Heemkundekring De Willemstad


 



 - Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9

UIT HET DAGBOEK VAN MR. J. VAN WIJNGAARDEN

Deel 7 ( 29-11-1871 t/m 24-12-1877 )

29.11.1871: Van 12½ tot 1 uur bij de wed. Koomans geweest alwaar haar nichtje Koosje Koomans met Johanna Maasdam en Maaike Punt zaten, die ik tegen vanavond na kerktijd vroeg wat te komen kortavonden. Brief van Antonia Maris over een huwelijksconsent. Dat consent te 5 uur gepasseerd. Toen naar de kerk gegaan. 't Was er koiud. Na kerktijd kwam Coster een cigaar rooken en daarna kwamen de jonge meisjes die allen onder een glas pons tot half 11 bleven.
***"Kortvavonden" is de avond gezellig met elkaar doorbrengen (cf. Van Dale)

30.11.1871: Nog even op 't weeshuis bij de dames geweest, die toezicht hadden gehad op het afhakken van 't varken.

4.12.1871: Smiddags kwam A.J. Maris de pacht van het arme's land bij mij betalen. Daarop kwam D.C. Punt die thee bleef drinken tot 6 uur. Toen even bij J.B. van Iserloo geweest over de verpachting van zijn land. Te 7 uur met Betje mevr. Wentink gaan afhalen om in de Sociëteit te gaan luisteren naar het pianospel van een blinde. Wij bleven er tot elf ure.De blinde speelde later nog een partij domino.

8.12.1871: Snachts had het zeer hard gevroren, zoodat het water in mijn karaf en lampetkan geheel bevroren was.

4.2.1872: Het was savons een mooie roode lucht en zoo helder of het maanlicht was, waarschijnlijk noorderlicht.

12.2.1872: Om half 7 in de vigilant met C.D. Knook en G.Punt Lz naar Zevenbergen gereden. Bij Dolk een kop koffij gebruikt en toen op de spoorboot naar Rotterdam. Aldaar een biefstuk met brood gebruikt en te Rotterdam een vigilant genomen naar de spoor. Te 1 uur waren wij te 's Hage. Aldaar in de vigilant naar de Raad van State gereden en de stukken inzake het kerkhof gelezen.

14.2.1872: …Toen een repliek geschreven op het adres van de prov. geneeskundig inspecteur inzake begraafplaats voor 't kerkbestuur.

13.3.1872: …(Den Haag) Na ontbeten te hebben gewandeld tot 10 uur. Toen in een koffijhuis geweest tot 11 ure en daarna de zitting van de Raad van State bijgewoond. Nadat het rapport inzake 't kerkhof door den heer de Vries was uitgebragt, heb ik nog in een korte rede de ondoelmatigheid van het besluit tot het sluiten van 't kerkhof betoogd. Om 12 ure was de zitting afgeloopen.
***Het pleidooi van mr. J. van Wijngaarden voor de Raad van State heeft succes gehad. Bij Kon. Besluit van 17.11.1872 nr. 8 werd het besluit van gedeputeerde staten van 27.11.1871 waarbij de sluiting van de bijzondere begraafplaats der Hervormde Gemeente van Willemstad was bevolen, vernietigd.

1.4.1872: Tweede Paaschdag. Herdenking van de inneming van Den Briel. Gewandeld en naar de volksvermakelijkheden op de paradeplaats gaan kijken: boegsprietloopen, mastklimmen en zakloopen. Nu en dan viel een zware regenbui. Er was veel volk op de paradeplaats. Ook even in de Hoop geweest. Tot half 4 duurde het. Toen gegeten, brood met eyeren. Na den eten kwam A. v.d. Hil mij afhalen om naar de Sociëteit te gaan. Aldaar een flesch gedronken en gebillard tot 7 uur. Toen naar C. v.d. Tempel gegaan, alwaar Coster en W. Maris, de Graaf en Burgr. en Knook mij afhaalden om naar de Hoop te gaan. Aldaar een flesch gedronken. Het was er vol. Te 10 uur weer naar de Sociëteit gegaan, gebillard en champagne gedronken. Om 12½ nog wat naar de Hoop gegaan met de burgemeester en aldaar tot half 2 ruim gebleven.
***Voor de nieuwe Willemstadse pastoor Desiderius Fassaert had het feit, dat men in Nederland vierde dat het 300 jaar geleden was dat Den Briel door de watergeuzen was ingenomen, onaangename gevolgen. Pastoor Fassaert dacht er niet aan om bij die gelegenheid zelfs maar de vlag uit te steken "zeker niet hier waar aan het feest eene voor ons bijzondere hatelijke beteekenis is gegeven". Dit standpunt werd echter niet gedeeld door zijn eigen parochianen. 's Morgens was hij al gewaarschuwd dat men de ruiten van de pastorie zou insmijten als hij niet zou vlaggen. 's Middags, direct na het slecht bezochte lof, drongen vier mannen de pastorie binnen Met de hulp van sergeant Ebeling (organist en koorzanger), die na het lof bij de pastoor was blijven buurten, konden de feestvierende uit de pastorie worden verwijderd. Sergeant Ebeling bleef daarop tot middernacht bij de pastoor. Ook de veldwachter werd gewaarschuwd. Maar in de vroege ochtend, om half vier, werden alle ruiten boven de deur van de pastorie met een steen ingegooid. De pastoor hield de zoon van de oud-kerkmeester C. Bongenaar voor de dader. Het was voor hem een schrale troost dat de Willemstadse bevolking, met burgemeester de Lint voorop, het vandalisme algemeen afkeurde. De dader is echter nimmer bekend geworden. Aan de bisschop van Breda schreef de pastoor uitvoerig over het gebeurde en besloot: "ik ben niet bang, doch niet sterk genoeg om hier zoo alléén veel onpleizierige dagen te slijten".
Over dit incident vermeldt Van Wijngaarden niets in zijn dagboek.

17.4.1872: Smiddags elft gegeten die van Doff voor 90 cent was gekocht.

13.8.1872: Van 10½ tot 11½ vergadering van Burgemeester en wethouders. Het telegraafkantoor gaan inspecteren. Na koffijdrinken met Cornelia en Gelinck en Coster ook het telegraafkantoor geheel wezen zien. Na den eten ging ik te 2 ure ten sterfhuize van de wed. Sonneveld met Arij en Cornelis de papieren nakijken.
***Mogelijk is met de weduwe Sonneveld bedoeld Arina Louise Josina Wisse, weduwe van de op 16.11.1871 overleden Pieter Sonneveld, toen 56 jaar en van beroep scheepstimmerman.

18.8.1872: Tweemaal te kerk geweest. na koffij drinken om 12 uur is Cornelia met Gelinck met hun eigen rijtuig vertrokken. V.d. Hil en ik reden mee tot aan de Kruisweg en wandelden toen weer terug. Daarop een visite gemaakt bij C.D.Knook en met zijn nieuwe woning wezen filisiteren.
***Dit is waarschijnlijk het pand Voorstraat 57/59.

12.10.1872: Savons van 7 – 10 in de Sociëteit geweest alwaar nog drie passagiers van de Telegraaf waren, die in het Hellegat op het drooge is geraakt vandaag en waarschijnlijk weg zal zijn. De andere passagiers waren over Buitensluis en Zevenbergen al vertrokken.
***In januari 1975 werden de werkers in het Volkerak geconfronteerd met een honderdzeventien jaar oud obstakel. Tijdens de aanleg van een noordelijke toeleidingsgeul naar de nieuwe jachtensluis, stuitten ze op de raderboot de "Telegraaf IV", die in 1858 was gebouwd voor Fop Smit jr. & Co's dienst Rotterdam – Antwerpen.
In oktober 1872 liep de Telegraaf IV op een bank bij Willemstad en brak in tweeën. Een klein jaar na haar ondergang werden gedeelten van de raderboor – de ketels en de krukas – geborgen door de radersleepboot-bergingsboot "Antagonist", welk schip werd ingezet als proef op dit wrak, om later hiermee het goud van de "Lutine" te bergen. De restanten bleken in 1975 taai. Er werd geprobeerd het wrak in een geul te kantelen, waardoor men er geen last meer van zou hebben, maar het bleef te hoog liggen. Twee pogingen om het op te blazen faalden: eerst dertig en later nog eens veertig kilo springstof waren niet genoeg om de resten van de boot afdoende te verwijderen. De genie loste het vraagstuk op. De boot werd door duikers in stukken gesneden en met behulp van een grijper haalde men de brokstukken uit de toeleidingsgeul.
(Uit: Twintig jaar werken in 't Volkerak 1957 – 1977).

13.10.1872: Van 2½ tot 3 uur de kapitein van de Telegraafboot bij mij gehad.

31.12.1872: (in den Haag). Om 6½ opgestaan en ontbeten en met v.d. Hil naar 't station gewandeld. Hij tot Rotterdam en ik om naar Breda te gaan. Ik nam een retourkaart 2e klasse voor 5.10. Te Rotterdam ging ik in de omnibus die ons naar 't bootje bragt op Fijenoord. De overtogt geschiedde in een kwartier. Toen ging ik op de spoor en was te 9.53 te Breda. Aldaar liet ik mij in een omnibus naar de regtbank brengen, gaf mijn aanstelling aan den officier van justitie met verzoek den eed te mogen doen en werd bij den aanvang van den zitting dadelijk geholpen. Mijn aanstelling als plv. kantonregter zoude men mij later toezenden met het relaas der eedsaflegging er op. Toen ging ik naar het hyp. kantoor en gaf aan den eersten klerk den heer W.G. Soeter een voorschot van f 60,-- en vervolgens bij Broere en Cie de guldenseditie gekocht (de "guldenseditie"" was een serie boekwerken waarvan elk deeltje één gulden kostte – cf Van Dale) en vervolgens naar 't station en te 11.46 weer naar 's Hage gespoord, alwaar ik te 3 uur was. Toen naar Cornelia gewandeld en aldaar onder een bittertje van der Hil en Gelinck afgewacht die waren gaan rijden. Te 5½ een heerlijke schelvisch gegeten met een lekker glas muscaat.Er waren ook jonge worteltjes op tafel en pannekoeken als dessert. Wij tafelden tot ½ 7. Te half 9 met Gelinck en van der Hil nog eens rondgewandeld en tot half 10 in de Witte Sociëteit geweest. Toen huiswaarts gewandeld en onder een glas warme wijn een beetje gespeeld en daarna met een andijviesalaadje het jaar 1872 beëindigd.

23.1.1873: Bij den heer Brand geweest voor een huurceel met J. Oosters. Toen kwam A.v.d.Hoeven eens borrelen die bij ons een groote baars zou blijven eten. Op het dessert kwam A.v.d.Hil die nog een glas wijn meedronk. Toen met hen gewandeld tot 4 uur en de brieven op de post gedaan. Juist kwam er een telegram van Gelinck dat Cornelia hedenmiddag om 1 uur van een zoon was bevallen.

3.3.1873: Om 10 ure kwamen D. Sjerp, C. de Visser en een ligter uit Bodegraven spreken bij afwezigheid van den burgemeester over het ligten van de machine uit de Telegraaf.

11.3.1873: Om 9 uur vergadering van burgemeester en wethouders met de heer Waning over het bouwen van 't school tot 10 ure. Toen met de burgemeester ter begrafenis gegaan van den ouden heer v. Dugteren. Toen met D.C. Punt en de heer Waning het terrein voor het te bouwen school nog eens opgenoomen.

***Op 7 maart 1873 overleed te Willemstad op 82 jarige leeftijd in het huis nr. A 42: Jan Ottovan Dugteren, geboren 25.9.1790 te Dussen, zonder beroep, weduwnaar van Wijnandina Petronilla van Diepen. Van Dugteren had zich op 28 april 1869 te Willemstad gevestigd vanuit Zevenbergen.

12.3.1873: Om half 12 bezoek van den pastoor om de afbraak der oude pastorie te verkoopen. Toen Dankert van Dis over de verhuring der landerijen.
***Onder pastoor Fassaert werd de oude R.K. pastorie te Willemstad afgebroken. Ter plaatse werd onder architectuur van P. Soffers de nieuwe pastorie gebouwd (nu Landpoortstraat 32), Begin mei 1874 was de nieuwe pastorie klaar.

15.3.1873: Veel wind en koud weer. Om 10 ure naar het stadhuis gegaan en aldaar de kadastrale kaart van het land van de wed. Koomans op Oudemolen na te zien en de besteding van het stadswerk bij te wonen. Tot 11 uur aldaar gebleven en toen de afbraak van de oude pastorie der R.K. kerk gaan verkoopen. Er werd veel geld gemaakt.

21.3.1873: Om 3 uur vergadering van burgemeester en wethouders tot regeling van de hoofdelijke omslag. Aldaar vernomen van de burgemeester dat hij was benoemd tot burgemeester van Spijkenisse en Hekelingen en ontslag had als burgemeester van Willemstad. Tot 7 uur bijeen gebleven. Savons zitten studeren op de wet op de successie in verband met de tienden van de erven Tholen.
***Hendrik de Lint was van 1871- - 1873 burgemeester van Willemstad en is tot zijn pensionering burgemeester van Spijkenisse en Hekelingen geweest. Hij overleed 10.4.1920.

30.3.1873: Met den heer Helbach naar het wrak der telegraafboot gevaren om den duiker te zien werken. Het was heerlijk weer. Wij bleven aan boord van den ligter tot bij 3 ure en voeren toen weer met een bootje terug.

8.4.1873: Om 11 uur besteding van 't school. De Ingenieur uit Breda Beeckman met Pommée en Kloppert waren meegekomen. Wij bleven op de raadszaal een glas madeira drinken. C. Knook en A. Sonneveld waren er ook bij. De begrooting was overschreden, zoodat het niet dadelijk gegund werd. L. de lang was de laagste inschrijver voor f 16590,-

25.4.1873: Savons bij C.H. Maris wezen filisiteren wiens benoeming tot Burgemeester heden in de Staatscourant stond. A.v.d.Hil, C. Knook en vrouw en W.W. Maris kwamen ook.

16.5.1873: Te half 5 naar het raadhuis alwaar ik vergadering had laten beleggen om den Burgemeester te installeren. Te 5¼ werd de nieuwe Burgemeester C. Maris door A. Sonneveld en C. Knook de zaal binnengeleid. Ik liet zijn aanstelling en eedaflegging lezen en installeerde hem toen met een toespraak, die zijne edele keurig beantwoordde. Daarna nam hij zitting en hield ook eene zeer nette aanspraak aan den raad voordat de notulen werden gelezen, waarna de vergadering werd voortgezet. Wij bleven onder een goed glas wijn gevolgd door eenige flesschen champagne tot half 10 bij elkander.

11.3.1874: Om 10 uur naar het stadhuis alwaar de raad bijeen was om straks de school mee in te wijden. Pm half 11 kwam de burgemeester met de schoolopziener binnen met wien wij gezamenlijk naar het nieuwe school gingen, alwaar de burgemeester, de Graaf (hoofdonderwijzer) en de schoolopziener redevoeringen hielden, die ik kort beantwoordde. Terwijl de kinderen die gezongen hadden naar de oude school gingen, gingen wij op het stadhuis koffij drinken en een glas madeira. Wij gingen nog even naar het oude schoolgebouw, alwaar de kinderen door de burgemeester werden getracteerd. Te 3 uur gingen wij naar de Sociëteit, speelden aldaar een partijtje billard en gingen toen boven dineeren, een flink menu, baars uit 't water, ossentong, runderrib, kalfsborst en doperwten, zwezerik met peentjes (alles uit blikjes) en salade met zalm, voordat wij aan het dessert begonnen even rond gewandeld en met champagne geëindigd.
Te 10 uur nog even in het huis van den onderwijzer geweest en toen ieder zijns weegs gegaan. De schoolopziener bleef bij den burgemeester logeeren.

25.3.1874: Koud en windrig weer. Smorgens mijn haar laten knippen, daarna de eerste elft gekocht van L. de Visser, die hem in een kuil had gevangen. Hij woog bijna 5 oude ponden. Ik kreeg hem voor f 2,00.

12.5.1874: Te half 10 in de vigilant met Betje en mevr. Helbach en haar zoon naar de feestviering van het 25-jarig kroningsfeest te Dinteloord gereden., alwaar wij bij de fam. Rust waren uitgenodigd. Het was geen uitlokkend weer. Eerst gingen wij de rede van den heer Geluk in het school aanhoren.. Toen bij de fam. Rust ene luncheon gebruikt. te 1 uur naar 't Sas gewandeld, alwaar de optogt zich in beweging zou stellen, doch daar de wind en regen nog toenam, keerde Betje naar het dorp terug. Wij bleven ook niet lang aan 't Sas, en keerden ook naar het dorp terug, waar wij in de woning van den heer Geluk de optogt zagen aankomen. De regen bleef aanhouden. Te 4 uur met Helbach het dorp eens rondgewandeld toen het wat droger werd en te 5 uur bij Rust gedineerd.
***Koning Willem III was op 12 november 1849 ingehuldigd als koning van Nederland.
Met de familie Rust zal bedoeld zijn de familie van Rudolf Rust, zaakwaarnemer te Dinteloord; Rust was gehuwd met Willema Arnolda Horning, gemeentevroedvrouw.
Johannes Geluk was hoofdonderwijzer te Dinteloord; hij was afkomstig van Oud-Vossemeer en gehuwd met Catharina H. Engelvaart.

15.5.1874: De dag voor onze feestviering bestemd brak zeer somber aan. Het begon al vroeg te regenen en de wind werd hoe langer hoe erger. 'sMorgens brief van C.v.d.Tempel en invitatie van den 28e het diné te Breda bij te wonen. Te 10 uur naar het raadhuis gegaan waar de leden van de raad zouden bijeenkomen om zig aan de optogt in rijtuig aan te sluiten. Tengevolge van de regen werd nog tot 11 uur gewacht en toen gingen wij naar het huis van Helbach om hem (als Prins Willem I) en zijne herauten (v.d.Hil en A. Burgers) af te halen. Toen ging het met muzijk naar buiten om daar op te stellen. Maar de regen en de wind nam zoo toe, dat bijna iedereen doornat werd. Toch had de optogt plaats, doch niet langs de bepaalde plaatsen, doch dadelijk naar de paradeplaats, alwaar de oranjeboom werd geplaatst en door mij de feestrede werd uitgesproken, die ik zooveel mogelijk bekortte en waarna de jonge dames nog een paar coupletten zongen. Daarna werd de optogt ontbonden en ging ieder huiswaarts. Toen ging ik nog naar de Sociëteit, alwaar nog werd gezegd dat Toon van Bekum gevallen was bij 't hoofd en bij dr. Ruyssenaars was ingedragen. Ik ging er dadelijk heen en bevond dat hij zijn been gebroken had. Ik ging Betje halen en telegrafeerde direct zijn vader en liet hem met de brancard naar mijn huis dragen, alwaar Betje in de linnenkamer een bed deed opslaan, alwaar hij werd ingelegd. Zoo was de feestvreugde in eenmaal gestuit. sAvons was het veel rumour en een beweging op straat en kwamen onderscheidene menschen. Ook Helbach, v.d.Hil en A. Burgers kwamen in hun costuum nog eens kijken en een glaasje wijn gebruiken. Ploontje en Aartje junior (van Bekum) zou bij Toon waken, terwijl wij naar bed gingen. Dr. R. savons ook nog even wezen zien.

16.5.1874: Na 12 uur snachts kwam Betje mij wekken of ik de doctor kon gaan roepen, dat Toon zoo'n pijn had. Toen ik met haar naar beneden kwam en hem met zijn dek had verlegd, verminderde de pijn zoodat wij het roepen van de doctor konden achterlaten. Na 9 uur kwam dr. Ruyssenaars en toen werd het been gezet, hetgeen bleek op twee plaatsen te zijn gebroken. Toon hield zich nogal goed, maar gaf toch een luiden gil toen zijn been werd gezet. Vervolgens werd er een gipsverband omgelegd.

23.5.1874: Ik had raadsvergadering belegd te 11 uur doch behalve Punt en C.D. Knook kwam er niemand, zoodat ik geen vergadering kon houden.

25.5.1874: Vroegtijdig gegeten omdat heden het vervolg van het krooningsfeest zou plaats hebben. Om 2 uur kwam de muzijkvereeniging Concordia uit Dinteloord, die door een optogt gevolgd, eerst door de stad gingen en toen op de kiosk eenige muzijkstukken speelden. Te 3 uur begonnen de volksspelen. Ik ging er met de meisjes na toe kijken. Reeds vroeg werden de lampions en vetglazen op de Voorstraat aangestoken en gingen wij wandelen. Te 9 uur gingen wij bij Struijk boven zitten om 't vuurwerk te zien en vandaar naar de Sociëteit waar het zeer vol was. Betje bleef er met Jaantje tot elf ure. Ik bleef er met de meisjes tot snachts 2 uur. Savons nog testament opgemaakt voor Leendert Oostenrijk en zijne vrouw.

30.5.1874: Om 10 uur verkooping voor afbraak (voor den pastoor) de oude kerk tot 12 uur.
***In 1875 werd een nieuw Rooms katholiek kerkgebouw in gebruik genomen. Hiervoor moest eerst de oude kerkschuur ter plaatse worden afgebroken. Daarmee was een aanvang gemaakt op 18 mei 1874.

28.7.1874: sMorgens wezen zien naar het schieten met veldstukken buiten de waterpoort door de artillerie.

31.7.1874: sMorgens was er weer zalm te koop, die in de netten van Doff was gevangen, waarvan wij een paar pond namen à 75 cent.

21.8.1874: Met Burgemeester en wethouders de oude school wenzen bezoeken en aanwijzing doen hooren door den architect aan de ambachtslui van de te doenen werken. Ook de waag en de plaats op de stadsmestput voor 't brandspuithuis en ziekenhuis.

5.9.1874: A.v.d. Hil kwam van 12 tot 1 uur wat praten en met hem afgesproken smiddags naar vrouw Stierman te rijden. te 3 uur in het karretje van C. Knook en het paard van v.d. Hil gereden tot Jacob Maris, wien wij met zijn vrouw meenamen. Aldaar het paard in de tilbury van Maris gespannen en langs den dreef van Boschlust gereden, aldaar van Bezooyen en H. de Jong ontmoet en uitgespannen en naar vrouw Stierman gereden en de acte gepasseerd. Adr. Tanman, die aldaar aan 't ploegen was, was medegetuige en A.v.d. Hil. Toen weer naar Boschlust gewandeld, in laten spannen en naar J. Maris gereden. Aldaar weer het paard voor het karretje gespannen en de dochter van Maris meegenomen naar Willemstad.

12.10.1874: sMorgens was het een beetje mistig. Later werd het mooi weer. Ik had een onprettig gevoel in mijn lever. sMorgens koopacte van erven Maris en hypotheek voor geschreven. Na koffy drinken gewandeld tot half 2. Te half 6 kreeg ik bezoek van Huib Sneep en zijn vrouw, die den alhier beroepene Ds. Knapp, die te 6 uur zou preken, wilden horen. Na kerktijd bleven Sneep en vrouw nog een glaasje wijn drinken. De kerk was zeer vol en hij beviel goed. Met de avondpost nog een brief van Antonie Maris uit Parijs.

22.10.1874: sMorgens veel pijn in de keel. Daarvoor een gorgeldrank gekregen. Weer geheel den dag in bed, behalve nu en dan verbed en slechts gerstewater gebruikt.

25.10.1874: Weer een brief van Henri met recept voor gorgeldrank indien de pijn erger werd. Doch ik had erg de spruw, waartegen dr. de Lange mij violierstroop gaf om te smeren en in te nemen.

15.11.1874: Vandaag weer kinine ingenomen tegen de kiespijn. C.D. Knook kwam even zeggen dat de door de kerkeraad gehoorde ds. Klomp niet bevallen was. sAvons ampele brief van Laurense over de tienden van Munters.
***Laurense is W.A. Laurense, secretaris tevens ontvanger der gemeente Fijnaart.

25.12.1874 – Eerste Kerstdag: Brief van A.J. de Koning. Te 10 uur kwam Jacob Schippers spreken over een verkoop van afbraak. Brief van Aartje te Noordeloos. Tijdig gegeten. Heerlijke eendenbout. Ploon, Betje en de meid gingen te kerke bij ds. Heenk, doch ik bleef thuis. Om 6 uur kregen wij theevisite die wij gevraagd hadden. Helbach en zijne mama en C.D. Knook en zijne vrouw. Na thee drinken wat gespeeld en daarna gesoupeerd met kastanjes en hoofdkaas. Zij bleven tot 11 ure. Een briefkaart van v.d. Velde om mij voor mijn filisitatie te bedanken.

1.1.1875: Veele brieven en briefkaarten ter gelegenheid van het nieuwe jaar gekregen, doch de post kwam pas te 3 uur smiddags aan.

22.1.1875: Weer ruw en sneeuwerig weer. Te 12 uur plaats wezen bespreken in de Sociëteit voor het nut. Om half 6 kwam mw. Helbach thee drinken en te half 7 haar zoon. Pietekee kwam om mee naar de vergadering van het 25-jarig feest van het genootschap DVW mede te gaan. Ik ging ook dr. de lange en zijn vrouw halen. Het was zeer vol in de zaal. Wij hadden muzijk van het 7e regiment Infanterie uit Breda laten komen, die fraaie stukken uitvoerden. Ik deed te 7½ de feestrede die tot kwart voor acht duurde. Toen werd weer muzijk gemaakt en daarna werden 2 stukjes door de rederijkers opgevoerd, Het Duel en Hoe twee oude vrijsters tot een trouwdag komen. Het was zeer geanimeerd en ik bleef met Betje en mw. Helbach tot 1 uur. Pietekee bleef nog en zou door den heer Reijns worden thuis gebragt.
***Met 'het nut' is bedoeld de Maatschappij tot Nut van het Algemeen.
***Van het in 1850 opgerichte genootschap "Door Vriendschap Werkzaam" was mr. J. van Wijngaarden een van de oprichters.

30.1.1875: sMorgens van half elf tot elf op 't secretarie bij de verhuring van het huis genaamd De Waag.
***Het huis De Waag aan de Kerkring, thans nr. 12, was eigendom van de gemeente. Het was in 1874 verbouwd tot woonhuis en had tot dan als stadswaag gediend

18.3.1875: Om 10 uur was het vergadering van den raad om den omslag vast te stellen. Tot 12½ uur gebleven. Toen bij mij boven gaan zitten werken. Smiddags 5 uur kwam notaris Maris stukken brengen voor de inventarisatie bij Schippers. Na thee drinken te 7 uur te kerk gegaan bij ds. Loois die toezegging van beroep hebbend, de plaats kwam kijken en savons preekte. Hij preekte tot 9 uur, De kerk was zeer vol.
***De hoofdelijke omslag was een gemeentelijke belasting, die als grondslagen voor de heffing kende de uiterlijke staat van de belastingplichtigen, hun vertering en hun inkomsten uit ambt, beroep, bedrijf en pensioen. De gemeenteraad stelde de aanslag vast. De heffing was progressief. Aan de hand van de begrotingscijfers werd bepaald, hoeveel de belasting in totaal moest opbrengen. Het kohier lag veertien dagen voor iedereen ter inzage. Wie daartoe de moed had, kon tegen zijn aanslag bezwaar indienen. Hij werd dan "doorgelicht" ; dit geschiedde in een openbare vergadering van de raad. Men kon verder in beroep bij het provinciaal bestuur, die het beroepschrift om advies zond aan de gemeenteraad. In de raad werd dan weer uitvoerig gedebatteerd over de billijkheid van de aanslag.

21.4.1875: Van 10 tot 11½ bij de inwijding van de R.C. kerk geweest.
***De eerste steen van de katholieke kerk was op 22 juli 1874 door pastoor D.J.L Fassaert gelegd. De kerk werd op woensdag 21 april 1875 plechtig ingezegend door J. Uittewilligen, pastoor-deken te Steenbergen. De bouwkosten bedroegen f 14641,62 (de bouwkosten van de pastorie f 7226,79). De kerk is tijdens de bevrijdingsgevechten in 1944 zwaar beschadigd; de toren is nooit meer herbouwd. Het ontwerp van kerk en pastorie was van architect P. Soffers.

29.4.1875: Smorgens om half elf vertrok het garnizoen naar 's Bosch.

30.4.1875: …Toen ging ik P. Renaud filisiteren met zijn gouden bruiloft. Na thee drinken in de Groenstraat wezen luisteren naar de serenade die door de harmonie aan P. Renaud en vrouw gebragt werd. Zijn huis was groen gemaakt en savons met lampions en giorno geïllumineerd.
Met Helbach en v.d. Hil naar de Sociëteit gegaan en met de officieren van het nieuwe garnizoen kennis gemaakt.
***Hier is al sprake van de of een Willemstadse harmonie.
***Giorno: wijze van illumineren met guirlandes van lampions enz., (cfr. Van Dale)

6.5.1875: Na den eten met A.v.d.Hil in 't weeshuis geweest om de proeven te zien tot verdrijving van wandgedierte door Goedhart & Cie uit Rotterdam.

14.5.1875: Ik ging met A.v.d.Hil eens naar de noodkerk kijken en in de pastorietuin.
***De noodkerk, die door de katholieken gebruikt werd tijdens de bouwwerkzaamheden van de nieuwe kerk, was een huisje in de Landpoortstraat, eigendom van de R.K. parochie waar eerst de pastoor tijdelijk gewoond had, omdat de vorige pastorie en schuurkerk moesten worden afgebroken voor de nieuwbouw.

30.5.1875: Smiddags te 2 uur te kerk bij ds. Bartstra. Onder kerktijd was ik koortsig en ging na kerktij met Betje eens flink wandelen. Het was windig en koud. Na thee drinken kwam onze buurvrouw Beausar eens visite maken en daarna Pietekee Vrins. Ik had geen eetlust en ging na een glas rijnwijn gebruikt te hebben zonder eten naar bed.

2.6.1875: Snachts goed geslapen en nogal geëvaporeerd. Smiddags had ik bij dr. de Lange geweest om een flesch kina te vragen tegen de koorts, die ik savons te 7½ begon in te neemen.

13.6.1875: Om kwart voor elven kwam J. v. Dis uit Fijnaart om met ons mede te reizen. Te 11 ¼ gingen wij op reis, Helbach, van Dis en ik. Mevr. Helbach ging mee tot Utrecht. Wij gingen met de Middelburgse boot, die aanlag. Te half 3 waren wij te Rotterdam, alwaar wij in het Rijnstation wat uitrustten. Te 3 uur 5 gingen wij op het spoor over Gouda naar Utrecht, alwaar mevr. Helbach werd afgehaald. Te 5.25 waren wij te Arnhem. Wij reden mee met de omnibus naar 't Zwijnshoofd, alwaar wij lekker dineerden. Toen wandelden wij Arnhem door onder een fiksche regenbui.

14.6.1875: Te 5 uur opgestaan en een kop thee gebruikt en na een briefkaart geschreven te hebben naar huis, naar de spoor gewandeld en te 6 uur 5 vertrokken. Bij Westervoort ligt een brug over de Rijn die wij per spoor passeerden. Te Zevenaar moesten wij verwisselen van trein. Te Elten werd onze pakkage gevisiteerd, dat zeer gemakkelijk ging. Te 7.15 uur vertrokken wij aldaar. Dan komt men aan een water waar de spoor op een pont wordt gebragt waarmee men oversteekt, hetgeen een minuut of tien duurt. Aan de overkant staat een locomotief die de wagons verder mee neemt. Te 11 ¼ waren wij te Keulen. Aldaar stapten wij uit, wandelden naar de restauratie van Fischer in de passage en namen daar een biefstuk; vervolgens wandelden wij door de passage en gingen naar den Dom die wereldberoemd is. Wij zagen ook de keizersklok die 25.000 kg weegt een nog op zware balken stond. Zij is hoog 2,50, dik 40 cm en middellijn 3,40. In de kerk zijn porachtige beelden en schoon geschilderde glazen, echter niet zoo mooi als in de Goudsche kerk. Keulen is geen mooie plaats. Er zijn bijna 130.000 inwoners. Er ligt een fraaie brug over de Rijn met standbeelden en er is ook een schipbrug naar Deutz. Te 5 uur vertrokken wij naar Maintz. De weg van Keulen naar Maintz is prachtig. Onderweg passeerden wij 3 tunnels. Te 8.56 waren wij te Maintz en wandelden naar het hotel de Karper, alwaar wij soupeerden. Het was niet extra lekker (de kalfscoteletten die ik nam). Wij gebruikten daar de landwijn, die vrij smakelijk was, maar niet erg lekker.

15.6.1875: Te 6 uur opgestaan n ontbeten en langs de Rijn gewandeld tot 8 uur. Fraai gezigt. Toen naar het station gegaan en plaats genomen tot Freiburg. Een vervelende lange spoorrit. Te 2½ uur te Freiburg. In 't station aldaar aten wij, niet best en duur. Toen Freiburg doorgewandeld. Een standbeeld van Barthold Zwartz, den uitvinder van 't buskruit. Een prachtige kathedraal van oude dagteekening (1299). Ook van binnen gezien: sierlijk. Zeer veel antieke gebouwen. Te 6.45 gingen wij met de sneltrein naar Basel. Aldaar begaven wij ons naar het hotel Het Witte Kruis en gingen toen eens wandelen. Onze kamers hadden een prachtig uitzigt over den Rijn.

16.6.1875: Tijdig opgestaan en met de omnibus naar het station gereden en plaats genomen tot Neuhausen. Onderweg fraaie gezigten langs de Rijn en hooge bergen die erg dampten alsof er rookwolken tegen hangen. Aan de helling van den berg houtvlotten. De Rijn is hier smal en bruisend. Hier en daar het gezigt op de Alpen. Te 9 uur waren wij te Neuhausen en wandelden naar 't dorp waar wij in het logement ontbeten en onze pakkage lieten liggen. Toen wandelden wij naar het slot en passeerden een fraaie spoorbrug, ook voor voetgangers bestemd, en zagen reeds de beroemde rijnfall (bij Schaffhausen zoo is hij bekend) onder de brug doorbruisen. In het slot betaalt men 1 franc entréé en ziet dan den rijnval aan alle kanten. Beneden ziet men hem bruisend over zijn hoofd heen storten. Het is prachtig en niet te beschrijven. In een koepel aldaar heeft men glazen van gekleurd glas hetgeen een frappant effect maakt op de schuimende wateren. Toen wij alles gezien hadden gingen wij terug naar ons logement en dronken een glas inlandsche wijn en namen een man aan om ons goed te drogen voor 2 franc en gingen toen weer de brug over langs het slot en langs een zonnige weg wandelden wij toen naar Dachsen en namen van hier plaats naar Zürich. Zürich is een prachtige stad met fraaie huizen en ook een keurig raadhuis. Het heeft 21.200 inwoners. Te 5 uur namen wij plaats op een stoomboot om over het Zürichmeer te varen. Die vaart is verrukkelijk. Aan beide zijden ziet men glooyende bergen met dorpjes bezaaid. Vooruit ziet men de Alpen met hun witte toppen. Langs de bergen met wijnstokken en regts met houtig gewas. De vaart is overigens indrukwekkend en pragtig. Te 7 uur waren wij te Rapperswil en namen aldaar plaats tot Glarus. Wij kwamen daar aan met de spoor toen het reeds donker begon te worden en namen onze intrek in De Raaf. Eerst in dat logement een glas bier en toen een biefstuk gebruikt en daarna naar bed.

17.6.1875: Vroeg opgestaan. Ik was altijd nog verkouden. Voor mijn raam staande een prachtig gezigt. Geheel door bergen ingesloten. Ik was vroeg wakker geworden door het gelui van de klok
van de kerk die een heldere klank gaf en door het geklinkklank van de klokjes der geiten, hetgeen een melodisch geluid gaf. Op de toppen der bergen ziet men de ongesmolten sneeuw liggen. Na ontbeten te hebben namen wij een rijtuig met twee paarden om naar het Lintthal te rijden. Wij reden door hooge bergen. Het Lintthal geeft prachtige gezigten en zagen vele watervallen. Teruggespoord tot aan Weesen en op het balcon gaan zitten van het hotel dat aan het Wallenstadtermeer ligt. Een prachtig uitzigt op het meer dat 4 uur lang en 1 uur breed is en rondom door steile bergen ligt ingesloten. Te 4.50 uur vertrokken wij uit Weesen en waren te 7 uur 10 te Chur. Wij begaven ons naar het hotel De Roode Leeuw, doch daar was het zoo vol, dat men ons niet kon bergen, waarna wij ons begaven naar De Zon waar wij bestelden. Vervolgens gingen wij eerst naar het postkantoor om 4 plaatsen te bestellen in de postwagen tegen morgen tot Andermatt, maar kregen niet verder plaats dan tot Disentis. Toen op het telegraafkantoor laten seinen of er soms ook berigten te Basel waren gekomen en toen naar ons logement gaan souperen.

18.6.1875: Het was erg betrokken lucht. Wij ontbeten in 't poststation, alwaar wij met de postwagen te 6 uur afreden. Zij was met 4 paarden bespannen. Het begon langzamerhand te regenen. Te Tomin kregen wij andere paarden. Wij bleven altijd stijgen en hadden prachtige gezigten in de dalen, vooral in het begin. Later ontrokken de nevelen en wolken veel aan ons gezigt. Het regende veel onderweg, terwijl er veel watervallen onze aandacht trokken.
Te 9 uur waren wij te Floms waar weder van paarden werd gewisseld en waar wij een glas melk namen. Te 9½ waren wij te Laax. Steeds regen doch gedurig prachtige rotsgezigten, zooals in den Harz doch steiler. Nu gingen we weer dalen, waarbij gedurig geremd werd. Te kwart voor 10 waren wij weer aan ons poststation, daar ging de rem af tot Ilanz namelijk. Nog gestadig regen. In het posthotel gebruikten wij een café-complet. Wij kregen weer honig bij het brood zooals in Zwitserland steeds gebruikelijk is. Doch geen kaas, zooals wij in Zürich ondervonden. Te 11 uur vertrokken wij vandaar. Te 11½ waren wij te Tavanara. Nog steeds bleef het regenen. Te Trons, waar wij te 1½ uur waren, kregen wij andere paarden (nu 3). De weg liep hier en daar langs onpeilbare depten en regts hemelhooge bergen met weiland, bouwland en boomen. De weg was ontzettend, wij reden over een brug die over een waterval lag en overdekt was. Om 3 uur waren wij te Disentis Wij passeerde een klooster dat vroeger een abdij was. In het hotel de la Porte stegen wij af en gebruikten daar een paar flesschen wijn. Een lief meisje dat veel talen sprak bediende ons. Wij namen daar een rijtuig tot Andermat (40 fr.) met 2 fiksche sterke paarden. Wij reden in 't begin hard, doch spoedig ging het opwaarts. Wij bleven stijgen. De voerman hield eens op om zijn paarden te voeren. Wij kwamen spoedig op een hoogte dat wij op de bergen sneeuw naast ons en beneden ons hadden. Het was daar zeer koud. Wij hadden te 8 uur het hoogste punt bereikt. Toen ging het in vliegende vaart naar beneden, dat wij allen even angstig waren dat hij de weg af zou tuimelen en wij allen in de diepten zouden verbrijzeld worden, vooral daar het vrij donker begon te worden en wij de weg niet meer onderscheiden konden. Doch gelukkig kwamen wij te 9¼ te Andermat, waar wij aan het hotel St.Gothard werden afgelaten waar wij zouden logeeren. Ook de postillon bleef daar met zijn rijtuig en paarden overnachten. Het was een prachtig hotel. Wij soupeerden en gingen toen te 10 uur vermoeid naar bed.

25.6.1875: Te 3½ uur kwam de inspecteur der geneeskundige dienst dr. Ingenhousz het ziekenhuis opneemen. De Burgemeester was niet thuis zoodat ik hem geleidde. Hij vertrok te 4 uur.
***Begin 1874 is op de stadsmestput in de Groenstraat een ziekenlokaal gebouwd, bestemd voor lijders aan besmettelijke ziekten. Het gebouwtje moest tevens dienst doen als bergplaats voor de brandspuit. De bouw vergde een bedrag van 550 gulden; de aannemer was J. Schippers. De lengte was binnenwerks 16 m. met een breedte van 5.85 m. Eind 1874/ begin 1875 was er een pokkenepidemie in de gemeente. Op 14 januari 1875 werd "in het gesticht voor besmettelijke ziekte" een ( eerste?) patiënt opgenomen.

27.6.1875: Om 7 uur te kerk bij ds. Felix, afgescheiden predikant te Groningen, die in onze kerk predikte. Het was zeer vol en hij preekte beter dan een van de ringbroeders.

8.7.1875: Om half 2 kwam de nieuw beroepen ds. Loois met zijn vrouw en kind per stoomboot aan. Smiddags voor het eerst van het jaar nieuwe aardappelen gegeten. Zij waren nog niet extra goed.

11.8.1875: Betrokken lucht. Om 9 uur te kerk geweest. Ds. Loois, van Hoogblokland beroepen, werd beëdigd door zijn vader, predikant te Woerden, uit Thesal. 4 vs 12 en 13. Thuis komende zat ds. Kamerman bij mij met zij vrouw en twee zoontjes. Smiddags weer te kerk geweest. De nieuwe predikant deed zijn intree met Hand. 4 vs 12 1e gedeelte. Het was stikvol. Toen de kerk uit was begon het te stortregenen en te waayen. Om 6 uur kreeg ik ook eene visite van ds. Mijs. Verder savons bezoek gehad van buurman Beausar en vrouw tot 9 uur.

21.8.1875: Smiddags hadden wij zalm die hier ter plaatse was gevangen en voor 1 gulden het halve kilo werd verkocht

1.9.1875: Smiddags protest zeeschade voor een schipper, wiens vaartuig op 't Hollandsch Diep was gezonken. Savons kwam Helbach en zijne mama bij ons thee drinken om te 8 uur gezamenlijk naar 't koffijhuis van Weijnen te gaan om de goocheltoeren van Stottai te zien. Doch hij was niet gekomen, zoodat zij savons bij mij een glas wijn bleven drinken.
***'t Koffijhuis van Weijnen (=Hendrik W.J. Wijnen) was op de Landpoortstraat B 103(in welk gebouw ook de Sociëteit was gevestigd).

6.9.1875: Te 8 uur ging ik naar de Sociëteit om de voorstelling bij te wonen van den goochelaar den perziaan Stottai, die mooie toeren deed en inzonderheid blijken gaf van een enorm geheugen door 100 verschillende woorden die men hem opgaf achter elkaar op te zeggen.

7.9.1875: Om half 5 vergadering van den raad ter installatie der nieuwe raadsleden. D.C. Punt werd hernoemd als wethouder en ook ik, doch Punt nam het niet aan.

14.9.1875: Van 10 uur vergadering van den raad tot 11½, waarin Ary Sonneveld gekozen werd tot wethouder i.p.v. D.C. Punt die bedankt had. Na koffij drinken is Cornelia met haar zoontje per Middelburgse boot vertrokken, die echter niet aanlag. Er waren nogal wat golfjes, maar zij kwamen goed en wel aan boord. Savons thuis komend had ik een keurige haas cadeau gekregen van A. Timmers die 8½ pond woog (onafgehaald).

20.9.1875: Van C. Knook het testament van Elsje Knook gekregen om te laten registreren. Om 1 uur advocatenborrelpartij bij Ploontje op haar kamer. Er waren mw. Helbach en haar zoon, mw. Brand en Marie Eichholz, Jeannet de Jongh en de burgemeester en zijn vrouw. Zij bleven tot half drie smiddags. Na den eten wezen wandelen en bij de wed. v.d. Giesen de koopsom harer manufacturenverkooping betaald. Savons kwamen C.D. Knook en A.v.d.Hil nog een glas wijn bij ons drinken en bleven tot half 10.

11.10.1875: Smorgens van Doff 2½ kg zalm gekocht die zij gevangen hadden. Smiddags haar gegeten. Zij was erg vet.. Vandaag mijn aardappelen gekregen, 8 mud van J.v.d.Erve à f. 2,20.
25 Kalvijnappels van J. Strootman gekregen.

19.11.1875: Weer een brief van M de Haan evenals de 15e over een arbeider die mij raad zou komen inwinnen. Niet naar Fijnaart geweest omdat het zoo ruw weer was, onophoudelijk vandaag storm en regen gehad, zoodat ik niet uit ben geweest. Wij bleven geheel den dag boven zitten.. Om 4 uur kwam die arbeider of schaapherder van M. de Haan door dat fameus weer nog bij mij om mij te adviseren.

20.11.1875: Snachts had het vreeselijk gestormd, zoodat ik bijna niet slapen kon. De post was dan ook zeer laat aan.

2.12.1875: Voor den eten met A.v.d. Hil, Betje en Lientje de Lint naar de kaai gaan kijken, alwaar men bezig was de Rotterdamsche beurtman door het ijs in de haven te brengen, hetgeen niet gemakkelijk ging. Toen erwtensoep gegeten.

3.12.1875: Snachts had het weer hard gevroren, en daarom niet naar Fijnaart gegaan omdat het zoo koud was, maar boven op mijn kamer gezeten. Om 5 uur toen ik beneden kwam, zat ds. Loois en v.d. Hil met ons, die kwamen zeggen dat Betje tot regentes van 't weeshuis was benoemd. Te half 8 met Helbach naar de repetitie van de rederijkers gegaan.

25.12.1875: 1e Kerstdag. Nogal verkouden, zoodat ik smorgens niet te kerk ging, Ploontje was ook ongesteld en kwam pas te elf uur op. Vandaag brief van M. Meeuwen en van Boon Hartsinck voor mevr. Brand. sMiddags ben ik te kerk geweest. Niet gewandeld, Helbach en v.d. Hil kwamen te half 5 wat praten tot half 6 uur. Toen Tieleman bij mij gehad voor wien ik een koopacte gereed maakte die ik te 8 uur bij Schuts ging passeren.
***Op A 76 woonden Willemijntje Lijntje Tielemans, weduwe van E.H. Schuts en haar zoon Ernst Hendrik Schuts, koperslager.

20.1.1876: sMorgens een brief van C.W. Maris over de molentiend en van den secretaris van Fijnaart over den boedel van wijlen Jacob Timmers. Van half 11 tot 12 ure vergadering van den raad. Toen A. Timmers Pz (van Boschlust) bij mij gehad over den ottertiend en brief daarover aan C.W. Maris geschreven. 'sAvons pannekoeken gegeten.
***Het tiendrecht is van kerkelijke oorsprong en was bestemd voor het onderhoud van de kerk en haar bedienaren. In de loop van de tijd was het recht overgegaan op verschillende niet-kerkelijke instellingen en particulieren en werd het een zakelijk vermogensrecht, dat als belegging werd aangehouden. De tienden werden geheven van hetgeen op het veld groeide of wat de kudde vermeerderde en werden daarom onderscheiden in vrucht- en veetienden. De vruchttiend strekte zich buit over alles wat halm en stengel had: graan, fruit, vlas, hooi enz. De veetiend, ook wel krijtende, levende of bloedige tiend genoemd, werd geheven van lammeren, biggen, bijen, kalveren, veulens, ganzen en eenden. het kenmerkende van het tiendrecht was, dat het drukte op bepaalde gronden, bepaalde beesten en een onzekere, wisselende opbrengst had. De wijze van invordering van de tienden geschiedde geheel volgens plaatselijk gebruik, dat ook tevens regelde welke vruchten er tiendplichtig waren en het hoeveelste deel ervan moest worden afgestaan. Zo werd in sommige streken 1 op 11 schoven geheven (heffingspercentage dus 9%), in andere 1 op 10, maar van lammeren weer het tiende lam. Overal was het regel, dat de heffer de vruchten kwam halen. Tiendschuld was dus een haalschuld. De tienden werden veelal door de tiendheffer aan derden verpacht. In Willemstad had de markies van Bergen op Zoom vanouds het tiendrecht; het is in het begin van de 19e eeuw overgegaan op de Domeinen. De polder de Ruigenhil was voor de tienden verdeeld in blokken. Tienden vormden een last, een belasting op de landbouwproducten; zij remden elke investering van de boer af. Tienden werden geheven van de bruto-opbrengst; met de kosten van de boer werd geen rekening gehouden. Pas bij een investering van boven de 9 of 10 % werd een investering interessant. Het is daarom dat vele boeren het tiendrecht afkochten. Door de Tiendwet van 1907 zijn alle tienden afgeschaft.
Wat precies met de molentiend en de ottertiend bedoeld wordt, is niet bekend. In een van de oudste domeinrekeningen is sprake van de tienden van de Molenblock.

31.1.1876: Om half 9 de poort uitgewandeld tot bij Ploeg, alwaar K. Dane mij in zijn rijtuig opnam om naar het huis van wijlen zijn schoonvader te rijden om bij de inventarisatie te zijn. Clement en de Rooy met de andere erfgenamen waren er reeds doch P. Vermeulen kwam later. Wij bleven er eten en waren tot 6 uur bezig. Toen werd de zitting verdaagd tot Woensdagmorgen. Ik reed met Korst Dane weer mee tot bij de hofstee van Burgers en wandelde toen naar huis.
***Willem Ploeg was smid en woonde C 48 (nu Stadsedijk 121)
***Jacob Adamszn Timmers (gehuwd met Cornelia Jansdr. Maris) was de schoonvader van Korstiaan Dane (1841-1922), landbouwer op "Ken U zelve" en dijkgraaf van de Ruigenhil. Dane was gehuwd met Cornelia Timmers.

18.2.1876: Om half tien met den burgemeester en A. Sonneveld in de vigilant naar Fijnaart gereden om eene vergadering van burgemeester en wethouders aldaar bij te wonen over de school te Oudemolen.
***De burgemeester was toen Cornelis Maris Huibertzn. De school te Oudemolen was een gemeenschappelijke openbare school van de gemeenten Fijnaart en Willemstad.

12.3.1876: Op het postkantoor komend ging Helbach met mij mee om naar het hooge water te kijken. Er lag een schip op het Hollandsch Diep te drijven dat de noodvlag ophad, doch wegens de wind en de golfslag kon men er van hier niet bijkomen. Geheel den avond bleef de wind aanhouden en van half 7 tot 9 was het een erge storm. Er woeien pannen van buurman v. Sliedregts huis op het glazen afdak van mij, waardoor ruiten werden verbrijzeld. Na 9 uur begon de wind wat te bedaren, zoodat wij te elf uur naar bed gingen.

13.3.1876: sMorgens hoorden wij dat het schip dat gisteren de noodvlag ophad, toch veilig in den Buitensluissche haven was gekomen.

18.3.1876: Te 10 uur met de burgemeester en A. Sonneveld in de vigilant naar Fijnaart gereden om het vergelijkend examen van den sollicitant voot de school te Oudemolen bij te wonen. Bij de wed. van Dis waren reeds de schoolopziener en de heer Geluk. Aldaar koffij gedronken en te 1 uur naar de openbare school te Fijnaart gegaan. Het mondeling examen duurde tot 3 uur. Toen bij P.Punt nog een glas madeira gebruikt en te 4 uur weggereden. Te 5 uur waren wij thuis. Toen nog gauw de courant gelezen. De berichten omtrent het hooge water waren onrustbarend.

21.3.1876: Te 5 uur met den burgemeester, met wien ik door den raad was uitgenodigd met een lijst rond te gaan om te teekenen voor den watersnood naar D.C. Punt gewandeld en aldaar tot half 7 gebleven. Thuis gekomen bij den burgemeester nog een kop thee gebruikt en toen bij N. Dane, dr. Ruijssenaars, W.W. Maris, wed. de Jager, C. Sonneveld en A.v.d.Hil.

24.3.1876: Om half tien met den burgemeester en Ary Sonneveld en den secretaris in het karretje naar Fijnaart gereden, alwaar te 11 uur vergadering van den raad was om een schoolmeester te benoemen.
***De enige kandidaat, Johan van Bruchem uit Geldermalsen, werd in een gecombineerde vergadering van de raden van de gemeenten Fijnaart en Willemstad benoemd. Van Bruchem had verzocht zijn salaris op te trekken met 100 gulden tot 600 gulden. Hierover werd geen besluit genomen. Van Bruchem nam desondanks de benoeming aan. Nadat een verzoek om salarisverhoging enkele malen was afgewezen – alleen de gemeente Willemstad wilde dit verzoek honoreren – vroeg Van Bruchem per 1.10.1877 al ontslag. Per 1 januari 188 werd P.R. Friese zijn opvolger.

20.7.1876: Na thee drinken kwam C.D. Knook over de verkoop publieke meubelen erven wed. A.A. Schippers spreken. Daarop met hem bij den nieuwen pastoor belet laten vragen en er te 8 uur heen gegaan. Zijn mama was ook bij hem. Wij bleven tot half 10 zitten praten. Laurijssen heet hij en zijn vader was de kassier van dien naam, wordende het kantoor thans door zijn broeder gehouden aldaar.
***Pastoor Franciscus Cornelius Laurijssen was de opvolger van pastoor Fassaert, die pastoor van Rucphen was geworden. Laurijssen stamde uit een zeer gefortuneerde en bekende Bredase bankiersfamilie. Hij bleef hier tot 1883, toen hij zijn voorganger Fassaert weer opvolgde als pastoor te Rucphen. Hij heeft, zowel gedurende zijn pastoraat te Willemstad als daarna, de parochie Willemstad financieel gesteund en in zijn testament had hij de armen van Willemstad en de Willemstadse parochie goed bedacht.

9.8.1976: Door J. Sonneveld de steen van mijn stoep laten betalen bij Singels ad f 143,95. Voor den middag bij nicht Sophie over de boedel van nicht Vrins wezen praten en stukken nagezien en mee naar huis genomen. Van den Hil is vandaag met zijne vrouw naar Utrecht om haar kin te doen opereren. Na thee drinken met Ploon en Lientje de Lint gewandeld tot half 9 en toen nog een half uur op de bank voor de stoep gezeten.

17.8.1876: Te 12 uur met A. Sonneveld, J. Punt en Helbach naar de hofstede van C. Dane gereden om het bruidspaar te filisiteren. Tot 2 uur gebleven. Het was zeer heet weer. Om half 6 met v.d. Hil en Helbach naar de hofstede van J.H. Maris gereden wiens vrouw jarig was. Aldaar thee gedronken en onder Rijnsche wijn en taart tot 8 uur gebleven.

24.8.1876: Te half 12 naar 't stadhuis gegaan om het huwelijk van C.A. Knook en M. Dane te voltrekken, Het was zeer vol met belangstellenden, vrienden en nieuwsgierigen. Daarna mede ter kerk gegaan daar het huwelijk werd ingezegend.

27.9.1876: Te 1 uur bezoek gebragt bij den heer de Graaff die heden zijn zilveren bruiloft viert. De harmonie alhier maakte muzijk voor de woning van den heer de Graaff van 5 – 6 uur.

12.10.1876: Om half 5 de meid gewekt en den burgemeester doen opschellen, daar wij heden op reis gaan. Te kwart voor 6 werden hij en ik door Wout Sonneveld naar Zevenbergen gebragt. Aldaar te 8 uur op spoor naar Zwaluwe. Daar even gewacht en toen op de trein die van Breda kwam. Het was heerlijk weer en wij spoorden langs Dordrecht naar Fijenoort. Aldaar op het bootje en te 9 ¾ te Rotterdam. Toen naar de Hollandsche trein gewandeld en daar een broodje aan het station gebruikt en te 10.50 retourbillet genomen tot Den Haag. Aldaar te 11.25 aangekomen, lieten wij ons in een vigilant naar 't ministerie van oorlog brengen om op de audiëntielijst te teekenen. Wij moesten in de wachtkamer tot 2½ uur wachten. Na de audiëntie in het frans koffijhuis een broodje met vleesch gebruikt en daarna gewandeld naar de Trompstraat. Cornelia en Gelinck hielden niet op of wij moesten blijven eten. Na eerst enen borreltje te hebben gebruikt, aldaar gedineerd. Te 8 uur vertrokken en gewandeld door de stad naar 't station en te 9.07 naar Rotterdam gespoord Aldaar naar het hotel Coomans gegaan en na een flesch wijn te hebben gebruikt, te 12 uur naar bed gegaan.
***Op 30 september was H.J.R. Beijen minister van oorlog geworden. Deze was de zesde (!) minister van oorlog in het Tweede Kabinet Heemskerk (aug.1874-nov 1877). Burgemeester Maris Hz was er niet gerust op "dat de plaats gehad hebbende benoeming van een minister van oorlog, enige dagen voor de tijd, waarop jaarlijks de garnizoensveranderingen worden bepaald"; hij vreesde dat er gevaar bestond voor vermindering van het Willemstadse garnizoen. In de raadsvergadering van 10 okt. 1876 wees hij "op de beletselen aan de Nijverheid en Industrie door de Vesting zelve daargesteld en het daaruit voortvloeijende belang ener bezetting overeenkomstig de rang onzer Vesting, alsmede op de kosten door verschillende ingezetenen tot dat einde besteed". Hij stelde voor een commissie te benoemen, welke op kosten der gemeente op audiëntie zou gaan bij de minister van oorlog om de belangen van de gemeente Willemstad aan te bevelen en te verzoeken het garnizoen op de grootst mogelijke sterkte voor Willemstad vast te stellen. De gemeenteraad ging hiermee akkoord. Veel succes heeft de delegatie niet gehad: in de raadsvergadering van 14.12.1876 meende de commissie echter "te mogen verzekeren, dat, alhoewel de uitslag niet is geweest, zoo als zij zich hadden gevleid, voor het minst een ongunstiger garnizoensregeling is voorkomen".

13.10.1876: Om half 8 op en te 8 uur gaan ontbijten. Na het ontbijt gewandeld met C. Maris door Rotterdam en toen naar de Middelburgse boot, die te half elf afvoer. Het was lief weer en te kwart voor 2 waren wij te Willemstad.

18.10.1876: Hedenmorgen kwam v.d.Hil ons meededeelen dat gisterenavond te 10 uur het rijtuig waarin de kantonrechter zat, te Zevenbergen door de spoor was overreden en dat hij dadelijk gedood was.
***Overleden te Zevenbergen 17.10.1876 mr. Willem C. Uyttenbogaart, 34 jaar, kantonrechter te Zevenbergen. Mr. J. van Wijngaarden was bij K.B., van 14.10.1872 (her-)benoemd als plaatsvervangend kantonrechter te Zevenbergen.

20.10.1876: Naar de kaai wezen kijken met Helbach en v.d. Hil daar er een schip was gezonken geladen met petroleum. Vele mensen waren bezig om de vaten aan de wal te zien brengen.

21.10.1876: Om half 8 naar Zevenbergen gereden in de vigilant. Wij waren er te half 10. De terechtzitting als kantonrechter gehouden. Heden werd de kantonrechter te half 11 begraven. De griffier en de ambtenaar van het openbaar ministerie moesten er ook bij zijn, zoodat de zitting vroeg was beëindigd.
Om 7 uur kwam de schipper van het gisteren gezonken schip mij verzoeken acte van protest op te maken. Verder een kop sagomelk gedronken daar ik zeer verkouden was.

24.10.1876: Brief van Soeter dat het land van v. Dis zeer zwaar belast was. Dit aan v.d.Hil medegedeeld en hem toen getelegrapheerd om geen staat te zenden. Ook een brief aan Soeter over de niet toezending staat van inschrijving van 't land van C. van Dis. 'sAvons naar de vergadering van het genootschap DVW alwaar rekening werd gedaan en bestuur gekozen. De Graaf wilde niet herkozen worden voor wien werd gekozen A.v.d.Hil.

27.10.1876: Heden voor het eerst de kachel binnen gestookt. Met Helbach smiddags een fikse wandeling gemaakt tot 5 uur en voor de verkoudheid savons sagomelk gedronken.

13.11.1876: Met Knijff eerst naar Struijk geweest om te zeggen dat hij met de Middelburgse boot mee zou varen. 'tWas erg mistig, zoodat hij dacht dat de boot te 1 uur zou komen. Te 1 uur ging ik met Knijff naar de kaai, doch de stoomboot was voorbij geweest eer Struijk er erg in had, zoodat hij niet per boot kon vertrekken.

2.12.1876: Vandaag pak met kastanjes en haring uit Rotterdam. sAvons daarvan alvast een bokking gebruikt die lekker was. G. Boertjes en zijn broeder bij mij geweest. Na 't souperen kreeg Ploontje die eerst pijn in de kiezen gehad had, welke pijn zich toen op de schouderbladen zette, het erg benauwd, zoodat wij tot 12 uur met haar bezig waren en om dr. de Lange stuurde, die niet thuis was. Doch zijn vrouw gaf wat Eau de Carmen mee wat goed hielp, zoodat zij vrij goed was toen zij te bed ging.

4.12.1876: Om 12 uur kwam schipper J. de jager wiens schip gezonken was, spreken over protest. sAvons nog protest opgemaakt en de akte verleden.

31.12.1876: Te half 6 met Betje naar de avondkerk godsdienstige sluiting van het jaar. De Dominee hield de kerk lang aan tot over 8 uur. Daarna met Betje en Ploontje naar mw. Brand, die jarig was, en ons gevraagd had. V.d.Hil was er ook, verder waren er Heijltje en Leentje Timmers en Naatje Knook. Wij bleven er soupeeren en gingen te 12½ huiswaarts.

31.1.1877: Het had snachts nog lang gestormd en 't was zeer hoog water geweest. Nog 28 duim hoger dan de steen van de wacht aanwijst dat het in jan. 1808 geweest is. Om half 10 met v.d. Hil eens naar buiten gaan kijken. Het oude en nieuwe hoofd had veel schade. Het bleef geheel den dag nog buiig weer. De avondkerk werd afgezegd. Van 4 – 5 met Helbach en Knook nog gewandeld en te half 8 in de Sociëteit geweest om te spreken met de leden van 't genootschap over een lezing van Eliza Baart. Wij bleven er wat spelen tot half 10.

1.2.1877: Thuiskomende zat zuster Aartje uit Noordeloos bij ons, die met de Middelburgse boot was meegekomen om eenige dagen te logeren. Te half 5 was er vergadering van de raad. Wij waren compleet. Aldaar eerst thee gedronken, toen een glas wijn en blijven souperen met ansjovis en ossetong. Wij eindigden met een glas champagne en gingen te 11 uur naar huis.
Ploontje, Betje en Aartje waren bij de burgemeestersvrouw te visite geweest en waren reeds thuis gekomen.

12.2.1877: Om 9 uur smorgens met C. Sonneveld en Flip naar Oudemolen gereden en aldaar onder veel regen hout verkocht voor Moleschot. Bij v.d. Noort uitgespannen en te half 1 vertrokken. Thuis zijnde kwam C.D. Knook spreken over de door hem besproken plaatsen. Dientengevolge bij Helbach en daarna te 3 uur met hem en Knook naar de Sociëteit gegaan om de plaatsen te regelen. Toen juffrouw Baart afgewacht die met een vigilant aankwam en haar op haar kamer gebragt. Te 6½ uur kwam mw. Helbach en haar zoon, mw. Brand en mw Eichholz met Lize en juffr. Bal. Ploon en Betje gingen ook mee, zoodat ik met een talrijk gezelschap aankwam. Wij hadden de vergadering in de sociëteitszaal. Het was zeer vol. Te 7 uur ging ik juffr. Baart van haar kamer halen en bragt haar op haar plaats. Zij droeg voor een novelle "Mathilde van Molenbeek". Na een uur gelezen te hebben was het pauze tot 9 uur. Toen hervatte zij haar voordracht tot 10 uur. Er was veel aandacht en een daverend applaus bekroonde haar laatste woorden. Te half 11 bragt ik mijne dames thuis en ging toen weer terug en te 11 uur gesoupeerd bij Weijnen met v.d. Hil, Helbach en de spreekster. Wij bleven tot 12 uur praten en gingen toen huiswaarts.

15.2.1877: Om 9 uur met het paard van A.v.d.Hil en de kar van C. Sonneveld met Flip Sonneveld en v.d. Hil naar de Ruigenhilsche meestoof gereden om afbraak te verkoopen. Na afloop gewandeld naar Boschlust en aldaar gegeten. Lodder en zijn zoon Arie en de timmerman Versluis uit Fijnaart aten er ook met ons. Wij bleven tot 4 uur en gingen toen heen. De weg was zeer beslijkt en 't was koud. Wij hadden het anders vrij goed met het weer getroffen. sAvons de acte bijgeschreven en in mijn boek opgeteekend.

19.2.1877: Heden Koningsverjaardag. Er werden veel sitsers geschoten en er was muzijk en vuurwerk op de paradeplaats, doch ik bleef stilletjes in huis mijne acten bijwerken. Om 5½ kregen wij bezoek van ds. Wentinck en zijne vrouw die bij de burgemeester zijn gelogeerd om morgen naar hunne nieuwe standplaats Dinteloord, waar hij beroepen is, te gaan zien.
***Verjaardag van Koning Willem III. Sitsers –sissers, een stuk stevig opgerold grauw papier met wat buskruit erin.

16.4.1877: Te half 12 met de Middelburgse boot (vanuit Rotterdam) naar Willemstad, alwaar ik te half 3 was. Het ging nogal moeilijk het aankomen met het bootje. Wij liepen over de slikken.

4.6.1877: De post bragt de tijding mede dat de Koningin gisterenmiddag te kwart voor 12 was overleden.
***Koningin Sophia overleed op 3 juni 1877 te 's Gravenhage; zij was in 1839 met de latere koning Willem III gehuwd.

9.6.1877: Weer zeer warm vandaag (78 graden op mijn thermometer in 't kantoor). Om 4 uur smiddags voor Knook, D.C. Punt, C.N. Maris en v.d. Hil acte van tiendafkoop gepasseerd.

12.6.1877: Paardemarkt. sMorgens vroeg had het nogal gewaaid en geregend, zeker een onweersbui. Er kwamen zeer veel paarden en menschen. Het weer werd al vroeg beter en bleef den geheelen dag zeer heet. Te half 4 ging ik even naar het stembureau om den voorzitter te vervangen, die om 5 uur terug kwam. Na den eten ging ik met Betje, Ploontje en de Lint met de burgemeester en zijn vrouw mee naar het raadhuis, alwaar hij op de zaal eenige honden kunstjes liet vertoonen. Toen met de Lint gewandeld tot de stoomboot te half acht kwam, die hem en Jan en veele andere passagiers naar Buitensluis bragt. Toen met de burgemeester en zijne vrouw nog in een kijkspel geweest waarna zij met ons meegingen om een glas wijn te drinken.

18.6.1877: op 't secretarie kadaster nagezien en concept transport huis B. Bezooyen en procuratie opgemaakt. sAvons was het druk op de kermis, daar zij vanavond nog eens voor het laatst koek mogten verloten. De drukte duurde tot elf uur.
***De landbouwer Bastiaan van Bezoyen en zijn vrouw Lintje Punt vertrokken in maart 1877 naar Haarlemmermeer. De gemeenten Fijnaart en Willemstad kochten van hem een woning met tuin (sectie 442,443 en 335) en bestemde deze woning tot woning voor de onderwijzer van de Oudemolense school.

20.6.1877: 'tZal vandaag een groote drukte zijn in Delft nu heden de Koningin wordt begraven. Om half 4 lieten wij ons door het karretje van E.J. Sonneveld naar Zevenbergen brengen. Bij Eland te Klundert een poosje vertoefd en een glas bier gebruikt. Te 6.32 gingen wij met onze retourkaart voor Londen 1e klasse op spoor naar Vlissingen. Te 8.30 waren wij er en wij gingen dadelijk aan boord der stoomboot Stad Vlissingen. Wij kregen de hut nr. 11 met 2 slaapplaatsen. Wij soupeerden aan boord en gingen toen op 't dek wandelen. Heerlijk maanlicht en frisse zeekoelte. Wij zagen de lichten der vuurschepen in de verte en gingen toen op de kooi. Ik sliep boven en Helbach beneden.

21.6.1877: Te 6.25 uur Engelsche tijd gingen wij op de trein naar Londen. Spoedig naderden wij Londen en waren te 8 uur aan het Victoriastation. Wij wachtten daar af of Leijendekker zou komen dien wij van onze komst berigt hadden gegeven. Daar wij hem niet zagen namen wij een rijtuig en reden naar zijn woning. Hij lag nog te bed en toen hij had ontbeten ging hij te 10 uur met ons wandelen. Langs het Buckinghampaleis en door 't Jamespark. Bij de Ministeriën zagen wij de Horseguards met roode lijfrokken. sMiddags in een hansom naar de wassenbeeldengalerij van Madame Tussaud gegaan.Wij bezagen dit met gaslicht. ook de chamber of horrors gezien.

22.6.1877: Na 't ontbijt gewandeld, ook over de Londonbridge waar het erg druk was. Aldaar geruime tijd vertoefd en de oude wapenrustingen in den toren gezien en daarna de kroonjuwelen waaronder de beroemde Koh-I-Noor. Toen een hansom genomen en gereden naar 't British Museum, alwaar zeer veel te zien was. Wij waren er moe van.
…Toen in Fleetstreet gedineerd. Het dine beviel ons echter niet best. Erwtensoep vooraf, tong met roode saus zonder zout, roastbeef met kool, kalfsnieren, idem zonder zout, en gebakje toe. Niets lekker.

23.6.1877: Naar het Westminsterpaleis gewandeld langs fraaie wandelweg met bloemperken langs de Thames. 'tWas prachtig. Wij zagen de kamers van het Hooger- en Lagerhuis. Beneden is een crypt met kapel en doopvont. Toen gingen wij de Westminsterabdij zien. Daarna namen wij een cab die ons langs Piccadilly naar den ingang van 't Hydepark bragt. Daar was de elite van Londen te paard, te voet en te rijtuig. 'tWas zeer druk aldaar. Na alles gezien te hebben, wandelden wij door tot aan Kensingtongarden alwaar wij het monument voor Prins Albert bezigtigden. vervolgens gingen wij naar de Albert Hall, alwaar te 3 uur de schepping van Haydn gezongen werd. Wij zaten op een schillingplaats. Toen naar het Kensingtonmuseum alwaar verbazend veel te zien was. Aldaar gedineerd met taaie biefstuk.

24.6.1877: Wij wandelden naar Waterloobridge en namen daar plaats op spoor naar Hamtincourt. Wij wandelden daar de tuinen door en gingen toen ook in het doolhof waar wij goed uitkwamen. Na het paleis te hebben gezien, met veel schilderijen, vooral ook Hollandsche meesters, met een rijtuig naar Richmond. Na rondgewandeld te hebben, boven op een omnibus gereden naar Kew. Er waren keurige parken en groote serres met uitheemsche planten en bloemen.

25.6.1877: Na het ontbijt (met gebakken ham) reden wij langs de onder de grond spoor naar 't Victoriastation. Aldaar namen Helbach en ik plaats naar Brighton. Het was een sneltrein, alleen 1e klas. Er was ook en Pulmans drawingroomcar. Wij namen daarin plaats om de zeldzame pracht. Er is in die wagen ook een rooksalon, aldaar een sigaar gerookt. Toen in het andere gedeelte, alwaar 9 gemakkelijke fauteuils in stonden, die bij elke verandering van stand konden draaijen, Het glas was helder spiegelglas. Brighton is een prachtige zeebadplaats. Er werd muzijk gemaakt op de pier. Langs het strand gewandeld en het beroemde aquarium gezien.

29.6.1877: Terug in Londen een boottocht op de Thames gemaakt, het standbeeld van Nelson en het overdekte Charingcrossstation wezen zien… In een skatingrink gegaan. De zaal was mooi verlicht en er werd op piano gespeeld en zien schaatsen rijden op rolletjes. Later kwamen er 6 gecostumeerde meisjes die alleraardigst op schaatsen dansten. Daarna gingen we naar de Argyllrooms. Een groote lichte danszaal met groot orchest, waar goede musijk werd gemaakt. Het liep erg vol met heeren en dames die later begonnen te dansen. Wij bleven er tot 12 uur, en gingen toen een grokje drinken. Het was slecht. Het was op straat nog vol volk, vooral van 't vrouwelijk geslacht. Te half 1 gingen wij naar ons logement en te bed.

9.7.1877 Door Immink publicaties laten schrijven meestoofgereedschappen. Heden antwoord aan den Kantorregter dat ik gaarne mijn benoeming als plv. kantonrechter wilde ingetrokken zien.

12.7.1877: Pakket van notaris Maris met contract verkoop meestoof.
***De Ruigenhilse meestoof stond aan de Oostmiddelweg, ten zuiden van de Zuidlangeweg op een perceel, kadastraal bekend C 171 (nu C 580) In 1876 werd deze meestoof al gedeeltelijk afgebroken.

14.7.1877: sMorgens vernamen wij het ontzettend berigt dat Maaike Dane, de vrouw van C.A. Knook, hedenmorgen te 2 uur in een benauwdheid was gebleven. Door dat berigt was ieder geschokt.

16.7.1877: sMiddags werd Maaike Dane begraven. Het was een treurige lijkstatie.

24.7.1877: sMorgens om half 9 met Filippus Sonneveld naar de Sabina Henrica meestoof gereden en aldaar de gereedschappen verkocht.

7.8.1877: Na den eten te 4 uur met de burgemeester en Arij Sonneveld en P. de Rooij naar Oudemolen gereden om de school aldaar te besteden.
***Arij Sonneveld was raadslid van 1869 – 1892 en vanaf 1875 tot 1892 wethouder; Pieter van Rooyen was van 1867 tot 1887 gemeentesecretaris en vanaf 1872 tot 1887 tevens gemeenteontvanger.

9.8.1877: Om 1 uur had ik een condoleancebezoek bij v.d. Hil gebragt, wiens jongste kindje dien morgen was overleden.
***Dit was Huibert Jacobus, het 2½ jaar oude zoontje van Adam Philippus van den Hil en van Anna Maris.

18.8.1877: Om half 9 met den burgemeester en a. Sonneveld naar Oudemolen gereden over de afbakening der school. Met de wethouder van Fijnaart en de opzichter Kloppert vergaderd. De architect C. Sonneveld was ook met ons meegereden
***Op 17 augustus was in de herberg van H.v.d. Noort te Fijnaart (B 175) de afbraak van de oude school annex onderwijzerswoning en de bouw van een nieuwe school aanbesteed. Het werk werd opgedragen aan de Willemstadse aannemer Cornelis Versluijs.

19.8.1877: Te half 9 voer ik met schipper Struik in een roeibootje met een zeiltje naar Buitensluis. Aan de trap bij het posthuis afgezet en toen naar het dorp gewandeld. Aldaar eerst in de kerk die juist aan was, de preek van ds. H… gehoord tot 't tussenzang en daarna in ¾ uur naar de hofstee gewandeld.
…Te 6½ uur in de tilbury naar de Buitensluis terug. Het was hard gaan waayen en Struik bragt mij met een boot over waar hij een emmerzeil op had. Het ging er erg door. Doch in een half uur waren wij over.
***Met de hofstee is bedoeld de boerderij die de familie Van Wijngaarden in Numansdorp bezat. In 1877 was die bewoond door zijn zwager Cornelis de Lint van Wijngaarden.

13.11.1877: Na koffij drinken met v.d. Hil naar ds. Loois gegaan om hm met zijn beroep naar Groote Lindt te filisiteren. Geheel de kerkeraad zat er. Wij gebruikten een glaasje port en bleven tot 1½ uur.
***Ds. Adriaan Jan Loois was predikant van Willemstad van 1875 tot 1880. Hij bedankte in 1877 voor het beroep naar Groote Lindt.

14.11.1877: Om 9¼ de vigilant met den burgemeester en A.Sonneveld naar Oudemolen gereden om 't vergelijkend examen bij te wonen. Er was maar 1 sollicitant. Eerst even bij F. Sneep geweest en toen bij v.d. Noort alwaar de schoolopziener en de heer Geluk reeds waren. ook de burgemeester van Fijnaart was er met 2 wethouders en L.M. van Dis. Ook D.C. Punt en A. Timmers Wz. Te 11 uur gingen wij naar het nieuwe schoolgebouw en bleven er tot ½2 bij 't mondeling examen. Toen koffij gaan drinken en een broodje gebruikt. Vervolgens tot ½5 mondeling examen.
***Omdat de onderwijzer te Oudemolen Johan van Bruchem per 1 okt. 1877 was benoemd te Aalst, moest in de vacature worden voorzien. Benoemd werd P.R. Frieze, hoewel de schoolopziener niet onverdeeld gunstig over deze kandidaat oordeelde. Hij was echter de enige sollicitant en bovendien kon men, gezien het lage salaris van 500 gld per jaar, niets beter verwachten. Friese bleef hier tot 15 juli 1883, toen hij in Amsterdam benoemd werd.

16.11.1877: Te 11½ ging ik met N. Dane, A.v.Sprang en A. Ophorst naar de herberg van de wed. D. v. Dis, alwaar ik de Sabinameestoof en machine zou verkoopen. De drie gedeelten meestoof golden voor 2419 tezamen en de machine 480.

23.11.1877: Te 9 uur met C. Sonneveld en zijn zoon Johan mede naar Fijnaart. Om 1 uur reden wij weer weg en vernamen dat er brand was bij A. v. Sprundel. Ik ging aldaar het rijtuig uit. De schuur lag al op de grond en de brandspuit van de Willemstad was zojuist aangekomen. Ik bleef tot 6 uur. Toen was het overschot geblust.
***Antonie van Sprundel was landbouwer en woonde C 66 (aan de Stadsedijk bij Oudemolen).

5.12.1877: Koud weer, niet uitgeweest maar thuis Sintnicolaasfeest gehouden.

6.12.1877: sMorgens kwamen de kinderen van Wigant die hun mandje hadden gezet, hetzelve halen. Te 12 uur ging Betje met de burgemeestersvrouw naar de sociëteit alwaar de kinderen werden getracteerd en St. Nicolaasgeschenken kregen. Ik ging er ook heen en bleef er tot 2 uur. Mw. Brand smiddags in de sociëteit gebragt, alwaar het zeer vol was door eene vertooning aan de kinderen van de militairen.
***Bedoeld zullen zijn de kinderen van de slager Georg Laurens Wigant en Cathelijna Dane; zij waren in december 1877 8, 5 en 1 jaar oud.

16.12.1877: Geheel den dag veel geregend. 'sMorgens mij verslapen en niet te kerk geweest, ook 'smiddags niet. Na kerktijd kreeg ik de mededeling dat ik tot ouderling was benoemd, welke benoeming ik aannam.

24.12.1877: Begonnen om 7 uur in de herberg van Struik het huis af te hangen Het werd gemijnd door Wm. Otsen voor 1630 gulden.
***Op A 4 (naast het Arsenaal) woonden A. Otsen, tapper, geb. 30.5.1802 te Kolhorn, gehuwd met Cornelia Donkersloot, geb.4.12.1813 te Ooltgensplaat met hun kinderen, waaronder Cornelis, geb. 20.6.1856, geh. met Aletta C. Visser; deze laatste zette de herberg van hun vader voort. De woning werd gekocht door een andere zoon, Willem Otsen, geb. 181.1.1843, die als schipper op 21.12.1876 was afgeschreven naar Zevenbergen.


Gewijzigd: 17-02-2013
Beheer website: C. Oosters
© Heemkundekring "De Willemstad"