RAVELYN

Korte inhoud Ravelyn jaargang 24, nr. 3 - oktober 2006
In dit nummer een verslag door Plona Maris van het jaarreisje
van de heemkundekring naar Gent.
A.M. Wilmink-Noom was voor haar zesde Gesproken Portret op
bezoek bij de gebroeders Klop. Al vele jaren zijn of waren zij
vletschippers ter bevoorrading van zandzuigers in geheel
Nederland en in het bijzonder van de zandzuiger die de Eurogeul
op diepte houdt.
Cor van Gend zet de beschrijving van zijn wandeling voort. Hij
beschrijft zijn vroegere vondst van een dode zeehond, die aardig
wat geld opbracht, de vuurtoren die na de oorlog in plaats van
een ijzeren, een stenen opbouw kreeg, het massagraf der
Belgische drenkelingen, het oude zwembad aan het Hollandsch
Diep, en de steigers aan het havenhoofd.
Een vervolg op de werkzaamheden en gebeurtenissen op de
Volkeraksluizen wordt beschreven door oud sluismeester Jan van
Horne.
De personeelsfeesten, het voetballen en de volkstuinen komen aan
bod, evenals de komst van een centrale bediening. Een
bellenscherm moest zoveel mogelijk zien te voorkomen dat het
zoute water uit het Volkerak in het zoete Hollandsch Diep zou
stromen. Ook een aantal scheepsrampen worden beschreven, alsmede
de bestrijding van het ijs in strenge winters.
De bekende politicus mr. Jaap Burger, een geboren en getogen
Willemstadter, schreef in 1975 een brief waarin hij een aantal
herinneringen ophaalt aan zijn jeugd in Willemstad en aan enkele
markante Willemstadters.
P.W. de Visser, jarenlang chauffeur voor de Autodienst THOR,
geeft de geschiedenis weer van deze autodienst tussen
Willemstad, Klundert, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam. Het
personeel, der agentschappen, de vrachtauto's (Chevrolet, GMC,
DAF 50), het werkgebied, het zware werk, welke goederen er zoal
vervoerd werden en het einde van de autodienst, dit alles komt
in zijn artikel aan bod.
Het laatste van een artikelenreeks over Willemstad in de
Bataafs/Franse tijd door C. van Mastrigt gaat onder meer over de
gezondheidszorg, met o.a een aantal besmettelijke ziekten die er
toen heersten en de eerste inenting tegen pokken (1808). Kerk en
Staat werden gescheiden, waarbij de kerkgebouwen met het kerkhof
ter beschikking van het plaatselijk bestuur werden gesteld om
deze naar evenredigheid over de kerkgenootschappen te verdelen.
De torens zouden eigendom van de gemeente blijven. De enige kerk
in Willemstad (de Koepelkerk) leverde geen probleem op, deze
werd aan het enige kerkgenootschap, het Hervormd
Kerkgenootschap, overgedragen. Verder komen aan bod de toestand
van de wegen, de inlijving bij Frankrijk met als gevolg o.a. de
toenemende bureaucratie, de dienstplicht die duizenden
Nederlanders het leven kostte als kanonnenvoer voor Napoleon, en
ten slotte de bevrijding van het Franse juk.
Gewijzigd:
21-11-2016
Beheer website:
Piet Polak
© Heemkundekring "De Willemstad" |
|