontbonden in 1809.
De ambulante Loge "La Concorde".
In 1777 bevindt zich het 1ste Bataljon van het regiment van
Lt.Gen. d'Envie in Willemstad. Aan dit bataljon was verbonden de
ambulante loge "La Concorde".
De Nederlandse constitutiebrief van deze loge is gedateerd 6
oktober 1745 en uitgereikt toen het regiment in Maastricht was
gelegerd.
Afgevaardigden van de loge "La Concorde" waren op 26 december
1756 in 's-Gravenhage aanwezig bij de stichting van de nationale
grootloge. Het regiment was toen in Venlo gelegerd. De loge
mocht daarna als toevoeging achter de naam '(Loge Fondatrice)'
vermelden.
"Extract uit het 'Loge Boek' ofte Naam Lyst, van den Staat der
Loge "La Concorde" zoo als dezelve zig bevind op den 6 Mey 1777.
Houdende hun Vergaderplaats in den eerste week van de Maand des
Avonds om 5 Uuren ten Huise 'onseker waar'.
Zijnde de Couleur Zwart en Wit.
Namen der Officieren:
Namen der Meesters:
J.C.Mangin (meester der Loge) Van
Wilcke
H.Cannaarts (1e opsiender)
Supplair
J.van Hulst (2e opsiender
Cattepoch
en thesaurier)
Teugnagel
P.C.Saalbach (Secretaris)
Namen der Gezellen en Leerlingen: T:rens Servants:
Van As
W.Werds Tambour-majoor
Ligtervoort
M.West grenadier
Adres voor Brieven en Documenten J.C. Mangin Lieut-Collonel in
't eerste Battalion d'Envie gelegert te Willemstad. Aftegeven
bij den Commissaris aan de Vuijlpoort te Dort.
De ambulante Loge "St. Andreas"
In 1789/1790 was in Willemstad gelegerd het Schotse regiment
"Stuart"5. Binnen dit regiment was de ambulante Loge "St.
Andreas" werkzaam. In 1785 was dit regiment gevestigd in Sluis
in het toenmalige Staats-Vlaanderen en in 1786 in Gorinchem. Het
regiment Schotten no. 3, Colonel Stuart was reeds van 1763 t/m
1767 in Willemstad gelegerd. In 1775 en van 1788 t/m 1790 lag
dit regment (meestal 1 of 2 compagnieën) nu onder de naam
Regiment Nationalen no. 23 in Willemstad.
Toen het regiment in Sluis was gelegerd werd de oprichting van
de loge bekend gemaakt op de Groote Loge van 16 oktober 1785.
De naam van de Loge verwijst naar Sint Andreas de
beschermheilige van Schotland. Het witte Andreaskruis komen we
ook tegen in de Schotse nationale vlag.
Dit z.g. Schotse regiment (van de 35 officieren had 60% de
Nederlandse nationaliteit) verliet in 1790 Willemstad om plaats
te maken voor het regiment van Karel Graaf van Dam nr. 11.
Of Carel Baron van Boetzelaer als Nederlandse Grootmeester de
Loge in Willemstad ooit bezocht heeft, is niet bekend.
"Extract uit het Loge-boek ofte Naam Lyst van de Staat der Loge
'St. Andreas' zoo als dezelve zig bevind op den 4e Mey 1789.
Houdende hun vergaderplaats op den eerste Dinsdag van de Maand
des Avonds om 5 Uuren ten Huise van Broeder Van Panhuijs6.
Zijnde de Couleur 'Rood en Geel'
Naamen der Meesters |
Naamen der Gezellen en Leerlingen. |
W.B. van Panhuijs |
J.G. de Meij |
W. Miln |
I.E. Ritz |
D. Campbell |
G.H. Lorsbach |
A. MacDonald |
G. de Meij (L.) |
G. MacDonald |
|
J. Gray |
|
Adres voor brieven en Documenten: G. MacDonald Capitain
Regemt. Stuart of in desselfs absentie aan den Broeder J. Gray,
Chirurgijn Major van voorn. Regiment".
Op 1 juni 1800 werd de Loge "St. Andreas", nadat deze in 1791
'buiten tijding' was gesteld, niet meer actief verklaard.
De Willemstadse Loge "De Eensgezindheid".
Als gevolg van de op 24 oktober 1830 afgekondigde 'Staat van
Beleg' in verband met de Belgische opstand krijgt het garnizoen
versterking van artillerie- en infanterieonderdelen. Dit
betekent, dat er op dat moment relatief veel militairen in
Willemstad gelegerd zijn. In de loop van 1831 komen een aantal
militairen en burgers bijeen met het doel ook in Willemstad een
Vrijmetselaarsloge te stichten.
Het verzoekschrift om te komen tot de constitutie van een Loge
in Willemstad is vervat in een brief, gedateerd 11 december
1831, en gericht aan de heer J. Schouten, Scheepsreeder, wonende
aan de Kalkhaven te Dordrecht. Hij is lid van het hoofdbestuur
van de Orde. Dit verzoekschrift wordt ondertekend met de
volgende namen:
-Johan Ferdinand Kürsteiner, oud 47 jaar, Majoor bij den Staf,
(Hoge Graden)7.
-Jan Cornelis Maris8, oud 49 jaar, Burgemeester, (Meester).
-mr. Willem Brand9, oud 70 jaar, Advocaat, (Meester).
-Evert Jan Eekhout, oud 38 jaar, 1ste Kapitein Ingenieur,
(Schotse Meester).
-Jan Diederik Antonie van Lawick van Pabst, 1ste Luitenant der
Infanterie, (Meester).
-Franck D'Amilin, 36 jaar, 1ste Luitenant der Artillerie,
(Meester).
-Johan Frederik Gotlieb Bode, 36 jaar, 1ste luitenant der
Rijdende Artillerie, (Meester).
Het feit, dat alle ondertekenaars de meesterstitel voeren, duidt
erop, dat zij reeds bij een andere (moeder)-Loge stonden
ingeschreven.
Van een drietal meesters kon deze worden teruggevonden: mr. W.
Brand, Loge de "Vereeniging" te Steenbergen, E.J. Eekhout, Loge
"Silentium" te Delft en J.F.G. Bode, Loge de "Edelmoedigheid" te
Den Bosch.
In een tweede brief aan de heer J. Schouten van die zelfde
datum wordt gesteld, dat naar een geschikte lokaliteit zal
worden uitgekeken, doch in den beginne zal men zich behelpen met
een kamer, door een broeder bewoond.
In het dossier bevindt zich een (ongedateerd) voorstel voor het
Loge-zegel c.q.-penning voor de op te richten Loge:
"Mijnheer,
Hier nevens een schets volgens afspraak om na verkiezing grooter
of kleiner te kunne maken getrokken uit iconologia of
uitbeelding des verstans van Cesare Ripa. Concordia Eendracht
darom word een bondel pijlen verbeeld om dat één pijl ligt kan
gebrooken worden maar vereenigt zijne soo sijn ze
onverbreeklijk. Salomon sijt de Eendracht gevestigt zijnde worde
de grootste dinge ter wereld uitgevoerd gelijk Sallustius zegt:
"Concordia res parvæ crecunt10 & discordia maximæ dilabuntur11".
Dat is zoo de eendracht wasse klijne dinge en door tweedracht
storte groote te gronde.
Zoals Seneca in zijn XCIV(94e)-brief aanwijst Seiluvus seggende
aan zijne Zoonen soo lang de eendracht onder U sal heerse sal
nog haat nog geweld U konnen verbrecken maar zeer licht soo gij
U selven schiert en tweedracht maakt. Sartorius geboot den
paerds staart gelijk uitte trekke maar zulks onmogelijk zijnde
trok hij de haare gemaklijk uit om te toonen dat de eendracht
onverbreeklijk is. Sidaar mijnheer mijn gedachte zooiets op het
lint door 2 bundels pijlen mede vereenigt zijn wird gezet als
eendrachtigheid dat zou misschien aan het oogmerck voldaan. Uw
orders gemaakt ziende, teekene met hoogachting, U dienaar,
Milort".
Op 11 januari 1832 schrijft F.J. Kürsteiner wederom een brief
aan J. Schouten, waarin hij zijn verzoek tot oprichting van een
Loge in Willemstad herhaalt. Hij stelt dan tevens als naam van
de Loge voor: "Standvastigheid en Trouw" en als kleur12 van de
Loge suggereert hij "Oranje". Uit de toon van de brief valt op
te maken, dat hij vindt, dat het antwoord op het eerste verzoek
lang op zich laat wachten.
Op 7 maart 1832 schrijft J.C. Maris in zijn kwaliteit als
burgemeester van Willemstad een herinnering betreffende het
oprichtingsverzoek aan J.Schouten.
De originele constitutiebrief draagt de datum van 4 maart 1832
en is voorzien van de handtekening en zegel van de toenmalige
Grootmeester Nationaal van de Orde, Willem Frederik Karel Prins
der Nederlanden. Daarmede werd toestemming gegeven de
symbolische vrijmetselaars Loge "De Eensgezindheid" in het
Oosten13 van Willemstad, met de kleur "Oranje" op te richten.
Wat de reden is geweest om de naam "De Eensgezindheid" te kiezen
wordt niet duidelijk uit de bewaard gebleven correspondentie.
Wel wordt gemeld, dat de voorgestelde naam "Standvastigheid en
Trouw" niet mogelijk is, aangezien reeds in 1825 een Loge met
die zelfde naam in Vianen is opgericht.
In het dossier heb ik een brief dd. 19 april 1833 van mijn
naamgenoot G.J. Hoekwater aan J. Schouten aangetroffen:
"Tengevolge van Uw brief heden voormiddag ontvangen, haast ik
mij de Constitutiebrief en de Volmagt voor de Loge in de
Willemstad Z.V. toetezenden. - En heb het voordeel te zijn Uw
mede Broeder G.J. Hoekwater, in het Oosten van Delft".
Dat er inmiddels meer dan een jaar verstreken is tussen de
datum op de Constitutiebrief en de datum waarop de definitieve
installatie wordt vastgesteld, is gelegen in het feit, dat
omstreeks de eerder afgesproken installatiedatum, 29-8-1832, er
in een aantal steden boven de Moerdijk, waaronder Dordrecht, een
'verwoestende ziekte' n.l. cholera heerste. Met een brief dd.
19-8-1832 probeert F.J. Kürsteiner J. Schouten warm te maken
voor een plan om elkaar aan de Moerdijk te ontmoeten en aldaar
de installatie te verrichten. Hier wordt afwijzend op beschikt,
want J. Schouten schrijft met een brief gedateerd 24-9-1832
terug, dat de installatie voorlopig niet kan doorgaan i.v.m.
'een thans plaatshebbende ziekte'.
De vesting Willemstad was in augustus 1832 cholera vrij, maar
Dordrecht nog niet. Er bestond een voorschrift, dat personen
komende uit steden waar nog cholera heerste, in de vesting
Willemstad minstens 5 dagen in quarantaine moesten verblijven.
Bepaald geen aanlokkelijk vooruitzicht, zeker in die dagen.
In een brief dd. 11 mei 1833 ondertekenen alle reeds bekende
leden plus A. van Spanje de belofte, dat zij alle plichten enz.
getrouwelijk zullen nakomen. Van de zelfde datum is een brief
van de hand van de secretaris mr. J.M. Brillenburg betreffende
de ontvangstbevestiging aan het Grootoosten van de
Constitutiebrief.
Aan deze brief is zichtbaar het lakstempel van de Loge "De
Eensgezindheid". Helaas is in het stempel niets terug te vinden
van het voorstel van Milort.
Door burgemeester J.C. Maris wordt een brief geschreven
betreffende een inspectie van de Loge door de heer J. Schouten:
"W'stad 30 junij 1833.
Met veel genoegen ontvingen Ued geeerde 28 dezer en zullen Ued
tegen dijnsdag gaarne hier zien om alles 't geen nodig tot de
installatie te inspecteren. Het spijt mij ik heden van huis na
S'Bosch moet dewijl aanstaande dijnsdag de Provinciale
Vergadering14 moet bijwonen. De heer Kursteyner en Eekhout heb
ik daar van onderrigt, ik zal zorgen mijn Rijtuig s'morgens om 7
uuren aan de Moerdijk bij van Lom is, ten eijnde het genoegen te
hebben Ued. te mogen afhalen in de hoop Ued. tegen den 10 of 11
dezer bij mij aan huis te mogen ontvangen. Blijve met alle
achting en vriendschap. Uw Edw dienaar J.C. Maris.
P.S.
Mogt er soms bij Ued. onverhoopt iets voorvallen laat het dan
maar bij van Lom weeten, het Rijtuig zal tot de middag wagten".
De installatie van de Loge "De Eensgezindheid" vindt plaats
op 11 mei 1833 in aanwezigheid van afgevaardigden van de Loges
het "Vrij Geweten" uit Breda, "L' Inséparable" uit
Bergen-op-Zoom en "La Flamboyante" uit Dordrecht. Helaas wordt
nergens de plaats in Willemstad vermeld, waar de installatie
heeft plaatsgevonden. Wel wordt vermeld, dat het 'banket' na
afloop van de installatie gehouden zou kunnen worden in de
'Heerensociëteit' in de Landpoort-straat. Het bezwaar gold het
feit, dat de bijeenkomst onvoldoende 'gedekt'15 zou kunnen
worden.
Beschikbaar is wel een 'omstandig verhaal van het verrigtte,
bij gelegenheid van de Installatie der Loge de "Eensgezindheid"
in het Oosten van Willemstad op den 11e dag der 5e maand van het
jaar 5833'16
Opmerkelijk is, dat het beschreven verloop van de installatie en
het banket zo weinig afwijkt van de huidige ritus.
J. Schouten, die de installatie zou leiden, is evenwel op het
laatste moment 'wegens onpasselijkheid' verhinderd. Zijn plaats
wordt ingenomen door de oudste broeder uit de oudst aanwezige
Loge t.w. de heer N. Verbrugge, 'Redenaar' van de Loge het "Vrij
Geweten" uit Breda.
De eerste Naamlijst van de Loge "De Eensgezindheid", gedateerd
16 september 1833, der Officieren17 vermeldt de volgende namen
en functies:
J.F. Kürsteiner, Regerend & Gedeputeerd Meester
E.J. Eekhout, Eerste Opziener
J.D.A.A. van Lawick van Pabst, Tweede Opziener
mr. J.N. Brillenburg, Secretaris
J.C. Maris, Thesaurier
mr. W. Parker de Ruijter Rochez de Renaijs, Redenaar
C.L Brouwer, Fiscaal
G. Hugeunin, Ceremoniemeester
H.L. Waanders, Bouwmeester
J.F.G. Bode, Voorbereider
J.C. Blom, Onderzoeker
W.J. Müller, Armbezorger, Hof- & Keldermeester en Kapelmeester.
Van 1833 tot 1839 wordt er 'gewerkt' in een "gehuurd lokaal
in de Achterstraat"18.
In het jaar 1836 worden waarschijnlijk veel militairen
overgeplaatst. De afscheiding van België in die periode zal hier
een grote rol hebben gespeeld. Er vertrekken dat jaar 18
broeders. Na het vertrek van nog eens 10 broeders in 1839
besluit men, nadat er nog maar 6 contribuerende leden over zijn,
om de Loge in 1840 'in ruste' te laten gaan, hetgeen het einde
van vrijmetselarij in Willemstad betekende.
Epiloog:
Ik ben mij er terdege van bewust voor U slechts een tipje
van de sluier te hebben opgelicht. Helaas is er niet veel meer
aanwezig in de Haagse en Willemstadse dossiers.
Zonder de bereidwillige medewerking van de heer Wim van Keulen
van het C.M.C. in Den Haag was het niet mogelijk geweest U
bovenstaande informatie te verstrekken.
Veel dank ben ik verschuldigd aan de heer Cees van Mastrigt voor
zijn ondersteuning.
Rotterdam, maart 1997.
Noten:
1. Zie 'Vrijmetselarij, een verkenningsreis', door W.J.M.
Akkermans, ISBN 90-70644-05-3 en 'Vrijmetselarij' door mr. H.J.
Zeevalking, beide uitgaven van de Orde van Vrijmetselaren te
's-Gravenhage.
2. De vertaling van 'mason' met 'metselaar' is in feite niet
juist. Een 'mason' is een hoog gekwalificeerde steenhouwer, die
in staat is uit ruwe steenklompen perfecte bouwblokken te
houwen.
3. 'Groot' verwijst naar een hoofdbestuurs aangelegenheid.
'Grootoosten' = Hoofdbestuur.
4. Ambulant = meestal een (militaire) loge zonder vaste
verblijfplaats.
5. Het regiment Schotten no. 3 Colonel Stuart was in Willemstad
gelegerd van 1763 t/m 1767. In 1755 en van 1788 t/m 1790 lag dit
regiment (meestal maar 1 of 2 compagnieën) eveneens in
Willemstad.
6. Mogelijk is dit geweest Voorstraat 1 - 3. Van Panhuis was
kapitein in het regt. Stuart.
7. 'Hoge Graden' kunnen bereikt worden, nadat men
achtereenvolgens de graden Leerling, Gezel en Meester heeft
doorlopen.
8. Geboren te Willemstad 3-11-1783, overleden 1835. Firmant van
de bank Maris & Schippers. Vanaf 1813 tot zijn overlijden
dijkgraaf. President-burgemeester en burgemeester van mei
1817-1822 en van 1831-1835. Vanaf 1831 lid van de Provinciale
Staten van Noord-Brabant.(Const. van Nispen: De Willemstadse
burgemeester vanaf 1813 - heden, in 'Brillant in Gouden Delta',
maart 1985.)
9. Geboren te 's-Gravenhage 19-1-1763. Aanvankelijk advocaat
(1783). Daarna diverse functies in Terheijden en Roosendaal; in
1803 baljuw in Willemstad, burgemeester 1813-1815,
president-burgemeester 1816-april 1817, daarna raadslid tot
1841. (Const.v.Nispen: De Willemstadse burgemeesters 1813 -
heden, in 'Brillant in Gouden Delta' februari 1985).
10. 'Eendracht maakt macht' = zinspreuk van de Republiek der
Vereenigde Nederlanden.
11. 'Tweedracht breekt kracht'.
12. Iedere Loge is herkenbaar aan de kleur of combinatie van
kleuren van bijvoorbeeld het lint waaraan de Loge-penning wordt
gedragen. Vroeger had iedere Loge een vaandel.
13. 'Oosten', deze term wordt binnen de vrijmetselarij gebruikt
zowel als toevoeging bij de stad waar de Loge is gevestigd en/of
als aanduiding waar de Voorzittend - of Achtbare Meester is
gezeten.
14. Willemstad was een van de dertien Noord-Brabantse steden die
in die tijd een eigen lid in de Provinciale Staten konden
kiezen.
15. 'gedekt' betekent in vrijmetselaarstermen zoveel als: in
voldoende afzondering.
16. De maçonnieke tijdrekening begint het jaar op 1 maart en de
jaartelling bij de bouw van de tempel van Koning Salomon 4000
jaar voor Chr.
17. 'Officieren' is de aanduiding voor bestuursleden van een
Loge.
18. Mogelijk de bovenverdieping van het vroegere pand 'Den
Ruijter' aan de Achterstraat 3 - 5.
Gewijzigd:
17-02-2013
Beheer website:
C. Oosters
© Heemkundekring "De Willemstad" |
|