UIT HET DAGBOEK VAN MR. J. VAN WIJNGAARDEN
Deel 7 ( 29-11-1871 t/m 24-12-1877 )
29.11.1871: Van 12½ tot 1 uur bij de wed. Koomans geweest
alwaar haar nichtje Koosje Koomans met Johanna Maasdam en Maaike
Punt zaten, die ik tegen vanavond na kerktijd vroeg wat te komen
kortavonden. Brief van Antonia Maris over een huwelijksconsent.
Dat consent te 5 uur gepasseerd. Toen naar de kerk gegaan. 't
Was er koiud. Na kerktijd kwam Coster een cigaar rooken en
daarna kwamen de jonge meisjes die allen onder een glas pons tot
half 11 bleven.
***"Kortvavonden" is de avond gezellig met elkaar doorbrengen
(cf. Van Dale)
30.11.1871: Nog even op 't weeshuis bij de dames geweest, die
toezicht hadden gehad op het afhakken van 't varken.
4.12.1871: Smiddags kwam A.J. Maris de pacht van het arme's
land bij mij betalen. Daarop kwam D.C. Punt die thee bleef
drinken tot 6 uur. Toen even bij J.B. van Iserloo geweest over
de verpachting van zijn land. Te 7 uur met Betje mevr. Wentink
gaan afhalen om in de Sociëteit te gaan luisteren naar het
pianospel van een blinde. Wij bleven er tot elf ure.De blinde
speelde later nog een partij domino.
8.12.1871: Snachts had het zeer hard gevroren, zoodat het
water in mijn karaf en lampetkan geheel bevroren was.
4.2.1872: Het was savons een mooie roode lucht en zoo helder
of het maanlicht was, waarschijnlijk noorderlicht.
12.2.1872: Om half 7 in de vigilant met C.D. Knook en G.Punt
Lz naar Zevenbergen gereden. Bij Dolk een kop koffij gebruikt en
toen op de spoorboot naar Rotterdam. Aldaar een biefstuk met
brood gebruikt en te Rotterdam een vigilant genomen naar de
spoor. Te 1 uur waren wij te 's Hage. Aldaar in de vigilant naar
de Raad van State gereden en de stukken inzake het kerkhof
gelezen.
14.2.1872: …Toen een repliek geschreven op het adres van de
prov. geneeskundig inspecteur inzake begraafplaats voor 't
kerkbestuur.
13.3.1872: …(Den Haag) Na ontbeten te hebben gewandeld tot 10
uur. Toen in een koffijhuis geweest tot 11 ure en daarna de
zitting van de Raad van State bijgewoond. Nadat het rapport
inzake 't kerkhof door den heer de Vries was uitgebragt, heb ik
nog in een korte rede de ondoelmatigheid van het besluit tot het
sluiten van 't kerkhof betoogd. Om 12 ure was de zitting
afgeloopen.
***Het pleidooi van mr. J. van Wijngaarden voor de Raad van
State heeft succes gehad. Bij Kon. Besluit van 17.11.1872 nr. 8
werd het besluit van gedeputeerde staten van 27.11.1871 waarbij
de sluiting van de bijzondere begraafplaats der Hervormde
Gemeente van Willemstad was bevolen, vernietigd.
1.4.1872: Tweede Paaschdag. Herdenking van de inneming van
Den Briel. Gewandeld en naar de volksvermakelijkheden op de
paradeplaats gaan kijken: boegsprietloopen, mastklimmen en
zakloopen. Nu en dan viel een zware regenbui. Er was veel volk
op de paradeplaats. Ook even in de Hoop geweest. Tot half 4
duurde het. Toen gegeten, brood met eyeren. Na den eten kwam A.
v.d. Hil mij afhalen om naar de Sociëteit te gaan. Aldaar een
flesch gedronken en gebillard tot 7 uur. Toen naar C. v.d.
Tempel gegaan, alwaar Coster en W. Maris, de Graaf en Burgr. en
Knook mij afhaalden om naar de Hoop te gaan. Aldaar een flesch
gedronken. Het was er vol. Te 10 uur weer naar de Sociëteit
gegaan, gebillard en champagne gedronken. Om 12½ nog wat naar de
Hoop gegaan met de burgemeester en aldaar tot half 2 ruim
gebleven.
***Voor de nieuwe Willemstadse pastoor Desiderius Fassaert had
het feit, dat men in Nederland vierde dat het 300 jaar geleden
was dat Den Briel door de watergeuzen was ingenomen, onaangename
gevolgen. Pastoor Fassaert dacht er niet aan om bij die
gelegenheid zelfs maar de vlag uit te steken "zeker niet hier
waar aan het feest eene voor ons bijzondere hatelijke beteekenis
is gegeven". Dit standpunt werd echter niet gedeeld door zijn
eigen parochianen. 's Morgens was hij al gewaarschuwd dat men de
ruiten van de pastorie zou insmijten als hij niet zou vlaggen.
's Middags, direct na het slecht bezochte lof, drongen vier
mannen de pastorie binnen Met de hulp van sergeant Ebeling
(organist en koorzanger), die na het lof bij de pastoor was
blijven buurten, konden de feestvierende uit de pastorie worden
verwijderd. Sergeant Ebeling bleef daarop tot middernacht bij de
pastoor. Ook de veldwachter werd gewaarschuwd. Maar in de vroege
ochtend, om half vier, werden alle ruiten boven de deur van de
pastorie met een steen ingegooid. De pastoor hield de zoon van
de oud-kerkmeester C. Bongenaar voor de dader. Het was voor hem
een schrale troost dat de Willemstadse bevolking, met
burgemeester de Lint voorop, het vandalisme algemeen afkeurde.
De dader is echter nimmer bekend geworden. Aan de bisschop van
Breda schreef de pastoor uitvoerig over het gebeurde en besloot:
"ik ben niet bang, doch niet sterk genoeg om hier zoo alléén
veel onpleizierige dagen te slijten".
Over dit incident vermeldt Van Wijngaarden niets in zijn
dagboek.
17.4.1872: Smiddags elft gegeten die van Doff voor 90 cent
was gekocht.
13.8.1872: Van 10½ tot 11½ vergadering van Burgemeester en
wethouders. Het telegraafkantoor gaan inspecteren. Na
koffijdrinken met Cornelia en Gelinck en Coster ook het
telegraafkantoor geheel wezen zien. Na den eten ging ik te 2 ure
ten sterfhuize van de wed. Sonneveld met Arij en Cornelis de
papieren nakijken.
***Mogelijk is met de weduwe Sonneveld bedoeld Arina Louise
Josina Wisse, weduwe van de op 16.11.1871 overleden Pieter
Sonneveld, toen 56 jaar en van beroep scheepstimmerman.
18.8.1872: Tweemaal te kerk geweest. na koffij drinken om 12
uur is Cornelia met Gelinck met hun eigen rijtuig vertrokken.
V.d. Hil en ik reden mee tot aan de Kruisweg en wandelden toen
weer terug. Daarop een visite gemaakt bij C.D.Knook en met zijn
nieuwe woning wezen filisiteren.
***Dit is waarschijnlijk het pand Voorstraat 57/59.
12.10.1872: Savons van 7 – 10 in de Sociëteit geweest alwaar
nog drie passagiers van de Telegraaf waren, die in het Hellegat
op het drooge is geraakt vandaag en waarschijnlijk weg zal zijn.
De andere passagiers waren over Buitensluis en Zevenbergen al
vertrokken.
***In januari 1975 werden de werkers in het Volkerak
geconfronteerd met een honderdzeventien jaar oud obstakel.
Tijdens de aanleg van een noordelijke toeleidingsgeul naar de
nieuwe jachtensluis, stuitten ze op de raderboot de "Telegraaf
IV", die in 1858 was gebouwd voor Fop Smit jr. & Co's dienst
Rotterdam – Antwerpen.
In oktober 1872 liep de Telegraaf IV op een bank bij Willemstad
en brak in tweeën. Een klein jaar na haar ondergang werden
gedeelten van de raderboor – de ketels en de krukas – geborgen
door de radersleepboot-bergingsboot "Antagonist", welk schip
werd ingezet als proef op dit wrak, om later hiermee het goud
van de "Lutine" te bergen. De restanten bleken in 1975 taai. Er
werd geprobeerd het wrak in een geul te kantelen, waardoor men
er geen last meer van zou hebben, maar het bleef te hoog liggen.
Twee pogingen om het op te blazen faalden: eerst dertig en later
nog eens veertig kilo springstof waren niet genoeg om de resten
van de boot afdoende te verwijderen. De genie loste het
vraagstuk op. De boot werd door duikers in stukken gesneden en
met behulp van een grijper haalde men de brokstukken uit de
toeleidingsgeul.
(Uit: Twintig jaar werken in 't Volkerak 1957 – 1977).
13.10.1872: Van 2½ tot 3 uur de kapitein van de Telegraafboot
bij mij gehad.
31.12.1872: (in den Haag). Om 6½ opgestaan en ontbeten en met
v.d. Hil naar 't station gewandeld. Hij tot Rotterdam en ik om
naar Breda te gaan. Ik nam een retourkaart 2e klasse voor 5.10.
Te Rotterdam ging ik in de omnibus die ons naar 't bootje bragt
op Fijenoord. De overtogt geschiedde in een kwartier. Toen ging
ik op de spoor en was te 9.53 te Breda. Aldaar liet ik mij in
een omnibus naar de regtbank brengen, gaf mijn aanstelling aan
den officier van justitie met verzoek den eed te mogen doen en
werd bij den aanvang van den zitting dadelijk geholpen. Mijn
aanstelling als plv. kantonregter zoude men mij later toezenden
met het relaas der eedsaflegging er op. Toen ging ik naar het
hyp. kantoor en gaf aan den eersten klerk den heer W.G. Soeter
een voorschot van f 60,-- en vervolgens bij Broere en Cie de
guldenseditie gekocht (de "guldenseditie"" was een serie
boekwerken waarvan elk deeltje één gulden kostte – cf Van Dale)
en vervolgens naar 't station en te 11.46 weer naar 's Hage
gespoord, alwaar ik te 3 uur was. Toen naar Cornelia gewandeld
en aldaar onder een bittertje van der Hil en Gelinck afgewacht
die waren gaan rijden. Te 5½ een heerlijke schelvisch gegeten
met een lekker glas muscaat.Er waren ook jonge worteltjes op
tafel en pannekoeken als dessert. Wij tafelden tot ½ 7. Te half
9 met Gelinck en van der Hil nog eens rondgewandeld en tot half
10 in de Witte Sociëteit geweest. Toen huiswaarts gewandeld en
onder een glas warme wijn een beetje gespeeld en daarna met een
andijviesalaadje het jaar 1872 beëindigd.
23.1.1873: Bij den heer Brand geweest voor een huurceel met
J. Oosters. Toen kwam A.v.d.Hoeven eens borrelen die bij ons een
groote baars zou blijven eten. Op het dessert kwam A.v.d.Hil die
nog een glas wijn meedronk. Toen met hen gewandeld tot 4 uur en
de brieven op de post gedaan. Juist kwam er een telegram van
Gelinck dat Cornelia hedenmiddag om 1 uur van een zoon was
bevallen.
3.3.1873: Om 10 ure kwamen D. Sjerp, C. de Visser en een
ligter uit Bodegraven spreken bij afwezigheid van den
burgemeester over het ligten van de machine uit de Telegraaf.
11.3.1873: Om 9 uur vergadering van burgemeester en
wethouders met de heer Waning over het bouwen van 't school tot
10 ure. Toen met de burgemeester ter begrafenis gegaan van den
ouden heer v. Dugteren. Toen met D.C. Punt en de heer Waning het
terrein voor het te bouwen school nog eens opgenoomen.
***Op 7 maart 1873 overleed te Willemstad op 82 jarige
leeftijd in het huis nr. A 42: Jan Ottovan Dugteren, geboren
25.9.1790 te Dussen, zonder beroep, weduwnaar van Wijnandina
Petronilla van Diepen. Van Dugteren had zich op 28 april 1869 te
Willemstad gevestigd vanuit Zevenbergen.
12.3.1873: Om half 12 bezoek van den pastoor om de afbraak
der oude pastorie te verkoopen. Toen Dankert van Dis over de
verhuring der landerijen.
***Onder pastoor Fassaert werd de oude R.K. pastorie te
Willemstad afgebroken. Ter plaatse werd onder architectuur van
P. Soffers de nieuwe pastorie gebouwd (nu Landpoortstraat 32),
Begin mei 1874 was de nieuwe pastorie klaar.
15.3.1873: Veel wind en koud weer. Om 10 ure naar het
stadhuis gegaan en aldaar de kadastrale kaart van het land van
de wed. Koomans op Oudemolen na te zien en de besteding van het
stadswerk bij te wonen. Tot 11 uur aldaar gebleven en toen de
afbraak van de oude pastorie der R.K. kerk gaan verkoopen. Er
werd veel geld gemaakt.
21.3.1873: Om 3 uur vergadering van burgemeester en
wethouders tot regeling van de hoofdelijke omslag. Aldaar
vernomen van de burgemeester dat hij was benoemd tot
burgemeester van Spijkenisse en Hekelingen en ontslag had als
burgemeester van Willemstad. Tot 7 uur bijeen gebleven. Savons
zitten studeren op de wet op de successie in verband met de
tienden van de erven Tholen.
***Hendrik de Lint was van 1871- - 1873 burgemeester van
Willemstad en is tot zijn pensionering burgemeester van
Spijkenisse en Hekelingen geweest. Hij overleed 10.4.1920.
30.3.1873: Met den heer Helbach naar het wrak der
telegraafboot gevaren om den duiker te zien werken. Het was
heerlijk weer. Wij bleven aan boord van den ligter tot bij 3 ure
en voeren toen weer met een bootje terug.
8.4.1873: Om 11 uur besteding van 't school. De Ingenieur uit
Breda Beeckman met Pommée en Kloppert waren meegekomen. Wij
bleven op de raadszaal een glas madeira drinken. C. Knook en A.
Sonneveld waren er ook bij. De begrooting was overschreden,
zoodat het niet dadelijk gegund werd. L. de lang was de laagste
inschrijver voor f 16590,-
25.4.1873: Savons bij C.H. Maris wezen filisiteren wiens
benoeming tot Burgemeester heden in de Staatscourant stond.
A.v.d.Hil, C. Knook en vrouw en W.W. Maris kwamen ook.
16.5.1873: Te half 5 naar het raadhuis alwaar ik vergadering
had laten beleggen om den Burgemeester te installeren. Te 5¼
werd de nieuwe Burgemeester C. Maris door A. Sonneveld en C.
Knook de zaal binnengeleid. Ik liet zijn aanstelling en
eedaflegging lezen en installeerde hem toen met een toespraak,
die zijne edele keurig beantwoordde. Daarna nam hij zitting en
hield ook eene zeer nette aanspraak aan den raad voordat de
notulen werden gelezen, waarna de vergadering werd voortgezet.
Wij bleven onder een goed glas wijn gevolgd door eenige
flesschen champagne tot half 10 bij elkander.
11.3.1874: Om 10 uur naar het stadhuis alwaar de raad bijeen
was om straks de school mee in te wijden. Pm half 11 kwam de
burgemeester met de schoolopziener binnen met wien wij
gezamenlijk naar het nieuwe school gingen, alwaar de
burgemeester, de Graaf (hoofdonderwijzer) en de schoolopziener
redevoeringen hielden, die ik kort beantwoordde. Terwijl de
kinderen die gezongen hadden naar de oude school gingen, gingen
wij op het stadhuis koffij drinken en een glas madeira. Wij
gingen nog even naar het oude schoolgebouw, alwaar de kinderen
door de burgemeester werden getracteerd. Te 3 uur gingen wij
naar de Sociëteit, speelden aldaar een partijtje billard en
gingen toen boven dineeren, een flink menu, baars uit 't water,
ossentong, runderrib, kalfsborst en doperwten, zwezerik met
peentjes (alles uit blikjes) en salade met zalm, voordat wij aan
het dessert begonnen even rond gewandeld en met champagne
geëindigd.
Te 10 uur nog even in het huis van den onderwijzer geweest en
toen ieder zijns weegs gegaan. De schoolopziener bleef bij den
burgemeester logeeren.
25.3.1874: Koud en windrig weer. Smorgens mijn haar laten
knippen, daarna de eerste elft gekocht van L. de Visser, die hem
in een kuil had gevangen. Hij woog bijna 5 oude ponden. Ik kreeg
hem voor f 2,00.
12.5.1874: Te half 10 in de vigilant met Betje en mevr.
Helbach en haar zoon naar de feestviering van het 25-jarig
kroningsfeest te Dinteloord gereden., alwaar wij bij de fam.
Rust waren uitgenodigd. Het was geen uitlokkend weer. Eerst
gingen wij de rede van den heer Geluk in het school aanhoren..
Toen bij de fam. Rust ene luncheon gebruikt. te 1 uur naar 't
Sas gewandeld, alwaar de optogt zich in beweging zou stellen,
doch daar de wind en regen nog toenam, keerde Betje naar het
dorp terug. Wij bleven ook niet lang aan 't Sas, en keerden ook
naar het dorp terug, waar wij in de woning van den heer Geluk de
optogt zagen aankomen. De regen bleef aanhouden. Te 4 uur met
Helbach het dorp eens rondgewandeld toen het wat droger werd en
te 5 uur bij Rust gedineerd.
***Koning Willem III was op 12 november 1849 ingehuldigd als
koning van Nederland.
Met de familie Rust zal bedoeld zijn de familie van Rudolf Rust,
zaakwaarnemer te Dinteloord; Rust was gehuwd met Willema Arnolda
Horning, gemeentevroedvrouw.
Johannes Geluk was hoofdonderwijzer te Dinteloord; hij was
afkomstig van Oud-Vossemeer en gehuwd met Catharina H.
Engelvaart.
15.5.1874: De dag voor onze feestviering bestemd brak zeer
somber aan. Het begon al vroeg te regenen en de wind werd hoe
langer hoe erger. 'sMorgens brief van C.v.d.Tempel en invitatie
van den 28e het diné te Breda bij te wonen. Te 10 uur naar het
raadhuis gegaan waar de leden van de raad zouden bijeenkomen om
zig aan de optogt in rijtuig aan te sluiten. Tengevolge van de
regen werd nog tot 11 uur gewacht en toen gingen wij naar het
huis van Helbach om hem (als Prins Willem I) en zijne herauten
(v.d.Hil en A. Burgers) af te halen. Toen ging het met muzijk
naar buiten om daar op te stellen. Maar de regen en de wind nam
zoo toe, dat bijna iedereen doornat werd. Toch had de optogt
plaats, doch niet langs de bepaalde plaatsen, doch dadelijk naar
de paradeplaats, alwaar de oranjeboom werd geplaatst en door mij
de feestrede werd uitgesproken, die ik zooveel mogelijk bekortte
en waarna de jonge dames nog een paar coupletten zongen. Daarna
werd de optogt ontbonden en ging ieder huiswaarts. Toen ging ik
nog naar de Sociëteit, alwaar nog werd gezegd dat Toon van Bekum
gevallen was bij 't hoofd en bij dr. Ruyssenaars was ingedragen.
Ik ging er dadelijk heen en bevond dat hij zijn been gebroken
had. Ik ging Betje halen en telegrafeerde direct zijn vader en
liet hem met de brancard naar mijn huis dragen, alwaar Betje in
de linnenkamer een bed deed opslaan, alwaar hij werd ingelegd.
Zoo was de feestvreugde in eenmaal gestuit. sAvons was het veel
rumour en een beweging op straat en kwamen onderscheidene
menschen. Ook Helbach, v.d.Hil en A. Burgers kwamen in hun
costuum nog eens kijken en een glaasje wijn gebruiken. Ploontje
en Aartje junior (van Bekum) zou bij Toon waken, terwijl wij
naar bed gingen. Dr. R. savons ook nog even wezen zien.
16.5.1874: Na 12 uur snachts kwam Betje mij wekken of ik de
doctor kon gaan roepen, dat Toon zoo'n pijn had. Toen ik met
haar naar beneden kwam en hem met zijn dek had verlegd,
verminderde de pijn zoodat wij het roepen van de doctor konden
achterlaten. Na 9 uur kwam dr. Ruyssenaars en toen werd het been
gezet, hetgeen bleek op twee plaatsen te zijn gebroken. Toon
hield zich nogal goed, maar gaf toch een luiden gil toen zijn
been werd gezet. Vervolgens werd er een gipsverband omgelegd.
23.5.1874: Ik had raadsvergadering belegd te 11 uur doch
behalve Punt en C.D. Knook kwam er niemand, zoodat ik geen
vergadering kon houden.
25.5.1874: Vroegtijdig gegeten omdat heden het vervolg van
het krooningsfeest zou plaats hebben. Om 2 uur kwam de
muzijkvereeniging Concordia uit Dinteloord, die door een optogt
gevolgd, eerst door de stad gingen en toen op de kiosk eenige
muzijkstukken speelden. Te 3 uur begonnen de volksspelen. Ik
ging er met de meisjes na toe kijken. Reeds vroeg werden de
lampions en vetglazen op de Voorstraat aangestoken en gingen wij
wandelen. Te 9 uur gingen wij bij Struijk boven zitten om 't
vuurwerk te zien en vandaar naar de Sociëteit waar het zeer vol
was. Betje bleef er met Jaantje tot elf ure. Ik bleef er met de
meisjes tot snachts 2 uur. Savons nog testament opgemaakt voor
Leendert Oostenrijk en zijne vrouw.
30.5.1874: Om 10 uur verkooping voor afbraak (voor den
pastoor) de oude kerk tot 12 uur.
***In 1875 werd een nieuw Rooms katholiek kerkgebouw in gebruik
genomen. Hiervoor moest eerst de oude kerkschuur ter plaatse
worden afgebroken. Daarmee was een aanvang gemaakt op 18 mei
1874.
28.7.1874: sMorgens wezen zien naar het schieten met
veldstukken buiten de waterpoort door de artillerie.
31.7.1874: sMorgens was er weer zalm te koop, die in de
netten van Doff was gevangen, waarvan wij een paar pond namen à
75 cent.
21.8.1874: Met Burgemeester en wethouders de oude school
wenzen bezoeken en aanwijzing doen hooren door den architect aan
de ambachtslui van de te doenen werken. Ook de waag en de plaats
op de stadsmestput voor 't brandspuithuis en ziekenhuis.
5.9.1874: A.v.d. Hil kwam van 12 tot 1 uur wat praten en met
hem afgesproken smiddags naar vrouw Stierman te rijden. te 3 uur
in het karretje van C. Knook en het paard van v.d. Hil gereden
tot Jacob Maris, wien wij met zijn vrouw meenamen. Aldaar het
paard in de tilbury van Maris gespannen en langs den dreef van
Boschlust gereden, aldaar van Bezooyen en H. de Jong ontmoet en
uitgespannen en naar vrouw Stierman gereden en de acte
gepasseerd. Adr. Tanman, die aldaar aan 't ploegen was, was
medegetuige en A.v.d. Hil. Toen weer naar Boschlust gewandeld,
in laten spannen en naar J. Maris gereden. Aldaar weer het paard
voor het karretje gespannen en de dochter van Maris meegenomen
naar Willemstad.
12.10.1874: sMorgens was het een beetje mistig. Later werd
het mooi weer. Ik had een onprettig gevoel in mijn lever.
sMorgens koopacte van erven Maris en hypotheek voor geschreven.
Na koffy drinken gewandeld tot half 2. Te half 6 kreeg ik bezoek
van Huib Sneep en zijn vrouw, die den alhier beroepene Ds.
Knapp, die te 6 uur zou preken, wilden horen. Na kerktijd bleven
Sneep en vrouw nog een glaasje wijn drinken. De kerk was zeer
vol en hij beviel goed. Met de avondpost nog een brief van
Antonie Maris uit Parijs.
22.10.1874: sMorgens veel pijn in de keel. Daarvoor een
gorgeldrank gekregen. Weer geheel den dag in bed, behalve nu en
dan verbed en slechts gerstewater gebruikt.
25.10.1874: Weer een brief van Henri met recept voor
gorgeldrank indien de pijn erger werd. Doch ik had erg de spruw,
waartegen dr. de Lange mij violierstroop gaf om te smeren en in
te nemen.
15.11.1874: Vandaag weer kinine ingenomen tegen de kiespijn.
C.D. Knook kwam even zeggen dat de door de kerkeraad gehoorde
ds. Klomp niet bevallen was. sAvons ampele brief van Laurense
over de tienden van Munters.
***Laurense is W.A. Laurense, secretaris tevens ontvanger der
gemeente Fijnaart.
25.12.1874 – Eerste Kerstdag: Brief van A.J. de Koning. Te 10
uur kwam Jacob Schippers spreken over een verkoop van afbraak.
Brief van Aartje te Noordeloos. Tijdig gegeten. Heerlijke
eendenbout. Ploon, Betje en de meid gingen te kerke bij ds.
Heenk, doch ik bleef thuis. Om 6 uur kregen wij theevisite die
wij gevraagd hadden. Helbach en zijne mama en C.D. Knook en
zijne vrouw. Na thee drinken wat gespeeld en daarna gesoupeerd
met kastanjes en hoofdkaas. Zij bleven tot 11 ure. Een
briefkaart van v.d. Velde om mij voor mijn filisitatie te
bedanken.
1.1.1875: Veele brieven en briefkaarten ter gelegenheid van
het nieuwe jaar gekregen, doch de post kwam pas te 3 uur
smiddags aan.
22.1.1875: Weer ruw en sneeuwerig weer. Te 12 uur plaats
wezen bespreken in de Sociëteit voor het nut. Om half 6 kwam mw.
Helbach thee drinken en te half 7 haar zoon. Pietekee kwam om
mee naar de vergadering van het 25-jarig feest van het
genootschap DVW mede te gaan. Ik ging ook dr. de lange en zijn
vrouw halen. Het was zeer vol in de zaal. Wij hadden muzijk van
het 7e regiment Infanterie uit Breda laten komen, die fraaie
stukken uitvoerden. Ik deed te 7½ de feestrede die tot kwart
voor acht duurde. Toen werd weer muzijk gemaakt en daarna werden
2 stukjes door de rederijkers opgevoerd, Het Duel en Hoe twee
oude vrijsters tot een trouwdag komen. Het was zeer geanimeerd
en ik bleef met Betje en mw. Helbach tot 1 uur. Pietekee bleef
nog en zou door den heer Reijns worden thuis gebragt.
***Met 'het nut' is bedoeld de Maatschappij tot Nut van het
Algemeen.
***Van het in 1850 opgerichte genootschap "Door Vriendschap
Werkzaam" was mr. J. van Wijngaarden een van de oprichters.
30.1.1875: sMorgens van half elf tot elf op 't secretarie bij
de verhuring van het huis genaamd De Waag.
***Het huis De Waag aan de Kerkring, thans nr. 12, was eigendom
van de gemeente. Het was in 1874 verbouwd tot woonhuis en had
tot dan als stadswaag gediend
18.3.1875: Om 10 uur was het vergadering van den raad om den
omslag vast te stellen. Tot 12½ uur gebleven. Toen bij mij boven
gaan zitten werken. Smiddags 5 uur kwam notaris Maris stukken
brengen voor de inventarisatie bij Schippers. Na thee drinken te
7 uur te kerk gegaan bij ds. Loois die toezegging van beroep
hebbend, de plaats kwam kijken en savons preekte. Hij preekte
tot 9 uur, De kerk was zeer vol.
***De hoofdelijke omslag was een gemeentelijke belasting, die
als grondslagen voor de heffing kende de uiterlijke staat van de
belastingplichtigen, hun vertering en hun inkomsten uit ambt,
beroep, bedrijf en pensioen. De gemeenteraad stelde de aanslag
vast. De heffing was progressief. Aan de hand van de
begrotingscijfers werd bepaald, hoeveel de belasting in totaal
moest opbrengen. Het kohier lag veertien dagen voor iedereen ter
inzage. Wie daartoe de moed had, kon tegen zijn aanslag bezwaar
indienen. Hij werd dan "doorgelicht" ; dit geschiedde in een
openbare vergadering van de raad. Men kon verder in beroep bij
het provinciaal bestuur, die het beroepschrift om advies zond
aan de gemeenteraad. In de raad werd dan weer uitvoerig
gedebatteerd over de billijkheid van de aanslag.
21.4.1875: Van 10 tot 11½ bij de inwijding van de R.C. kerk
geweest.
***De eerste steen van de katholieke kerk was op 22 juli 1874
door pastoor D.J.L Fassaert gelegd. De kerk werd op woensdag 21
april 1875 plechtig ingezegend door J. Uittewilligen,
pastoor-deken te Steenbergen. De bouwkosten bedroegen f 14641,62
(de bouwkosten van de pastorie f 7226,79). De kerk is tijdens de
bevrijdingsgevechten in 1944 zwaar beschadigd; de toren is nooit
meer herbouwd. Het ontwerp van kerk en pastorie was van
architect P. Soffers.
29.4.1875: Smorgens om half elf vertrok het garnizoen naar 's
Bosch.
30.4.1875: …Toen ging ik P. Renaud filisiteren met zijn
gouden bruiloft. Na thee drinken in de Groenstraat wezen
luisteren naar de serenade die door de harmonie aan P. Renaud en
vrouw gebragt werd. Zijn huis was groen gemaakt en savons met
lampions en giorno geïllumineerd.
Met Helbach en v.d. Hil naar de Sociëteit gegaan en met de
officieren van het nieuwe garnizoen kennis gemaakt.
***Hier is al sprake van de of een Willemstadse harmonie.
***Giorno: wijze van illumineren met guirlandes van lampions
enz., (cfr. Van Dale)
6.5.1875: Na den eten met A.v.d.Hil in 't weeshuis geweest om
de proeven te zien tot verdrijving van wandgedierte door
Goedhart & Cie uit Rotterdam.
14.5.1875: Ik ging met A.v.d.Hil eens naar de noodkerk kijken
en in de pastorietuin.
***De noodkerk, die door de katholieken gebruikt werd tijdens de
bouwwerkzaamheden van de nieuwe kerk, was een huisje in de
Landpoortstraat, eigendom van de R.K. parochie waar eerst de
pastoor tijdelijk gewoond had, omdat de vorige pastorie en
schuurkerk moesten worden afgebroken voor de nieuwbouw.
30.5.1875: Smiddags te 2 uur te kerk bij ds. Bartstra. Onder
kerktijd was ik koortsig en ging na kerktij met Betje eens flink
wandelen. Het was windig en koud. Na thee drinken kwam onze
buurvrouw Beausar eens visite maken en daarna Pietekee Vrins. Ik
had geen eetlust en ging na een glas rijnwijn gebruikt te hebben
zonder eten naar bed.
2.6.1875: Snachts goed geslapen en nogal geëvaporeerd.
Smiddags had ik bij dr. de Lange geweest om een flesch kina te
vragen tegen de koorts, die ik savons te 7½ begon in te neemen.
13.6.1875: Om kwart voor elven kwam J. v. Dis uit Fijnaart om
met ons mede te reizen. Te 11 ¼ gingen wij op reis, Helbach, van
Dis en ik. Mevr. Helbach ging mee tot Utrecht. Wij gingen met de
Middelburgse boot, die aanlag. Te half 3 waren wij te Rotterdam,
alwaar wij in het Rijnstation wat uitrustten. Te 3 uur 5 gingen
wij op het spoor over Gouda naar Utrecht, alwaar mevr. Helbach
werd afgehaald. Te 5.25 waren wij te Arnhem. Wij reden mee met
de omnibus naar 't Zwijnshoofd, alwaar wij lekker dineerden.
Toen wandelden wij Arnhem door onder een fiksche regenbui.
14.6.1875: Te 5 uur opgestaan en een kop thee gebruikt en na
een briefkaart geschreven te hebben naar huis, naar de spoor
gewandeld en te 6 uur 5 vertrokken. Bij Westervoort ligt een
brug over de Rijn die wij per spoor passeerden. Te Zevenaar
moesten wij verwisselen van trein. Te Elten werd onze pakkage
gevisiteerd, dat zeer gemakkelijk ging. Te 7.15 uur vertrokken
wij aldaar. Dan komt men aan een water waar de spoor op een pont
wordt gebragt waarmee men oversteekt, hetgeen een minuut of tien
duurt. Aan de overkant staat een locomotief die de wagons verder
mee neemt. Te 11 ¼ waren wij te Keulen. Aldaar stapten wij uit,
wandelden naar de restauratie van Fischer in de passage en namen
daar een biefstuk; vervolgens wandelden wij door de passage en
gingen naar den Dom die wereldberoemd is. Wij zagen ook de
keizersklok die 25.000 kg weegt een nog op zware balken stond.
Zij is hoog 2,50, dik 40 cm en middellijn 3,40. In de kerk zijn
porachtige beelden en schoon geschilderde glazen, echter niet
zoo mooi als in de Goudsche kerk. Keulen is geen mooie plaats.
Er zijn bijna 130.000 inwoners. Er ligt een fraaie brug over de
Rijn met standbeelden en er is ook een schipbrug naar Deutz. Te
5 uur vertrokken wij naar Maintz. De weg van Keulen naar Maintz
is prachtig. Onderweg passeerden wij 3 tunnels. Te 8.56 waren
wij te Maintz en wandelden naar het hotel de Karper, alwaar wij
soupeerden. Het was niet extra lekker (de kalfscoteletten die ik
nam). Wij gebruikten daar de landwijn, die vrij smakelijk was,
maar niet erg lekker.
15.6.1875: Te 6 uur opgestaan n ontbeten en langs de Rijn
gewandeld tot 8 uur. Fraai gezigt. Toen naar het station gegaan
en plaats genomen tot Freiburg. Een vervelende lange spoorrit.
Te 2½ uur te Freiburg. In 't station aldaar aten wij, niet best
en duur. Toen Freiburg doorgewandeld. Een standbeeld van
Barthold Zwartz, den uitvinder van 't buskruit. Een prachtige
kathedraal van oude dagteekening (1299). Ook van binnen gezien:
sierlijk. Zeer veel antieke gebouwen. Te 6.45 gingen wij met de
sneltrein naar Basel. Aldaar begaven wij ons naar het hotel Het
Witte Kruis en gingen toen eens wandelen. Onze kamers hadden een
prachtig uitzigt over den Rijn.
16.6.1875: Tijdig opgestaan en met de omnibus naar het
station gereden en plaats genomen tot Neuhausen. Onderweg fraaie
gezigten langs de Rijn en hooge bergen die erg dampten alsof er
rookwolken tegen hangen. Aan de helling van den berg
houtvlotten. De Rijn is hier smal en bruisend. Hier en daar het
gezigt op de Alpen. Te 9 uur waren wij te Neuhausen en wandelden
naar 't dorp waar wij in het logement ontbeten en onze pakkage
lieten liggen. Toen wandelden wij naar het slot en passeerden
een fraaie spoorbrug, ook voor voetgangers bestemd, en zagen
reeds de beroemde rijnfall (bij Schaffhausen zoo is hij bekend)
onder de brug doorbruisen. In het slot betaalt men 1 franc
entréé en ziet dan den rijnval aan alle kanten. Beneden ziet men
hem bruisend over zijn hoofd heen storten. Het is prachtig en
niet te beschrijven. In een koepel aldaar heeft men glazen van
gekleurd glas hetgeen een frappant effect maakt op de schuimende
wateren. Toen wij alles gezien hadden gingen wij terug naar ons
logement en dronken een glas inlandsche wijn en namen een man
aan om ons goed te drogen voor 2 franc en gingen toen weer de
brug over langs het slot en langs een zonnige weg wandelden wij
toen naar Dachsen en namen van hier plaats naar Zürich. Zürich
is een prachtige stad met fraaie huizen en ook een keurig
raadhuis. Het heeft 21.200 inwoners. Te 5 uur namen wij plaats
op een stoomboot om over het Zürichmeer te varen. Die vaart is
verrukkelijk. Aan beide zijden ziet men glooyende bergen met
dorpjes bezaaid. Vooruit ziet men de Alpen met hun witte toppen.
Langs de bergen met wijnstokken en regts met houtig gewas. De
vaart is overigens indrukwekkend en pragtig. Te 7 uur waren wij
te Rapperswil en namen aldaar plaats tot Glarus. Wij kwamen daar
aan met de spoor toen het reeds donker begon te worden en namen
onze intrek in De Raaf. Eerst in dat logement een glas bier en
toen een biefstuk gebruikt en daarna naar bed.
17.6.1875: Vroeg opgestaan. Ik was altijd nog verkouden. Voor
mijn raam staande een prachtig gezigt. Geheel door bergen
ingesloten. Ik was vroeg wakker geworden door het gelui van de
klok
van de kerk die een heldere klank gaf en door het geklinkklank
van de klokjes der geiten, hetgeen een melodisch geluid gaf. Op
de toppen der bergen ziet men de ongesmolten sneeuw liggen. Na
ontbeten te hebben namen wij een rijtuig met twee paarden om
naar het Lintthal te rijden. Wij reden door hooge bergen. Het
Lintthal geeft prachtige gezigten en zagen vele watervallen.
Teruggespoord tot aan Weesen en op het balcon gaan zitten van
het hotel dat aan het Wallenstadtermeer ligt. Een prachtig
uitzigt op het meer dat 4 uur lang en 1 uur breed is en rondom
door steile bergen ligt ingesloten. Te 4.50 uur vertrokken wij
uit Weesen en waren te 7 uur 10 te Chur. Wij begaven ons naar
het hotel De Roode Leeuw, doch daar was het zoo vol, dat men ons
niet kon bergen, waarna wij ons begaven naar De Zon waar wij
bestelden. Vervolgens gingen wij eerst naar het postkantoor om 4
plaatsen te bestellen in de postwagen tegen morgen tot
Andermatt, maar kregen niet verder plaats dan tot Disentis. Toen
op het telegraafkantoor laten seinen of er soms ook berigten te
Basel waren gekomen en toen naar ons logement gaan souperen.
18.6.1875: Het was erg betrokken lucht. Wij ontbeten in 't
poststation, alwaar wij met de postwagen te 6 uur afreden. Zij
was met 4 paarden bespannen. Het begon langzamerhand te regenen.
Te Tomin kregen wij andere paarden. Wij bleven altijd stijgen en
hadden prachtige gezigten in de dalen, vooral in het begin.
Later ontrokken de nevelen en wolken veel aan ons gezigt. Het
regende veel onderweg, terwijl er veel watervallen onze aandacht
trokken.
Te 9 uur waren wij te Floms waar weder van paarden werd
gewisseld en waar wij een glas melk namen. Te 9½ waren wij te
Laax. Steeds regen doch gedurig prachtige rotsgezigten, zooals
in den Harz doch steiler. Nu gingen we weer dalen, waarbij
gedurig geremd werd. Te kwart voor 10 waren wij weer aan ons
poststation, daar ging de rem af tot Ilanz namelijk. Nog
gestadig regen. In het posthotel gebruikten wij een
café-complet. Wij kregen weer honig bij het brood zooals in
Zwitserland steeds gebruikelijk is. Doch geen kaas, zooals wij
in Zürich ondervonden. Te 11 uur vertrokken wij vandaar. Te 11½
waren wij te Tavanara. Nog steeds bleef het regenen. Te Trons,
waar wij te 1½ uur waren, kregen wij andere paarden (nu 3). De
weg liep hier en daar langs onpeilbare depten en regts
hemelhooge bergen met weiland, bouwland en boomen. De weg was
ontzettend, wij reden over een brug die over een waterval lag en
overdekt was. Om 3 uur waren wij te Disentis Wij passeerde een
klooster dat vroeger een abdij was. In het hotel de la Porte
stegen wij af en gebruikten daar een paar flesschen wijn. Een
lief meisje dat veel talen sprak bediende ons. Wij namen daar
een rijtuig tot Andermat (40 fr.) met 2 fiksche sterke paarden.
Wij reden in 't begin hard, doch spoedig ging het opwaarts. Wij
bleven stijgen. De voerman hield eens op om zijn paarden te
voeren. Wij kwamen spoedig op een hoogte dat wij op de bergen
sneeuw naast ons en beneden ons hadden. Het was daar zeer koud.
Wij hadden te 8 uur het hoogste punt bereikt. Toen ging het in
vliegende vaart naar beneden, dat wij allen even angstig waren
dat hij de weg af zou tuimelen en wij allen in de diepten zouden
verbrijzeld worden, vooral daar het vrij donker begon te worden
en wij de weg niet meer onderscheiden konden. Doch gelukkig
kwamen wij te 9¼ te Andermat, waar wij aan het hotel St.Gothard
werden afgelaten waar wij zouden logeeren. Ook de postillon
bleef daar met zijn rijtuig en paarden overnachten. Het was een
prachtig hotel. Wij soupeerden en gingen toen te 10 uur vermoeid
naar bed.
25.6.1875: Te 3½ uur kwam de inspecteur der geneeskundige
dienst dr. Ingenhousz het ziekenhuis opneemen. De Burgemeester
was niet thuis zoodat ik hem geleidde. Hij vertrok te 4 uur.
***Begin 1874 is op de stadsmestput in de Groenstraat een
ziekenlokaal gebouwd, bestemd voor lijders aan besmettelijke
ziekten. Het gebouwtje moest tevens dienst doen als bergplaats
voor de brandspuit. De bouw vergde een bedrag van 550 gulden; de
aannemer was J. Schippers. De lengte was binnenwerks 16 m. met
een breedte van 5.85 m. Eind 1874/ begin 1875 was er een
pokkenepidemie in de gemeente. Op 14 januari 1875 werd "in het
gesticht voor besmettelijke ziekte" een ( eerste?) patiënt
opgenomen.
27.6.1875: Om 7 uur te kerk bij ds. Felix, afgescheiden
predikant te Groningen, die in onze kerk predikte. Het was zeer
vol en hij preekte beter dan een van de ringbroeders.
8.7.1875: Om half 2 kwam de nieuw beroepen ds. Loois met zijn
vrouw en kind per stoomboot aan. Smiddags voor het eerst van het
jaar nieuwe aardappelen gegeten. Zij waren nog niet extra goed.
11.8.1875: Betrokken lucht. Om 9 uur te kerk geweest. Ds.
Loois, van Hoogblokland beroepen, werd beëdigd door zijn vader,
predikant te Woerden, uit Thesal. 4 vs 12 en 13. Thuis komende
zat ds. Kamerman bij mij met zij vrouw en twee zoontjes.
Smiddags weer te kerk geweest. De nieuwe predikant deed zijn
intree met Hand. 4 vs 12 1e gedeelte. Het was stikvol. Toen de
kerk uit was begon het te stortregenen en te waayen. Om 6 uur
kreeg ik ook eene visite van ds. Mijs. Verder savons bezoek
gehad van buurman Beausar en vrouw tot 9 uur.
21.8.1875: Smiddags hadden wij zalm die hier ter plaatse was
gevangen en voor 1 gulden het halve kilo werd verkocht
1.9.1875: Smiddags protest zeeschade voor een schipper, wiens
vaartuig op 't Hollandsch Diep was gezonken. Savons kwam Helbach
en zijne mama bij ons thee drinken om te 8 uur gezamenlijk naar
't koffijhuis van Weijnen te gaan om de goocheltoeren van
Stottai te zien. Doch hij was niet gekomen, zoodat zij savons
bij mij een glas wijn bleven drinken.
***'t Koffijhuis van Weijnen (=Hendrik W.J. Wijnen) was op de
Landpoortstraat B 103(in welk gebouw ook de Sociëteit was
gevestigd).
6.9.1875: Te 8 uur ging ik naar de Sociëteit om de
voorstelling bij te wonen van den goochelaar den perziaan
Stottai, die mooie toeren deed en inzonderheid blijken gaf van
een enorm geheugen door 100 verschillende woorden die men hem
opgaf achter elkaar op te zeggen.
7.9.1875: Om half 5 vergadering van den raad ter installatie
der nieuwe raadsleden. D.C. Punt werd hernoemd als wethouder en
ook ik, doch Punt nam het niet aan.
14.9.1875: Van 10 uur vergadering van den raad tot 11½,
waarin Ary Sonneveld gekozen werd tot wethouder i.p.v. D.C. Punt
die bedankt had. Na koffij drinken is Cornelia met haar zoontje
per Middelburgse boot vertrokken, die echter niet aanlag. Er
waren nogal wat golfjes, maar zij kwamen goed en wel aan boord.
Savons thuis komend had ik een keurige haas cadeau gekregen van
A. Timmers die 8½ pond woog (onafgehaald).
20.9.1875: Van C. Knook het testament van Elsje Knook
gekregen om te laten registreren. Om 1 uur advocatenborrelpartij
bij Ploontje op haar kamer. Er waren mw. Helbach en haar zoon,
mw. Brand en Marie Eichholz, Jeannet de Jongh en de burgemeester
en zijn vrouw. Zij bleven tot half drie smiddags. Na den eten
wezen wandelen en bij de wed. v.d. Giesen de koopsom harer
manufacturenverkooping betaald. Savons kwamen C.D. Knook en
A.v.d.Hil nog een glas wijn bij ons drinken en bleven tot half
10.
11.10.1875: Smorgens van Doff 2½ kg zalm gekocht die zij
gevangen hadden. Smiddags haar gegeten. Zij was erg vet..
Vandaag mijn aardappelen gekregen, 8 mud van J.v.d.Erve à f.
2,20.
25 Kalvijnappels van J. Strootman gekregen.
19.11.1875: Weer een brief van M de Haan evenals de 15e over
een arbeider die mij raad zou komen inwinnen. Niet naar Fijnaart
geweest omdat het zoo ruw weer was, onophoudelijk vandaag storm
en regen gehad, zoodat ik niet uit ben geweest. Wij bleven
geheel den dag boven zitten.. Om 4 uur kwam die arbeider of
schaapherder van M. de Haan door dat fameus weer nog bij mij om
mij te adviseren.
20.11.1875: Snachts had het vreeselijk gestormd, zoodat ik
bijna niet slapen kon. De post was dan ook zeer laat aan.
2.12.1875: Voor den eten met A.v.d. Hil, Betje en Lientje de
Lint naar de kaai gaan kijken, alwaar men bezig was de
Rotterdamsche beurtman door het ijs in de haven te brengen,
hetgeen niet gemakkelijk ging. Toen erwtensoep gegeten.
3.12.1875: Snachts had het weer hard gevroren, en daarom niet
naar Fijnaart gegaan omdat het zoo koud was, maar boven op mijn
kamer gezeten. Om 5 uur toen ik beneden kwam, zat ds. Loois en
v.d. Hil met ons, die kwamen zeggen dat Betje tot regentes van
't weeshuis was benoemd. Te half 8 met Helbach naar de repetitie
van de rederijkers gegaan.
25.12.1875: 1e Kerstdag. Nogal verkouden, zoodat ik smorgens
niet te kerk ging, Ploontje was ook ongesteld en kwam pas te elf
uur op. Vandaag brief van M. Meeuwen en van Boon Hartsinck voor
mevr. Brand. sMiddags ben ik te kerk geweest. Niet gewandeld,
Helbach en v.d. Hil kwamen te half 5 wat praten tot half 6 uur.
Toen Tieleman bij mij gehad voor wien ik een koopacte gereed
maakte die ik te 8 uur bij Schuts ging passeren.
***Op A 76 woonden Willemijntje Lijntje Tielemans, weduwe van
E.H. Schuts en haar zoon Ernst Hendrik Schuts, koperslager.
20.1.1876: sMorgens een brief van C.W. Maris over de
molentiend en van den secretaris van Fijnaart over den boedel
van wijlen Jacob Timmers. Van half 11 tot 12 ure vergadering van
den raad. Toen A. Timmers Pz (van Boschlust) bij mij gehad over
den ottertiend en brief daarover aan C.W. Maris geschreven.
'sAvons pannekoeken gegeten.
***Het tiendrecht is van kerkelijke oorsprong en was bestemd
voor het onderhoud van de kerk en haar bedienaren. In de loop
van de tijd was het recht overgegaan op verschillende
niet-kerkelijke instellingen en particulieren en werd het een
zakelijk vermogensrecht, dat als belegging werd aangehouden. De
tienden werden geheven van hetgeen op het veld groeide of wat de
kudde vermeerderde en werden daarom onderscheiden in vrucht- en
veetienden. De vruchttiend strekte zich buit over alles wat halm
en stengel had: graan, fruit, vlas, hooi enz. De veetiend, ook
wel krijtende, levende of bloedige tiend genoemd, werd geheven
van lammeren, biggen, bijen, kalveren, veulens, ganzen en
eenden. het kenmerkende van het tiendrecht was, dat het drukte
op bepaalde gronden, bepaalde beesten en een onzekere,
wisselende opbrengst had. De wijze van invordering van de
tienden geschiedde geheel volgens plaatselijk gebruik, dat ook
tevens regelde welke vruchten er tiendplichtig waren en het
hoeveelste deel ervan moest worden afgestaan. Zo werd in sommige
streken 1 op 11 schoven geheven (heffingspercentage dus 9%), in
andere 1 op 10, maar van lammeren weer het tiende lam. Overal
was het regel, dat de heffer de vruchten kwam halen. Tiendschuld
was dus een haalschuld. De tienden werden veelal door de
tiendheffer aan derden verpacht. In Willemstad had de markies
van Bergen op Zoom vanouds het tiendrecht; het is in het begin
van de 19e eeuw overgegaan op de Domeinen. De polder de
Ruigenhil was voor de tienden verdeeld in blokken. Tienden
vormden een last, een belasting op de landbouwproducten; zij
remden elke investering van de boer af. Tienden werden geheven
van de bruto-opbrengst; met de kosten van de boer werd geen
rekening gehouden. Pas bij een investering van boven de 9 of 10
% werd een investering interessant. Het is daarom dat vele
boeren het tiendrecht afkochten. Door de Tiendwet van 1907 zijn
alle tienden afgeschaft.
Wat precies met de molentiend en de ottertiend bedoeld wordt, is
niet bekend. In een van de oudste domeinrekeningen is sprake van
de tienden van de Molenblock.
31.1.1876: Om half 9 de poort uitgewandeld tot bij Ploeg,
alwaar K. Dane mij in zijn rijtuig opnam om naar het huis van
wijlen zijn schoonvader te rijden om bij de inventarisatie te
zijn. Clement en de Rooy met de andere erfgenamen waren er reeds
doch P. Vermeulen kwam later. Wij bleven er eten en waren tot 6
uur bezig. Toen werd de zitting verdaagd tot Woensdagmorgen. Ik
reed met Korst Dane weer mee tot bij de hofstee van Burgers en
wandelde toen naar huis.
***Willem Ploeg was smid en woonde C 48 (nu Stadsedijk 121)
***Jacob Adamszn Timmers (gehuwd met Cornelia Jansdr. Maris) was
de schoonvader van Korstiaan Dane (1841-1922), landbouwer op
"Ken U zelve" en dijkgraaf van de Ruigenhil. Dane was gehuwd met
Cornelia Timmers.
18.2.1876: Om half tien met den burgemeester en A. Sonneveld
in de vigilant naar Fijnaart gereden om eene vergadering van
burgemeester en wethouders aldaar bij te wonen over de school te
Oudemolen.
***De burgemeester was toen Cornelis Maris Huibertzn. De school
te Oudemolen was een gemeenschappelijke openbare school van de
gemeenten Fijnaart en Willemstad.
12.3.1876: Op het postkantoor komend ging Helbach met mij mee
om naar het hooge water te kijken. Er lag een schip op het
Hollandsch Diep te drijven dat de noodvlag ophad, doch wegens de
wind en de golfslag kon men er van hier niet bijkomen. Geheel
den avond bleef de wind aanhouden en van half 7 tot 9 was het
een erge storm. Er woeien pannen van buurman v. Sliedregts huis
op het glazen afdak van mij, waardoor ruiten werden verbrijzeld.
Na 9 uur begon de wind wat te bedaren, zoodat wij te elf uur
naar bed gingen.
13.3.1876: sMorgens hoorden wij dat het schip dat gisteren de
noodvlag ophad, toch veilig in den Buitensluissche haven was
gekomen.
18.3.1876: Te 10 uur met de burgemeester en A. Sonneveld in
de vigilant naar Fijnaart gereden om het vergelijkend examen van
den sollicitant voot de school te Oudemolen bij te wonen. Bij de
wed. van Dis waren reeds de schoolopziener en de heer Geluk.
Aldaar koffij gedronken en te 1 uur naar de openbare school te
Fijnaart gegaan. Het mondeling examen duurde tot 3 uur. Toen bij
P.Punt nog een glas madeira gebruikt en te 4 uur weggereden. Te
5 uur waren wij thuis. Toen nog gauw de courant gelezen. De
berichten omtrent het hooge water waren onrustbarend.
21.3.1876: Te 5 uur met den burgemeester, met wien ik door
den raad was uitgenodigd met een lijst rond te gaan om te
teekenen voor den watersnood naar D.C. Punt gewandeld en aldaar
tot half 7 gebleven. Thuis gekomen bij den burgemeester nog een
kop thee gebruikt en toen bij N. Dane, dr. Ruijssenaars, W.W.
Maris, wed. de Jager, C. Sonneveld en A.v.d.Hil.
24.3.1876: Om half tien met den burgemeester en Ary Sonneveld
en den secretaris in het karretje naar Fijnaart gereden, alwaar
te 11 uur vergadering van den raad was om een schoolmeester te
benoemen.
***De enige kandidaat, Johan van Bruchem uit Geldermalsen, werd
in een gecombineerde vergadering van de raden van de gemeenten
Fijnaart en Willemstad benoemd. Van Bruchem had verzocht zijn
salaris op te trekken met 100 gulden tot 600 gulden. Hierover
werd geen besluit genomen. Van Bruchem nam desondanks de
benoeming aan. Nadat een verzoek om salarisverhoging enkele
malen was afgewezen – alleen de gemeente Willemstad wilde dit
verzoek honoreren – vroeg Van Bruchem per 1.10.1877 al ontslag.
Per 1 januari 188 werd P.R. Friese zijn opvolger.
20.7.1876: Na thee drinken kwam C.D. Knook over de verkoop
publieke meubelen erven wed. A.A. Schippers spreken. Daarop met
hem bij den nieuwen pastoor belet laten vragen en er te 8 uur
heen gegaan. Zijn mama was ook bij hem. Wij bleven tot half 10
zitten praten. Laurijssen heet hij en zijn vader was de kassier
van dien naam, wordende het kantoor thans door zijn broeder
gehouden aldaar.
***Pastoor Franciscus Cornelius Laurijssen was de opvolger van
pastoor Fassaert, die pastoor van Rucphen was geworden.
Laurijssen stamde uit een zeer gefortuneerde en bekende Bredase
bankiersfamilie. Hij bleef hier tot 1883, toen hij zijn
voorganger Fassaert weer opvolgde als pastoor te Rucphen. Hij
heeft, zowel gedurende zijn pastoraat te Willemstad als daarna,
de parochie Willemstad financieel gesteund en in zijn testament
had hij de armen van Willemstad en de Willemstadse parochie goed
bedacht.
9.8.1976: Door J. Sonneveld de steen van mijn stoep laten
betalen bij Singels ad f 143,95. Voor den middag bij nicht
Sophie over de boedel van nicht Vrins wezen praten en stukken
nagezien en mee naar huis genomen. Van den Hil is vandaag met
zijne vrouw naar Utrecht om haar kin te doen opereren. Na thee
drinken met Ploon en Lientje de Lint gewandeld tot half 9 en
toen nog een half uur op de bank voor de stoep gezeten.
17.8.1876: Te 12 uur met A. Sonneveld, J. Punt en Helbach
naar de hofstede van C. Dane gereden om het bruidspaar te
filisiteren. Tot 2 uur gebleven. Het was zeer heet weer. Om half
6 met v.d. Hil en Helbach naar de hofstede van J.H. Maris
gereden wiens vrouw jarig was. Aldaar thee gedronken en onder
Rijnsche wijn en taart tot 8 uur gebleven.
24.8.1876: Te half 12 naar 't stadhuis gegaan om het huwelijk
van C.A. Knook en M. Dane te voltrekken, Het was zeer vol met
belangstellenden, vrienden en nieuwsgierigen. Daarna mede ter
kerk gegaan daar het huwelijk werd ingezegend.
27.9.1876: Te 1 uur bezoek gebragt bij den heer de Graaff die
heden zijn zilveren bruiloft viert. De harmonie alhier maakte
muzijk voor de woning van den heer de Graaff van 5 – 6 uur.
12.10.1876: Om half 5 de meid gewekt en den burgemeester doen
opschellen, daar wij heden op reis gaan. Te kwart voor 6 werden
hij en ik door Wout Sonneveld naar Zevenbergen gebragt. Aldaar
te 8 uur op spoor naar Zwaluwe. Daar even gewacht en toen op de
trein die van Breda kwam. Het was heerlijk weer en wij spoorden
langs Dordrecht naar Fijenoort. Aldaar op het bootje en te 9 ¾
te Rotterdam. Toen naar de Hollandsche trein gewandeld en daar
een broodje aan het station gebruikt en te 10.50 retourbillet
genomen tot Den Haag. Aldaar te 11.25 aangekomen, lieten wij ons
in een vigilant naar 't ministerie van oorlog brengen om op de
audiëntielijst te teekenen. Wij moesten in de wachtkamer tot 2½
uur wachten. Na de audiëntie in het frans koffijhuis een broodje
met vleesch gebruikt en daarna gewandeld naar de Trompstraat.
Cornelia en Gelinck hielden niet op of wij moesten blijven eten.
Na eerst enen borreltje te hebben gebruikt, aldaar gedineerd. Te
8 uur vertrokken en gewandeld door de stad naar 't station en te
9.07 naar Rotterdam gespoord Aldaar naar het hotel Coomans
gegaan en na een flesch wijn te hebben gebruikt, te 12 uur naar
bed gegaan.
***Op 30 september was H.J.R. Beijen minister van oorlog
geworden. Deze was de zesde (!) minister van oorlog in het
Tweede Kabinet Heemskerk (aug.1874-nov 1877). Burgemeester Maris
Hz was er niet gerust op "dat de plaats gehad hebbende benoeming
van een minister van oorlog, enige dagen voor de tijd, waarop
jaarlijks de garnizoensveranderingen worden bepaald"; hij
vreesde dat er gevaar bestond voor vermindering van het
Willemstadse garnizoen. In de raadsvergadering van 10 okt. 1876
wees hij "op de beletselen aan de Nijverheid en Industrie door
de Vesting zelve daargesteld en het daaruit voortvloeijende
belang ener bezetting overeenkomstig de rang onzer Vesting,
alsmede op de kosten door verschillende ingezetenen tot dat
einde besteed". Hij stelde voor een commissie te benoemen, welke
op kosten der gemeente op audiëntie zou gaan bij de minister van
oorlog om de belangen van de gemeente Willemstad aan te bevelen
en te verzoeken het garnizoen op de grootst mogelijke sterkte
voor Willemstad vast te stellen. De gemeenteraad ging hiermee
akkoord. Veel succes heeft de delegatie niet gehad: in de
raadsvergadering van 14.12.1876 meende de commissie echter "te
mogen verzekeren, dat, alhoewel de uitslag niet is geweest, zoo
als zij zich hadden gevleid, voor het minst een ongunstiger
garnizoensregeling is voorkomen".
13.10.1876: Om half 8 op en te 8 uur gaan ontbijten. Na het
ontbijt gewandeld met C. Maris door Rotterdam en toen naar de
Middelburgse boot, die te half elf afvoer. Het was lief weer en
te kwart voor 2 waren wij te Willemstad.
18.10.1876: Hedenmorgen kwam v.d.Hil ons meededeelen dat
gisterenavond te 10 uur het rijtuig waarin de kantonrechter zat,
te Zevenbergen door de spoor was overreden en dat hij dadelijk
gedood was.
***Overleden te Zevenbergen 17.10.1876 mr. Willem C.
Uyttenbogaart, 34 jaar, kantonrechter te Zevenbergen. Mr. J. van
Wijngaarden was bij K.B., van 14.10.1872 (her-)benoemd als
plaatsvervangend kantonrechter te Zevenbergen.
20.10.1876: Naar de kaai wezen kijken met Helbach en v.d. Hil
daar er een schip was gezonken geladen met petroleum. Vele
mensen waren bezig om de vaten aan de wal te zien brengen.
21.10.1876: Om half 8 naar Zevenbergen gereden in de
vigilant. Wij waren er te half 10. De terechtzitting als
kantonrechter gehouden. Heden werd de kantonrechter te half 11
begraven. De griffier en de ambtenaar van het openbaar
ministerie moesten er ook bij zijn, zoodat de zitting vroeg was
beëindigd.
Om 7 uur kwam de schipper van het gisteren gezonken schip mij
verzoeken acte van protest op te maken. Verder een kop sagomelk
gedronken daar ik zeer verkouden was.
24.10.1876: Brief van Soeter dat het land van v. Dis zeer
zwaar belast was. Dit aan v.d.Hil medegedeeld en hem toen
getelegrapheerd om geen staat te zenden. Ook een brief aan
Soeter over de niet toezending staat van inschrijving van 't
land van C. van Dis. 'sAvons naar de vergadering van het
genootschap DVW alwaar rekening werd gedaan en bestuur gekozen.
De Graaf wilde niet herkozen worden voor wien werd gekozen
A.v.d.Hil.
27.10.1876: Heden voor het eerst de kachel binnen gestookt.
Met Helbach smiddags een fikse wandeling gemaakt tot 5 uur en
voor de verkoudheid savons sagomelk gedronken.
13.11.1876: Met Knijff eerst naar Struijk geweest om te
zeggen dat hij met de Middelburgse boot mee zou varen. 'tWas erg
mistig, zoodat hij dacht dat de boot te 1 uur zou komen. Te 1
uur ging ik met Knijff naar de kaai, doch de stoomboot was
voorbij geweest eer Struijk er erg in had, zoodat hij niet per
boot kon vertrekken.
2.12.1876: Vandaag pak met kastanjes en haring uit Rotterdam.
sAvons daarvan alvast een bokking gebruikt die lekker was. G.
Boertjes en zijn broeder bij mij geweest. Na 't souperen kreeg
Ploontje die eerst pijn in de kiezen gehad had, welke pijn zich
toen op de schouderbladen zette, het erg benauwd, zoodat wij tot
12 uur met haar bezig waren en om dr. de Lange stuurde, die niet
thuis was. Doch zijn vrouw gaf wat Eau de Carmen mee wat goed
hielp, zoodat zij vrij goed was toen zij te bed ging.
4.12.1876: Om 12 uur kwam schipper J. de jager wiens schip
gezonken was, spreken over protest. sAvons nog protest opgemaakt
en de akte verleden.
31.12.1876: Te half 6 met Betje naar de avondkerk
godsdienstige sluiting van het jaar. De Dominee hield de kerk
lang aan tot over 8 uur. Daarna met Betje en Ploontje naar mw.
Brand, die jarig was, en ons gevraagd had. V.d.Hil was er ook,
verder waren er Heijltje en Leentje Timmers en Naatje Knook. Wij
bleven er soupeeren en gingen te 12½ huiswaarts.
31.1.1877: Het had snachts nog lang gestormd en 't was zeer
hoog water geweest. Nog 28 duim hoger dan de steen van de wacht
aanwijst dat het in jan. 1808 geweest is. Om half 10 met v.d.
Hil eens naar buiten gaan kijken. Het oude en nieuwe hoofd had
veel schade. Het bleef geheel den dag nog buiig weer. De
avondkerk werd afgezegd. Van 4 – 5 met Helbach en Knook nog
gewandeld en te half 8 in de Sociëteit geweest om te spreken met
de leden van 't genootschap over een lezing van Eliza Baart. Wij
bleven er wat spelen tot half 10.
1.2.1877: Thuiskomende zat zuster Aartje uit Noordeloos bij
ons, die met de Middelburgse boot was meegekomen om eenige dagen
te logeren. Te half 5 was er vergadering van de raad. Wij waren
compleet. Aldaar eerst thee gedronken, toen een glas wijn en
blijven souperen met ansjovis en ossetong. Wij eindigden met een
glas champagne en gingen te 11 uur naar huis.
Ploontje, Betje en Aartje waren bij de burgemeestersvrouw te
visite geweest en waren reeds thuis gekomen.
12.2.1877: Om 9 uur smorgens met C. Sonneveld en Flip naar
Oudemolen gereden en aldaar onder veel regen hout verkocht voor
Moleschot. Bij v.d. Noort uitgespannen en te half 1 vertrokken.
Thuis zijnde kwam C.D. Knook spreken over de door hem besproken
plaatsen. Dientengevolge bij Helbach en daarna te 3 uur met hem
en Knook naar de Sociëteit gegaan om de plaatsen te regelen.
Toen juffrouw Baart afgewacht die met een vigilant aankwam en
haar op haar kamer gebragt. Te 6½ uur kwam mw. Helbach en haar
zoon, mw. Brand en mw Eichholz met Lize en juffr. Bal. Ploon en
Betje gingen ook mee, zoodat ik met een talrijk gezelschap
aankwam. Wij hadden de vergadering in de sociëteitszaal. Het was
zeer vol. Te 7 uur ging ik juffr. Baart van haar kamer halen en
bragt haar op haar plaats. Zij droeg voor een novelle "Mathilde
van Molenbeek". Na een uur gelezen te hebben was het pauze tot 9
uur. Toen hervatte zij haar voordracht tot 10 uur. Er was veel
aandacht en een daverend applaus bekroonde haar laatste woorden.
Te half 11 bragt ik mijne dames thuis en ging toen weer terug en
te 11 uur gesoupeerd bij Weijnen met v.d. Hil, Helbach en de
spreekster. Wij bleven tot 12 uur praten en gingen toen
huiswaarts.
15.2.1877: Om 9 uur met het paard van A.v.d.Hil en de kar van
C. Sonneveld met Flip Sonneveld en v.d. Hil naar de
Ruigenhilsche meestoof gereden om afbraak te verkoopen. Na
afloop gewandeld naar Boschlust en aldaar gegeten. Lodder en
zijn zoon Arie en de timmerman Versluis uit Fijnaart aten er ook
met ons. Wij bleven tot 4 uur en gingen toen heen. De weg was
zeer beslijkt en 't was koud. Wij hadden het anders vrij goed
met het weer getroffen. sAvons de acte bijgeschreven en in mijn
boek opgeteekend.
19.2.1877: Heden Koningsverjaardag. Er werden veel sitsers
geschoten en er was muzijk en vuurwerk op de paradeplaats, doch
ik bleef stilletjes in huis mijne acten bijwerken. Om 5½ kregen
wij bezoek van ds. Wentinck en zijne vrouw die bij de
burgemeester zijn gelogeerd om morgen naar hunne nieuwe
standplaats Dinteloord, waar hij beroepen is, te gaan zien.
***Verjaardag van Koning Willem III. Sitsers –sissers, een stuk
stevig opgerold grauw papier met wat buskruit erin.
16.4.1877: Te half 12 met de Middelburgse boot (vanuit
Rotterdam) naar Willemstad, alwaar ik te half 3 was. Het ging
nogal moeilijk het aankomen met het bootje. Wij liepen over de
slikken.
4.6.1877: De post bragt de tijding mede dat de Koningin
gisterenmiddag te kwart voor 12 was overleden.
***Koningin Sophia overleed op 3 juni 1877 te 's Gravenhage; zij
was in 1839 met de latere koning Willem III gehuwd.
9.6.1877: Weer zeer warm vandaag (78 graden op mijn
thermometer in 't kantoor). Om 4 uur smiddags voor Knook, D.C.
Punt, C.N. Maris en v.d. Hil acte van tiendafkoop gepasseerd.
12.6.1877: Paardemarkt. sMorgens vroeg had het nogal gewaaid
en geregend, zeker een onweersbui. Er kwamen zeer veel paarden
en menschen. Het weer werd al vroeg beter en bleef den geheelen
dag zeer heet. Te half 4 ging ik even naar het stembureau om den
voorzitter te vervangen, die om 5 uur terug kwam. Na den eten
ging ik met Betje, Ploontje en de Lint met de burgemeester en
zijn vrouw mee naar het raadhuis, alwaar hij op de zaal eenige
honden kunstjes liet vertoonen. Toen met de Lint gewandeld tot
de stoomboot te half acht kwam, die hem en Jan en veele andere
passagiers naar Buitensluis bragt. Toen met de burgemeester en
zijne vrouw nog in een kijkspel geweest waarna zij met ons
meegingen om een glas wijn te drinken.
18.6.1877: op 't secretarie kadaster nagezien en concept
transport huis B. Bezooyen en procuratie opgemaakt. sAvons was
het druk op de kermis, daar zij vanavond nog eens voor het
laatst koek mogten verloten. De drukte duurde tot elf uur.
***De landbouwer Bastiaan van Bezoyen en zijn vrouw Lintje Punt
vertrokken in maart 1877 naar Haarlemmermeer. De gemeenten
Fijnaart en Willemstad kochten van hem een woning met tuin
(sectie 442,443 en 335) en bestemde deze woning tot woning voor
de onderwijzer van de Oudemolense school.
20.6.1877: 'tZal vandaag een groote drukte zijn in Delft nu
heden de Koningin wordt begraven. Om half 4 lieten wij ons door
het karretje van E.J. Sonneveld naar Zevenbergen brengen. Bij
Eland te Klundert een poosje vertoefd en een glas bier gebruikt.
Te 6.32 gingen wij met onze retourkaart voor Londen 1e klasse op
spoor naar Vlissingen. Te 8.30 waren wij er en wij gingen
dadelijk aan boord der stoomboot Stad Vlissingen. Wij kregen de
hut nr. 11 met 2 slaapplaatsen. Wij soupeerden aan boord en
gingen toen op 't dek wandelen. Heerlijk maanlicht en frisse
zeekoelte. Wij zagen de lichten der vuurschepen in de verte en
gingen toen op de kooi. Ik sliep boven en Helbach beneden.
21.6.1877: Te 6.25 uur Engelsche tijd gingen wij op de trein
naar Londen. Spoedig naderden wij Londen en waren te 8 uur aan
het Victoriastation. Wij wachtten daar af of Leijendekker zou
komen dien wij van onze komst berigt hadden gegeven. Daar wij
hem niet zagen namen wij een rijtuig en reden naar zijn woning.
Hij lag nog te bed en toen hij had ontbeten ging hij te 10 uur
met ons wandelen. Langs het Buckinghampaleis en door 't
Jamespark. Bij de Ministeriën zagen wij de Horseguards met roode
lijfrokken. sMiddags in een hansom naar de wassenbeeldengalerij
van Madame Tussaud gegaan.Wij bezagen dit met gaslicht. ook de
chamber of horrors gezien.
22.6.1877: Na 't ontbijt gewandeld, ook over de Londonbridge
waar het erg druk was. Aldaar geruime tijd vertoefd en de oude
wapenrustingen in den toren gezien en daarna de kroonjuwelen
waaronder de beroemde Koh-I-Noor. Toen een hansom genomen en
gereden naar 't British Museum, alwaar zeer veel te zien was.
Wij waren er moe van.
…Toen in Fleetstreet gedineerd. Het dine beviel ons echter niet
best. Erwtensoep vooraf, tong met roode saus zonder zout,
roastbeef met kool, kalfsnieren, idem zonder zout, en gebakje
toe. Niets lekker.
23.6.1877: Naar het Westminsterpaleis gewandeld langs fraaie
wandelweg met bloemperken langs de Thames. 'tWas prachtig. Wij
zagen de kamers van het Hooger- en Lagerhuis. Beneden is een
crypt met kapel en doopvont. Toen gingen wij de Westminsterabdij
zien. Daarna namen wij een cab die ons langs Piccadilly naar den
ingang van 't Hydepark bragt. Daar was de elite van Londen te
paard, te voet en te rijtuig. 'tWas zeer druk aldaar. Na alles
gezien te hebben, wandelden wij door tot aan Kensingtongarden
alwaar wij het monument voor Prins Albert bezigtigden.
vervolgens gingen wij naar de Albert Hall, alwaar te 3 uur de
schepping van Haydn gezongen werd. Wij zaten op een
schillingplaats. Toen naar het Kensingtonmuseum alwaar verbazend
veel te zien was. Aldaar gedineerd met taaie biefstuk.
24.6.1877: Wij wandelden naar Waterloobridge en namen daar
plaats op spoor naar Hamtincourt. Wij wandelden daar de tuinen
door en gingen toen ook in het doolhof waar wij goed uitkwamen.
Na het paleis te hebben gezien, met veel schilderijen, vooral
ook Hollandsche meesters, met een rijtuig naar Richmond. Na
rondgewandeld te hebben, boven op een omnibus gereden naar Kew.
Er waren keurige parken en groote serres met uitheemsche planten
en bloemen.
25.6.1877: Na het ontbijt (met gebakken ham) reden wij langs
de onder de grond spoor naar 't Victoriastation. Aldaar namen
Helbach en ik plaats naar Brighton. Het was een sneltrein,
alleen 1e klas. Er was ook en Pulmans drawingroomcar. Wij namen
daarin plaats om de zeldzame pracht. Er is in die wagen ook een
rooksalon, aldaar een sigaar gerookt. Toen in het andere
gedeelte, alwaar 9 gemakkelijke fauteuils in stonden, die bij
elke verandering van stand konden draaijen, Het glas was helder
spiegelglas. Brighton is een prachtige zeebadplaats. Er werd
muzijk gemaakt op de pier. Langs het strand gewandeld en het
beroemde aquarium gezien.
29.6.1877: Terug in Londen een boottocht op de Thames
gemaakt, het standbeeld van Nelson en het overdekte
Charingcrossstation wezen zien… In een skatingrink gegaan. De
zaal was mooi verlicht en er werd op piano gespeeld en zien
schaatsen rijden op rolletjes. Later kwamen er 6 gecostumeerde
meisjes die alleraardigst op schaatsen dansten. Daarna gingen we
naar de Argyllrooms. Een groote lichte danszaal met groot
orchest, waar goede musijk werd gemaakt. Het liep erg vol met
heeren en dames die later begonnen te dansen. Wij bleven er tot
12 uur, en gingen toen een grokje drinken. Het was slecht. Het
was op straat nog vol volk, vooral van 't vrouwelijk geslacht.
Te half 1 gingen wij naar ons logement en te bed.
9.7.1877 Door Immink publicaties laten schrijven
meestoofgereedschappen. Heden antwoord aan den Kantorregter dat
ik gaarne mijn benoeming als plv. kantonrechter wilde
ingetrokken zien.
12.7.1877: Pakket van notaris Maris met contract verkoop
meestoof.
***De Ruigenhilse meestoof stond aan de Oostmiddelweg, ten
zuiden van de Zuidlangeweg op een perceel, kadastraal bekend C
171 (nu C 580) In 1876 werd deze meestoof al gedeeltelijk
afgebroken.
14.7.1877: sMorgens vernamen wij het ontzettend berigt dat
Maaike Dane, de vrouw van C.A. Knook, hedenmorgen te 2 uur in
een benauwdheid was gebleven. Door dat berigt was ieder
geschokt.
16.7.1877: sMiddags werd Maaike Dane begraven. Het was een
treurige lijkstatie.
24.7.1877: sMorgens om half 9 met Filippus Sonneveld naar de
Sabina Henrica meestoof gereden en aldaar de gereedschappen
verkocht.
7.8.1877: Na den eten te 4 uur met de burgemeester en Arij
Sonneveld en P. de Rooij naar Oudemolen gereden om de school
aldaar te besteden.
***Arij Sonneveld was raadslid van 1869 – 1892 en vanaf 1875 tot
1892 wethouder; Pieter van Rooyen was van 1867 tot 1887
gemeentesecretaris en vanaf 1872 tot 1887 tevens
gemeenteontvanger.
9.8.1877: Om 1 uur had ik een condoleancebezoek bij v.d. Hil
gebragt, wiens jongste kindje dien morgen was overleden.
***Dit was Huibert Jacobus, het 2½ jaar oude zoontje van Adam
Philippus van den Hil en van Anna Maris.
18.8.1877: Om half 9 met den burgemeester en a. Sonneveld
naar Oudemolen gereden over de afbakening der school. Met de
wethouder van Fijnaart en de opzichter Kloppert vergaderd. De
architect C. Sonneveld was ook met ons meegereden
***Op 17 augustus was in de herberg van H.v.d. Noort te Fijnaart
(B 175) de afbraak van de oude school annex onderwijzerswoning
en de bouw van een nieuwe school aanbesteed. Het werk werd
opgedragen aan de Willemstadse aannemer Cornelis Versluijs.
19.8.1877: Te half 9 voer ik met schipper Struik in een
roeibootje met een zeiltje naar Buitensluis. Aan de trap bij het
posthuis afgezet en toen naar het dorp gewandeld. Aldaar eerst
in de kerk die juist aan was, de preek van ds. H… gehoord tot 't
tussenzang en daarna in ¾ uur naar de hofstee gewandeld.
…Te 6½ uur in de tilbury naar de Buitensluis terug. Het was hard
gaan waayen en Struik bragt mij met een boot over waar hij een
emmerzeil op had. Het ging er erg door. Doch in een half uur
waren wij over.
***Met de hofstee is bedoeld de boerderij die de familie Van
Wijngaarden in Numansdorp bezat. In 1877 was die bewoond door
zijn zwager Cornelis de Lint van Wijngaarden.
13.11.1877: Na koffij drinken met v.d. Hil naar ds. Loois
gegaan om hm met zijn beroep naar Groote Lindt te filisiteren.
Geheel de kerkeraad zat er. Wij gebruikten een glaasje port en
bleven tot 1½ uur.
***Ds. Adriaan Jan Loois was predikant van Willemstad van 1875
tot 1880. Hij bedankte in 1877 voor het beroep naar Groote
Lindt.
14.11.1877: Om 9¼ de vigilant met den burgemeester en
A.Sonneveld naar Oudemolen gereden om 't vergelijkend examen bij
te wonen. Er was maar 1 sollicitant. Eerst even bij F. Sneep
geweest en toen bij v.d. Noort alwaar de schoolopziener en de
heer Geluk reeds waren. ook de burgemeester van Fijnaart was er
met 2 wethouders en L.M. van Dis. Ook D.C. Punt en A. Timmers
Wz. Te 11 uur gingen wij naar het nieuwe schoolgebouw en bleven
er tot ½2 bij 't mondeling examen. Toen koffij gaan drinken en
een broodje gebruikt. Vervolgens tot ½5 mondeling examen.
***Omdat de onderwijzer te Oudemolen Johan van Bruchem per 1
okt. 1877 was benoemd te Aalst, moest in de vacature worden
voorzien. Benoemd werd P.R. Frieze, hoewel de schoolopziener
niet onverdeeld gunstig over deze kandidaat oordeelde. Hij was
echter de enige sollicitant en bovendien kon men, gezien het
lage salaris van 500 gld per jaar, niets beter verwachten.
Friese bleef hier tot 15 juli 1883, toen hij in Amsterdam
benoemd werd.
16.11.1877: Te 11½ ging ik met N. Dane, A.v.Sprang en A.
Ophorst naar de herberg van de wed. D. v. Dis, alwaar ik de
Sabinameestoof en machine zou verkoopen. De drie gedeelten
meestoof golden voor 2419 tezamen en de machine 480.
23.11.1877: Te 9 uur met C. Sonneveld en zijn zoon Johan mede
naar Fijnaart. Om 1 uur reden wij weer weg en vernamen dat er
brand was bij A. v. Sprundel. Ik ging aldaar het rijtuig uit. De
schuur lag al op de grond en de brandspuit van de Willemstad was
zojuist aangekomen. Ik bleef tot 6 uur. Toen was het overschot
geblust.
***Antonie van Sprundel was landbouwer en woonde C 66 (aan de
Stadsedijk bij Oudemolen).
5.12.1877: Koud weer, niet uitgeweest maar thuis
Sintnicolaasfeest gehouden.
6.12.1877: sMorgens kwamen de kinderen van Wigant die hun
mandje hadden gezet, hetzelve halen. Te 12 uur ging Betje met de
burgemeestersvrouw naar de sociëteit alwaar de kinderen werden
getracteerd en St. Nicolaasgeschenken kregen. Ik ging er ook
heen en bleef er tot 2 uur. Mw. Brand smiddags in de sociëteit
gebragt, alwaar het zeer vol was door eene vertooning aan de
kinderen van de militairen.
***Bedoeld zullen zijn de kinderen van de slager Georg Laurens
Wigant en Cathelijna Dane; zij waren in december 1877 8, 5 en 1
jaar oud.
16.12.1877: Geheel den dag veel geregend. 'sMorgens mij
verslapen en niet te kerk geweest, ook 'smiddags niet. Na
kerktijd kreeg ik de mededeling dat ik tot ouderling was
benoemd, welke benoeming ik aannam.
24.12.1877: Begonnen om 7 uur in de herberg van Struik het
huis af te hangen Het werd gemijnd door Wm. Otsen voor 1630
gulden.
***Op A 4 (naast het Arsenaal) woonden A. Otsen, tapper, geb.
30.5.1802 te Kolhorn, gehuwd met Cornelia Donkersloot,
geb.4.12.1813 te Ooltgensplaat met hun kinderen, waaronder
Cornelis, geb. 20.6.1856, geh. met Aletta C. Visser; deze
laatste zette de herberg van hun vader voort. De woning werd
gekocht door een andere zoon, Willem Otsen, geb. 181.1.1843, die
als schipper op 21.12.1876 was afgeschreven naar Zevenbergen.
Gewijzigd:
17-02-2013
Beheer website:
C. Oosters
© Heemkundekring "De Willemstad" |
|